"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De onderwerping

Maandag, 3 april, 2023

Geschreven door: Philipp Blom
Artikel door: Marnix Verplancke

“We kunnen niet opnieuw in dorpjes gaan wonen en kippen kweken”

We kunnen niet opnieuw in dorpjes gaan wonen en kippen kweken, aldus Philip Blom, er zit geen terugspoelknop op de geschiedenis. Dus moeten we duurzaam vooruit, met en in de natuur, ook al zal het lastig worden.

[Interview] “Je kunt de mens vergelijken met een van onze belangrijkste partner-organismen,” zegt Philipp Blom met een ondeugende glimlach om de lippen, “gist. Zonder gist geen wijn, brood of bier en dus ook geen België. Gist vreet alles wat het tegenkomt op. Als dit veel is, volgt er een gigantische populatie-explosie, waarna die gist stikt in zijn eigen excrementen. Wanneer we nu terugkeren naar de mens merk ik dat die na een paar honderdduizend jaar evolutie, Mozart en Madame Curie ongeveer op hetzelfde punt staat als die gist, bezig om te komen in zijn eigen drek. Ik had het ooit met een vriend van me, een bioloog, over deze vergelijking. Dat is zo, antwoordde hij, maar je vergeet het tweede deel van het verhaal. De gistcellen die het grote uitsterven doorgekomen zijn, passen hun metabolisme aan zodat ze ook in de veranderende omstandigheden kunnen overleven. De fundamentele vraag is dus of wij ons metabolisme ook op tijd zullen kunnen aanpassen, voor er een ramp gebeurt.”

Dat die vraag zo fundamenteel is, komt voor Blom vooral omdat we het als mensen niet makkelijk lijken te vinden om onze levenswijze radicaal om te gooien, zeker omdat ze al millennia lang op eenzelfde metafysische beginsel berust, de aanname dat wij mensen boven de natuur staan en we er dus mee kunnen doen wat we willen. In zijn nieuwe boek De onderwerping gaat Blom op zoek naar de geschiedenis van dit idee en traceert hij het tot bij het vijfduizend jaar oude Mesopotamische Gilgamesj-epos. “Gilgamesj is het oudste ons bekende verhaal,” legt Blom uit, “en meteen ook een dat heel erg modern aanvoelt. De held is een ambitieus iemand, die zijn omgeving wil onderwerpen, geniet van zijn macht en zelfs streeft naar de onsterfelijkheid. Hij verzet zich tegen de gang van de wereld, en plaatst zichzelf boven de natuur. Maar slagen doet hij niet.”

Misschien meer dan Adam is Gilgamesj de oervader van de mensheid geworden. Odysseus, Orpheus, Prometheus, Faust en Parsifal, zelfs de helden uit de oude Hollywoodfilms en de nieuwe Netflixproducties stammen van hem af. En je komt hem niet alleen in de westerse cultuur tegen. Net zoals zijn stad Uruk de Mesopotamische veruitwendiging was van de menselijke machtsgreep waren Angkor-Wat dat in het 12e-eeuwse Cambodja en Tenochtitlan in de 15e-eeuwse Aztekencultuur.

Boekenkrant

Die onderwerpingsdrang zit dus heel diep?

“Natuurlijk, vandaar dat de hedendaagse herauten van de Rousseau-romantiek die beweren dat we terug moeten naar het gouden verleden toen de mens nog in vrede leefde met zijn omgeving aan mij een foute klant hebben. Er is nooit een tijd geweest waarin de mens deugdelijk, wijs en in harmonie met de natuur leefde. Natuurlijk leven orale culturen die over minder technologie beschikken op intiemere wijze samen met de natuur, maar zij staan er niet anders in. Zij roeien ook dieren uit, en zij branden ook landschappen plat, misschien niet met opzet, maar het gebeurt wel. Die terug naar de natuur-ideologie gaat ervan uit dat er een soort terugspoelknop op de geschiedenis zit, maar dat is niet zo.”

“En God zeide tot hen: Weest vruchtbaar, en vermenigvuldigt, en vervult de aarde, en onderwerpt haar,” lezen we in Genesis. Hoe belangrijk zijn de monotheïstische godsdiensten van het boek, jodendom, christendom en islam, voor dit verhaal?

“In polytheïstische samenlevingen bestaat dat idee niet. Daarin hangt men een poëtische versie aan van het geloof dat we met iedere stap die we zetten op het territorium van iemand anders treden en dat we dus voorzichtig moeten zijn. Het monotheïsme komt uit West-Azië, uit het Mesopotamië van Gilgamesj dus. De joodse rabbijnen die tijdens de Babylonische ballingschap in contact kwamen met zijn boodschap hebben die in de vijf Mozesboeken overgenomen, net zoals het verhaal over de zondvloed en de bijbelse wetten die heel nauw aansluiten bij de Codex Hammurabi. Alleen was dat onderwerpingsidee toen nog zo schadelijk niet. Mensen hadden maar weinig technologie en alleen hun eigen spierkracht. Ze konden wel een bos omhakken, maar de gevolgen daarvan bleven lokaal. Het idee van de onderwerping werd door Augustinus naar binnen gekeerd. We moeten al het aardse aan onszelf onderwerpen, zei hij, dus ook onze gevoelens, onze lust, onze lichamen en uiteindelijk ook vrouwen en gekleurde mensen. Het theologische systeem werd toen een machtssysteem dat vanaf de industriële revolutie en zeker na WO II met het grootschalige gebruik van aardolie ontwrichtend begon te werken. Wij kunnen een fabriek opzetten en grondstoffen gebruiken. Wat dit met de natuur doet was tot heel recent geen onderdeel van het overleg. In de neoklassieke economie is het dat trouwens nog steeds niet.”

Filosofische grootheden als Kant en Hegel hadden het bijzonder moeilijk om in zwarten volwaardige mensen te zien, toont u. Waarom hebben wij dan altijd het idee dat de verlichting een universalistische beweging was?

“Omdat dit het verhaal was dat ons werd verteld. In de 17e en 18e eeuw was de verlichting een motor van opstand. De middenklasse wou de macht van de kerk en de aristocratie breken. Het argument van de universele menselijke gelijkheid was daarbij heel belangrijk. Een eeuw of twee later heeft die middenklasse haar slag thuisgehaald en wordt haar verhaal een heroïsche stichtende mythe die niet langer de boel wil ondermijnen, maar hem integendeel wil stabiliseren. En dus worden alle rebelse denkers die mee de verlichting maakten, zoals Baron D’Holbach of Julien Offray de la Mettrie weggezet als obscuur of onbelangrijk. Daardoor hebben we een gematigd verhaal geërfd over de verlichting, perfect geschikt om de orde van de nieuwe maatschappij te stutten. We mogen ook niet vergeten dat zowat alle verlichtingsdenkers, met uitzondering van Spinoza en Moses Mendelssohn, netjes christelijk opgevoed waren, vaak door de jezuïeten. Het denken in theologische categorieën was volstrekt normaal voor hen, en dat kreeg om de maatschappelijke stabiliteit te verzekeren gewoon een nieuw etiket opgeplakt. Heilsgeschiedenis werd vooruitgang en de ziel werd de rede, met hetzelfde achterliggende mechanisme, dat je het lichaam moest onderdrukken om rationeel te kunnen zijn. Tot op grote hoogte voeren we vandaag dus nog steeds theologische discussies, zonder ons daarvan bewust te zijn en het is hoog tijd om ons daarvan te ontdoen.”

Hoe doen we dat?

“Door het geloof in de waardigheid van de mens en de morele setting die daaraan verbonden is te ontdoen van zijn aura en zo de leugens van onze eigen maatschappij bloot te leggen. Als je de theologie weghaalt, kom je tot de conclusie dat we een diersoort zijn die niet zo belangrijk is, zeker niet voor de biosfeer. Dan zijn plankton, mieren of schimmels veel waardevoller dan de mens. We moeten onszelf dus gaan zien als deel van het systeem, en dat is niet makkelijk. Wij hebben bijvoorbeeld het beeld van een mens als een individu, waar ik me altijd een marmeren buste bij voorstel, een eenheid, soeverein en naar buiten toe afgesloten. Maar we weten dat mensen zo niet zijn. Wij kunnen bijvoorbeeld alleen overleven omdat er biljoenen bacteriën en virussen in ons leven, misschien wel meer dan we lichaamseigen cellen hebben. Zij zorgen niet alleen dat we voedsel kunnen verteren, maar maken ook de chemie van ons bewustzijn uit. Ons lichaam staat constant in wisselwerking met de rest van de natuur door wat we afstoten van onze huid en inademen uit onze omgeving. We leven dus in symbiose en zijn geen echte individuen. Of neem de vrije wil, nog zo’n theologisch concept. Zonder die vrije wil zou het christendom niet kunnen bestaan. Die garandeert immers dat we kunnen zondigen en dat god ons kan vergeven. De wetenschap toont echter dat het bestaan van die vrije wil hoogst betwijfelbaar is omdat we steeds in een context handelen. Ook op dat vlak leven we dus in een symbiotische relatie met onze omgeving. In de natuurdocumentaires die ik als kind zag werd gezegd dat dieren perfect passen in hun ecologische niche, nooit seks hebben als ze zich niet willen voortplanten en ook nooit iets doden als ze niet willen eten. Totale flauwekul, weten we nu. Maar dat weten we pas dertig of veertig jaar. We hebben dus tienduizenden jaren onze wereld met die beesten gedeeld zonder er iets van af te weten. Dan kun je je ook afvragen hoeveel we in feite van onszelf afweten.”

Wat betekent dit dan concreet? U zei net dat onze economie nog steeds via die oude theologische denkbeelden werkt. Hoe zou een andere economie er dan uitzien?

“Daarin krijgen bedrijven een grotere sociale en ecologische dimensie. Het succes van een bedrijf wordt dan niet meer afgeleid van zijn omzet, maar van de wijze waarop het ageert in een maatschappelijke context, wat het doet voor het dorp waar het gelegen is, of voor de natuur in dat dorp. Het is een kwestie van embedded denken op ieder niveau. Dat maakt al een heel groot verschil. Een halve eeuw geleden waarschuwde men er al voor dat we de samenleving niet als een appendix van de markt mochten zien. Het doel van een bedrijf is winst maken, en zo hoort het ook, maar dat is niet het doel van een samenleving. Die moet werken voor haar burgers en hen uitzicht bieden op het best mogelijke leven. En dat is alleen mogelijk als we onszelf als een deel van de natuur zien.”

Betekent dit ook een andere technologie?

“We kunnen wetenschap en technologie niet achter ons laten. We kunnen niet teruggaan en in kleine dorpjes een paar kippetjes houden.We moeten dus vooruit, met wetenschap en complexe maatschappijen, en dat is ontzettend lastig. Het zou ook met democratie moeten trouwens, maar dat blijkt eveneens ontzettend lastig. Ik ben een grote voorstander van het democratisch beslissingsproces, maar hoe je ingrijpende beslissingen neemt in een systeem dat gebouwd is op compromissen is een grote vraag.”

De Nederlandse rechtsfilosoof Maxim Februari heeft het daar in zijn recente boek Doe zelf normaal ook over. We zeggen steeds vaker dat de planeet dit wil of dat eist, schrijft hij, bijvoorbeeld in de strijd tegen de stikstofuitstoot van de landbouw, waarna drastische maatregelen misschien wel tegen de wil van de bevolking gewoon ingevoerd worden. In hoeverre komt de strijd tegen de klimaatverandering in botsing met onze democratie, stelt hij de vraag. Wat denkt u?

“Dit is een moeilijke kwestie. We leven intussen al zes decennia in een EU-experten dictatuur. Er worden heel veel regels ingevoerd waar wij ons allemaal moeten aan houden en waar wij nooit voor hebben gekozen. Maar we kunnen niet ontkennen dat we daarmee toch wel goed opgeschoten zijn. Ook in een democratie kan zoiets dus perfect. Niet iedereen moet trouwens over alles meebeslissen. Bovendien moet je in een democratie niet 51% van de burgers overtuigen. Misschien is de juiste 15% al voldoende. Mensen wennen trouwens ook heel snel aan veranderingen. Herinner je je nog de heisa toen roken verboden werd in cafés, terwijl vandaag niemand dit nog zou tolereren? Of kijk naar het homohuwelijk. Stel dat je veertig jaar geleden had gezegd dat er een moment kwam waarop mannen met elkaar konden trouwen en kinderen adopteren, dan was dat volslagen absurd geweest, terwijl het vandaag zo normaal is dat zelfs extreemrechtse partijen er geen garen meer bij proberen spinnen. Zinvolle verandering is dus mogelijk binnen de democratie.”

Maar bij de volgende verkiezingen stijgt het aantal proteststemmen wel enorm en beland je in de oppositie.

“Een systeem waarin je beslissingen binnen de vier jaar iets moeten opbrengen omdat je dan herkozen wil worden, is misschien niet het beste in een situatie waarin je beslissingen eeuwenlange gevolgen moeten hebben. Meer zelfs, waarin je de gevolgen van je beslissingen in de komende vijftig jaar misschien niet eens zal merken. Vandaar dat ik wel iets voel voor een systeem zoals David Van Reybrouck dat heeft beschreven in Tegen verkiezingen. Daarin gaan via loting samengestelde burgerraden in gesprek met op dezelfde manier gekozen experts en komen ze samen tot een aanbeveling of een beslissing. Die beslissingen zijn vaak van heel goede kwaliteit omdat de mensen die ze nemen dit niet doen om herverkozen te worden en omdat ze toch heel erg persoonlijk betrokken zijn, want wat ze beslissen grijpt direct in op hun leefwereld en die van hun kinderen.”

Is economische groei wel houdbaar?

“De voorbije decennia is het antwoord op iedere maatschappelijke vraag steeds weer economische groei geweest. Maar dat kan het natuurlijk niet blijven duren. Een economie die drie procent per jaar groeit, is over honderd jaar tien keer zo groot als vandaag. Dat we opeens met zijn allen aan degrowth gaan doen omdat het goed is voor de natuur, lijkt me een utopie. Stel dat Nederland, België of zelfs Europa dat zouden doen, maar India, China of de rest van de wereld niet, dan maakt dit geen enkel verschil.”

En wat met groene groei?

“Het basisprincipe achter groene groei, het ontkoppelen van grondstofgebruik, consumptie en productiviteit heeft nog nooit gewerkt. Er is onlangs een grote studie gepubliceerd, gebaseerd op informatie uit 84 landen en er is nergens een werkend voorbeeld gevonden. Economische groei is dus altijd problematisch, maar hij levert wel geld op. En dat hebben we nodig, want een democratie kost veel. Een parlement, justitie, de politie, je moet het allemaal in stand houden, om van de pensioenen en de sociale zekerheid nog maar te zwijgen. Waar komt dat geld vandaan als we niet meer groeien? Ik weet het eerlijk gezegd niet, en als er iemand is die het wel weet, mag hij me altijd contacteren.”

De mens heeft zichzelf millennia lang als een koning boven de natuur geplaatst, merkt u terecht op, maar vindt u niet dat hij vandaag wel heel gewillig afstand lijkt te willen doen ten voordele van AI?

“AI is een systeem dat zelfstandig kan leren en oplossingen formuleren waarbij geen mens meer weet welke weg is afgelegd om tot die oplossingen te komen. Kun je regels inbouwen die garanderen dat je AI altijd de menselijke belangen voorop zal stellen? Ik hoop van wel, want anders zit je met een systeem dat zijn eigen doelen gaat nastreven. Vandaar dat ik onderscheid zou willen maken tussen twee soorten AI. Er is AI die ons helpt bij het vinden van oplossingen voor wetenschappelijke problemen, zoals het vouwen van proteïnen bijvoorbeeld. Die lijkt me heel nuttig. AI die werkelijk beslissingen treft is iets heel anders. Het lijkt me iets als geo-engineering. Het lijkt simpel, maar je grijpt wel in in een system waarvan je de complexiteit niet begrijpt. Dat lijkt me gevaarlijk en potentieel zelfs rampzalig. We weten niet wat dit ingrijpen 300 jaar later of 300 kilometer verder zal veroorzaken. En ook hier geldt dat je niet kunt teruggaan in de geschiedenis.”

U eindigt uw boek met een vraag, wil de mens wel bevrijd worden uit zijn comfortabele plek boven de natuur. Wat denkt u zelf?

“In een woord: nee. Een van de grote misverstanden van de verlichting is dat we rationele wezens zijn. Stel dat dit zo was, dan konden ze de hele reclame-industrie wel opdoeken. Ik denk dat we vooral behoefte hebben aan de geborgenheid die een groep biedt. Als die zegt dat iets goed is, sluiten de meeste mensen zich daar automatisch bij aan. Je mag niet vergeten dat vrijheid ontzettend vermoeiend is.”

Philip Blom (Hamburg, 1970) Zoon van een Duitse vader en een Nederlandse moeder. Studeerde filosofie, geschiedenis en judaïstiek in Wenen en Oxford, waar hij in 1996 promoveerde op een proefschrift over Nietzsche. Debuteerde in 1995 met de (Engelstalige) roman The Simmons Papers.

Is een van de meest geliefde hedendaagse cultuurfilosofen die in boeken als De duizelingwekkende jaren (2009), Het verdorven genootschap (2010) en Alleen de wolken (2014) op zoek gaat naar de historische crisissen die het westerse denken hebben getekend.

Liefhebbert graag in de journalistiek (The Independent, Die Zeit, Frankfurter Allgemeine) en schreef zelfs het libretto voor een opera, Soliman, op muziek van Joost van Kerkhooven. Woont sinds 2007 in Wenen.

Eerder verschenen in De Morgen