"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

In het café van de verloren jeugd

Vrijdag, 26 oktober, 2018

Geschreven door: Patrick Modiano
Artikel door: Ger Leppers

Meesterstuk van Franse vertelkunst

[Recensie] De Franse schrijver Patrick Modiano is een natuurtalent. Hij debuteerde in 1968, verlegen, voor in de twintig, met een opzienbarende roman over collaborerende schrijvers tijdens de Duitse bezetting van Frankrijk, La Place de l’Étoile. Het boek kreeg onmiddellijk veel aandacht, en werd bij ons vertaald als De plaats van de ster, een verwijzing naar de Jodenster uit de Tweede Wereldoorlog.

Parijs

Met die vertaling werd de betekenis van de titel geen recht gedaan, want Place de l’Étoile was ook de naam van wat tegenwoordig het Place Charles de Gaulle heet, het Parijse plein waarop de Champs Élysées uitkomen en waar de Arc de Triomphe staat. Inmiddels is Modiano (Boulogne-Billancourt, 1945) uitgegroeid tot een van de hooggewaardeerdste schrijvers uit het Franse taalgebied: een nieuw boek van hem geldt als een gebeurtenis van belang. Hoewel de volstrekt eigen melancholieke toon waarmee hij later beroemd en geliefd werd in zijn debuutroman nog ontbreekt, bevat dit boek al wel twee kenmerken van de inmiddels meer dan twintig romans van Modiano: de zoektocht in het niet al te verre verleden, en in de stad Parijs, die de schrijver in alle richtingen heeft doorkruist en die hij op zijn duimpje kent.

Rusteloos dwalen Modiano’s vertellers in beide rond. Met behulp van herinneringen, foto’s en documenten zoeken zij sporen uit een vorig bestaan dat hen is blijven achtervolgen. Ook In het café van de verloren jeugd, een hoogtepunt in Modiano’s recente werk, heeft de vorm van een speurtocht. De verteller probeert te achterhalen wat zich in de jaren zestig afspeelde in een groepje hele en halve bohemiens, kunstenaars en studenten, allemaal mensen die meer of minder buiten het dagelijkse leven van de doorsneemens staan. Het centrale personage is het meisje Louki, dat op een avond opduikt aan een tafeltje achter in het zeer Parijse café de Condé. Haar gelijkmoedige onverschilligheid maakt haar even aantrekkelijk als onbereikbaar.

Boekenkrant

Een van de andere vaste klanten is een jongen die schrijver wil worden. Hij werkt aan een boek over ‘de neutrale zones’ van Parijs, de anonieme overgangswijken waar niet veel te beleven valt en waar nooit een toerist komt, maar die hem juist daarom intrigeren. De groep is al jaren geleden uiteengevallen. Wat is er van al die mensen geworden? Wat hield hen eigenlijk bijeen? Het fragmentarische verleden, dat altijd en overal op de loer ligt, is voor de hoofdpersonen uit Modiano’s romans een raadsel dat ontsluierd moet worden. Dat lijkt belangrijker dan hun huidige bestaan.

Het is Modiano’s vertellers vaak te moede alsof ze vroeger niet goed hebben opgelet, alsof ze er niet bij waren toen zich rondom hen beslissende gebeurtenissen afspeelden, en dat terwijl ze doorgaans het typische temperament hebben van de getuige, van de waarnemer. En natuurlijk van de buitenstaander. Doorgaans levert het speuren enkel het besef op dat het verleden zich niet laat terugroepen, laat staan herbeleven. Wat de verteller aan het eind van het boek wel gewonnen heeft, is inzicht in het tragisch verstrijken van de tijd – de tijd die uiteindelijk alles wegvaagt.

De gaten in onze kennis zijn minstens zo echt als onze kennis. Dat het essentiële van het leven ons lijkt te ontsnappen ís juist het essentiële ervan. Als in een superieure detectiveroman onthult Modiano beetje bij beetje de bijzonderheden uit het leven van Louki. Maar nooit trekt het waas van geheimzinnigheid dat haar omhult volledig op. De vraag of haar tragische einde te voorzien was geweest, blijft in de lucht hangen. Die fascinatie voor het onbestemde heeft ook te maken met de familiegeschiedenis van de schrijver. Modiano werd in 1945 geboren, volgens sommigen als zoon van een Belgische actrice met wortels in Antwerpen.

Brieven van Reve

Elders valt te lezen dat zij van Hongaarse afkomst zou zijn geweest. De schrijver zelf zei ooit dat zij Nederlandse was. In haar archief trof Modiano zelfs brieven aan “van ene Gerard van het Reve”. Zijn moeder leefde in een  milieu van actrices, nachtclubdanseressen, music-hallartiesten, die in haar leven en dat van haar zoon opdoken en weer verdwenen, van wie vaak alleen de artiestennaam bekend was. De vader, Albert Modiano, zou een Joods-Italiaanse man uit Alexandrië zijn, maar was volgens andere bronnen gewoon een Fransman.

Tijdens de oorlog liet hij zich in met louche handeltjes, en weigerde de Jodenster te dragen. Later verdween hij naar Zwitserland. In 1977 overleed hij “onder nooit opgehelderde omstandigheden”. Al die verhuizingen, al die schilderachtige bohemiens, zwendelaars en schimmige types uit het leven van de schrijver en zijn ouders, vinden hun weerslag in het melancholische, fragmentarische karakter van Modiano’s boeken. Maar heel veel wil Modiano daar zelf niet over kwijt.

Discreet

De schrijver zelf is al even discreet als zijn personages: wars van elke publiciteit, onhanteerbaar schuw bij televisieoptredens. Steeds onderbreekt hij zichzelf, zoekend naar het juiste woord: “Hoe zal ik het zeggen… in elk geval, hoe dan ook …”  Of hij nu praat of schrijft: Modiano weegt elk woord op een goudschaaltje en dat geeft zijn werk een grote intensiteit. Hij schrijft dan ook hoogstens één uur per dag, maar wel dagelijks, om de impuls niet kwijt te raken. En hij denkt verder de hele dag na over de tekst die hij onder handen heeft. In de loop van zijn carrière is Modiano erin geslaagd met steeds beperktere middelen steeds meer op te richten.

Eerder verschenen in Trouw

Boeken van deze Auteur:

Kleedkamer in kindertijd

Onzichtbare inkt

Het gras van de nacht

De ringboulevards