"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

In gesprek met ... Suzanna Esther

Woensdag, 23 mei, 2018

Geschreven door: Suzanna Esther
Artikel door: Roelant de By

“Als je
mij de vrijheid geeft, bloei ik op en kan ik alles. Maar zet mij in een kantoor
klem tussen de muren, dan word ik ziek. Dat is in mijn leven een steeds
terugkerend fenomeen. Al heel vroeg ben ik zelfstandig in Amsterdam gaan wonen.
Ik zal zo’n 16, 17 geweest zijn. Ik werd door IBM uitgenodigd om een traineeship
te doen. Ik rolde als vanzelf het bedrijfsleven in. Maar dat bleek niks voor
mij. Ik ging literatuurwetenschap studeren. Dat deed ik 2 jaar en ondertussen geld verdienen
op kantoor, nu bij KPMG. In mijn vrije tijd hing ik veel rond in het
Vondelpark. Heerlijk was dat. Ik ontmoette daar op een gegeven moment een
Amerikaan. Die kennismaking besloeg slechts een enkele middag. Toen hij terug
was in Amerika, zijn we elkaar blijven schrijven. Op mijn werk op kantoor liep
het niet lekker. Ik werd lastiggevallen door managers, collega’s (die
ervaringen heb ik verwerkt in mijn boek, “De Stem”.) Na een half jaar
schrijven, stuurde die Amerikaan mij een open ticket. Best bizar eigenlijk want
we hadden nog niet eens gezoend of zo. Ondertussen zat ik ziek thuis. De GGD,
of hoe dat ook heette, achtte mij niet geschikt om terug naar KPMG te gaan. Ik
mocht iets uitkiezen, een ander beroep, en dan zouden zij de omscholing
betalen. Tja, wat kies je dan? Allerlei testjes gedaan. Kapster leek me wel
leuk. Voor dat ik het wist zat ik op de kappersschool. Zo ging dat. Tussendoor
was ik aan het schrijven met die Amerikaan. Ik dacht, ok als ik mijn
kappersdiploma heb gehaald, ga ik naar Amerika. Best spannend natuurlijk, want
in wezen was het een wildvreemde vent.”
Aan het
woord is Suzanna Esther, een knappe, slanke jonge vrouw. Ze praat van de hak op
de tak, veel en gemakkelijk. We drinken thee. Als ik opmerk dat ze wel een
bijzonder turbulent leven achter de rug heeft, kijkt ze me bijna verbaasd aan.








“Dat
valt toch wel mee? Vind je me zo impulsief dan? Ik was toch al bijna een jaar
met die Amerikaan aan het schrijven voordat ik daar naartoe ging. Hij woonde in
Oklahoma. Rode aarde, cowboy- en Indianenland. Eerst ben ik 4 weken naar hem
toe gegaan. Grote tochten gemaakt; dat
was super! In de laatste week dat ik er was, werd de intimiteit die er
eigenlijk al sluimerde, steeds dieper. De vlam sloeg toen in de pan.
 Achteraf gezien had je dat natuurlijk op je vingers kunnen natellen.
[Hartelijk gelach]. Maar ja, toen moest ik terug.”
Roelant
lachend: ‘Prachtig vooropgezet plan van hem!’
“Ja,
precies. En dan vooral ook niks doen hè. Zo van: laat haar maar komen. Die
situatie heb ik uitgebreid beschreven in mijn vorige boek, “Wervelstof”. Ik ben
ook wel een apart type. Heel jong was ik al zelfstandig. Hoe dat kwam? Nou je
kunt het zien als een omgekeerd Assepoesterverhaal. Ik kom uit een heel rijk
gezin. Villa in Uithoorn. Vader was directeur
van een fabriek. Hij leefde groots en ruim. Twee keer per week eten in een
Michelin sterrenrestaurant, drie keer per jaar luxe op vakantie; het kon niet
op. Later bleek dat hij dat allemaal bij zijn werk declareerde.  Hij werd
door de hoofddirectie op het matje geroepen, maar bleef op de oude voet
doorgaan. Tot hij op een gegeven moment op staande voet werd ontslagen. Hij
heeft dat thuis niet verteld. Erger nog, hij heeft ruim een jaar gedaan alsof
hij elke dag naar zijn werk ging. Niemand van ons gezin wist iets. Op een
gegeven moment kwam ik er zelf achter, ik
was toen 14. Ik spijbelde van school en zag mijn vader gewoon in de
stad. Ik dook dan snel achter een paal, want ik wou niet dat hij zag dat ik
spijbelde. Zo zag ik hem diverse malen in de stad, terwijl hij natuurlijk op zijn werk zou
moeten zitten. Een verdwaasde en verwilderde blik had hij op die momenten. Ik
dacht meteen: hier klopt iets niet. Hij bleek een totaal geheim leven te
hebben. Vrij snel daarna verdween mijn vader gewoon. De villa moest verkocht
worden; alle spullen. Mijn moeder, broer en ik bleven berooid achter. Van het
luxe leventje dat ik leidde, was niets meer over. Om een nieuwe broek te kunnen
kopen of iets dergelijks, moest ik nu werken. Zoals op de vleeswarenafdeling
van Jacques Hermans. Ik werd helemaal misselijk van die vettigheid. Nog steeds
kan ik er niet tegen. In de winkel werd
ik
overgeplaatst naar vakken vullen. Nou je kunt wel nagaan, ik had toen
ook al dit postuur [ze wijst op haar slanke lichaam], dat sjouwen ging
natuurlijk helemaal niet. Voortdurend moest ik aan de jongens vragen om me te
helpen. De manager riep me op het matje. Hij vertelde me doodleuk dat ik ‘niet
zo geschikt was voor de maatschappij. U kunt wel gaan.’ Die zin heeft mij
jarenlang achtervolgd. Ik was kwaad, maar achteraf gezien had die vent best wel
gelijk.”
Roelant:
’En je thuissituatie, hoe was die toen?’
“Mijn broer, met wie
ik toen een goed contact had, koos ervoor om bij zijn vriendin en haar familie
te gaan wonen. Een nieuw gezin dus in feite, weg van ons. Mijn moeders leven
stond ook op z’n kop natuurlijk. Ze stortte zich snel in een nieuwe relatie.
Van een heel gezin bleef niets meer over. Ik werd aan mijn lot overgelaten. Ook
mijn vriendinnetjes hielden de boot af. Het ging niet goed met me. Ik liet me
ook op school niet meer zien. Een oom en tante namen me op in hun gezin. Maar
na drie weken konden die het ook
niet meer aan. Ik was in een
soort shock. Inmiddels was ik bijna 16 en ontmoette ik een jongen die een paar jaar ouder was,
die mij naar het jeugd Riagg heeft weten te krijgen. Daarop werd ik uit huis
geplaatst. Ik kwam in een soort jeugdopvang terecht; begeleid wonen. Van
daaruit ben ik met die jongen bevriend geraakt en met hem samen gaan wonen. We
hebben 5 jaar een relatie gehad. Dat was ook niet een hele goede, gezonde basis
natuurlijk. Hij speelde een beetje mijn vader en moeder tegelijk. Toen kwam dat
traineeship bij IBM en daarna
die baan bij KPMG. Ik was een kantoorvrouwtje en hij werkte in een fabriek. Bij
de sollicitatie vroeg ik maar wat qua salaris en ik kreeg het! Ik had nog nooit zoveel
verdiend. Ik mocht het alleen niet vertellen aan de andere secretaresses…
Kortom, ik was een goed geklede vrouw in een hoge functie en mijn vriendje
werkte nog steeds in die fabriek. Hij kreeg daar steeds meer moeite mee. Van
een zielig vogeltje veranderde ik in een sterke vrouw. En dat is eigenlijk The
story of my life
geworden. Mannen beginnen een relatie met me als ik zwak
ben, maar als ik opkrabbel en weer in mijn kracht kom, kunnen ze dat niet aan.
Sterke vrouwen, daar kunnen ze niet mee om gaan. Dan gaat het niet meer en
proberen die mannen om me weer klein en zwak te maken. Dat kreeg ik op een
gegeven moment door. Dat was hetzelfde met die Amerikaan. Zo’n klein meisje in
het park, kwetsbaar, kneedbaar, schattig. Maar goed, ik heb wel lang nagedacht,
maar ik had niks te verliezen. Wat kon me gebeuren? Ik heb mijn huis weggedaan,
mijn spullen verkocht en ben naar Oklahoma vertrokken. Al na 2 maanden kwam ik
erachter dat die Amerikaan allerlei geheimen had. Hij was jaloers en bezitterig
en bleek getrouwd geweest te zijn met kinderen. Hij was ook 14 jaar ouder dan
ik. Ik was toen nog erg jong, een onbeschreven blad en had ook een grote
fantasie. Mijn Amerikaanse avontuur heb ik opgeschreven in mijn boek “Wervelstof”.
Toen ik daar was, heb ik allerlei dagboeken bijgehouden. We leefden afgezonderd
van de rest van de wereld, midden in de natuur. Ik voelde me als een vogeltje
in een kooi. Ik kon daar niet meer weg. Door zijn jaloezie hield hij me geïsoleerd.  Uiteindelijk heb ik
een smoes verzonnen dat ik naar Nederland op familiebezoek moest gaan. Ik heb
toen alles achtergelaten en ben met alleen een tandenborstel en een extra
onderbroek naar Nederland gevlogen. Hij heeft me naar het vliegveld gebracht en
gezegd: ik zie je over een week. Ik ben nooit meer teruggegaan. Ik heb dat niet
netjes gedaan natuurlijk. Het voelt ook onaf. Hij is diverse keren naar
Nederland geweest om me te zoeken. Ik heb hem gemaild dat ik een vriend had,
enz. Zijn reactie daarop was dat hij me een open ticket zou sturen zodra het
uit zou raken.”
Suzanna neemt een slok thee en
een hap van haar gebakje. Het is gezellig druk in de tearoom. Speciaal voor ons is de muziek wat zachter gezet. Ze
vertelt verder.








“Terug in Nederland
moest ik geld verdienen. Ik had mijn kappersdiploma, maar nooit als kapster gewerkt. Het lukte niet om
daar een baan in te vinden. Toen heb ik
mij
maar bij een uitzendbureau ingeschreven. Kreeg ik weer een
kantoorbaan; nu bij een bank. Ook dat ging niet goed.”
Roelant: ‘op je CV lees ik
dat je tussen je 30ste en 36ste in Frankrijk hebt gewoond. Waarom was je daar
naartoe gegaan? Ook voor de liefde?’
“Ehhh, ja, dat klopt.
[Lacht hartelijk]. Ik wilde op
vakantie naar Portugal, maar ik had natuurlijk geen geld. Ik sloot me aan bij twee andere meisjes om daar naartoe te
liften. Op die vakantie ontmoette ik een Fransman. Die gaf mij toen een lift
terug richting Nederland. Die slinger
heeft toen een dikke week geduurd. Dat was geweldig, maar ik ging weer terug naar Nederland.
Daarna bleef hij me bellen en mailen. Op een gegeven moment vertelde hij dat
hij een huis voor ons had geregeld met mijn naam er al op. Nou, toen ben ik
maar weer naar Frankrijk vertrokken. Daar hebben we 6 jaar gewoond. Ik was daar
erg gelukkig. Prachtig gebied in de Jura, vlak bij Genève. Toen kreeg hij een
geweldige baan in Nederland aangeboden.
Terug in Nederland
bleek ik zwanger en kwam mijn
oude leven dat ik als kind had weer terug: veel geld, groot huis, alles kan… En
ik werd steeds ongelukkiger. Ik kreeg een tweede zoon. We woonden bij mijn
ouderlijk huis om de hoek. Mijn kinderen zijn naar dezelfde basisschool gegaan
als ik ben geweest. Dat was een soort herhaling van mijn eigen jeugd. Alleen de
betere versie ervan. Mijn ex woont daar nog steeds.








“Niemand kan de
toekomst voorspellen. Wat maakt voor mij het leven leuk? Dat zijn de
mogelijkheden. Dat maakt schrijven ook zo leuk. Alles is mogelijk! [Ze lacht en
kijkt heel ondeugend]. Dat is het plezier van schrijven: alles wat recht is,
kan je krom schrijven en omgekeerd. Alles wat je ooit gedacht of gezien hebt,
kun je erin stoppen en gebruiken. Geweldig! Mijn boek “De Stem” is gaandeweg
ontstaan. Ik had niet een vast plan; ik ben gewoon gaan schrijven over een man
die niet lekker in zijn leven zit; waar iets moet gebeuren. En toen ik begon
met schrijven wist ik niet precies wat. Dit boek is helemaal al schrijvende
ontstaan. Ik wist niet wie er op zou komen draven of wat diens rol zou worden.
Zoals in het echte leven eigenlijk. Het zou gewoon zomaar kunnen gebeuren
allemaal. En dat vond ik wel leuk. Toen ik op de helft was en ik het aan een
redacteur liet lezen, vond deze het maar ongeloofwaardig; dat iemand zo
ontslagen kon worden en daar niets van vertelt aan zijn vrouw. Ik dacht: je
moest eens weten! Het is mij overkomen! Soms zijn de meest onwaarschijnlijke
dingen gewoon echt gebeurd.”
Dank je wel voor dit
gezellige, openhartige interview.
Roelant de By – onze
vliegende reporter
Fotografie: Marluc.


Lees hier de RECENSIE van ‘Stem’





Eerder verschenen op Perfecte Buren.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Giftig

2021 Kamp Alpha

De stem

Auteur:
Suzanna Esther
Categorie(ën):
Literatuur

Wervelstof

De stem