"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Jezus in christendom en islam

Zondag, 16 mei, 2021

Geschreven door: Eduard Verhoef
Artikel door: Marijke Laurense

Een nog altijd smeulende religieuze controverse

De schrijver

[Recensie] Eduard Verhoef (1943) studeerde theologie en semitische talen en promoveerde indertijd op de oudtestamentische citaten in Paulus’ brief aan de Galaten. Na een loopbaan als gereformeerd predikant ging hij Arabisch studeren. Dat liep in 2015 uit op een goed ontvangen vertaling van de Koran en een uitleg daarbij.

De thematiek

De christenen hebben Jezus en de moslims Mohammed. Minder algemeen bekend is dat Jezus (‘Īsā), als messias en zoon van Maria ook in de Koran een vooraanstaande rol speelt. Veel van wat daar over hem verteld wordt, sluit goed aan bij de verhalen uit het Nieuwe Testament: hij wordt op wonderbaarlijke wijze geboren uit de maagd Maria, God heeft hem bij zich in de hemel opgenomen en hij heeft nog belangrijk werk te verrichten op de komende dag des oordeels.

Pf

Maar er zijn ook verschillen. Zo kan Jezus in de Koran als baby al spreken en boetseert hij uit klei echte vogels – wonderen waarover het apocriefe ‘kindheidsevangelie’ van Thomas overigens eveneens ­verhaalt.

Naast zo’n aardig extraatje spreken de christelijke en islamitische versie van Jezus elkaar op een aantal punten echter ook faliekant tegen. Zo is Jezus met zijn barmhartigheid, opoffering en liefde volgens de Koran weliswaar een groot profeet, maar is er geen denken aan dat hij de zoon van God, zelf God of onderdeel van een goddelijke ­drie-eenheid zou zijn: er is immers maar één God. Punt. Evenmin zou hij aan het kruis gestorven zijn: God heeft er namelijk voor gezorgd dat er iemand anders in zijn plaats gekruisigd is. Ja, en met zulke ­meningsverschillen over letterlijk cruciale feiten en leerstukken kan een vreedzame interreligieuze dialoog inderdaad knap lastig ­worden.

Opvallendste stelling

Toch is die tegenstelling niet zo absoluut en vanzelfsprekend als vaak gedacht, zo blijkt als Verhoef inzoomt op de geschiedenis van het vroege christendom, toen Jezus’ goddelijkheid bepaald nog geen uitgemaakte zaak was.

Lang niet al zijn vroege, joodse volgelingen (zoals de ebionieten) konden Jezus’ (hellinistische) vergoddelijking verenigen met de joodse wet en ook de Alexandrijnse priester Arius verzette zich aan het begin van de vierde eeuw fel tegen het idee dat Jezus God was. Tijdens de concilies van Nicea (325) en Chalcedon (451) werd het conflict beslecht ten gunste van het dogma van de drie-eenheid – wie daar niet aan wilde, werd geëxcommuniceerd. Waarop een aantal dissidenten (arianen, nestorianen en monofysieten) de wijk nam naar het oosten en het Arabische schiereiland, alwaar zij met hun ‘ketterse’ christologie begin zevende eeuw hun stempel zouden gaan zetten op het Jezusbeeld in de Koran. En dat vloekt daardoor inderdaad soms flink met dat van de ‘conciliechristenen’. Maar buiten de joods-christelijke, Bijbelse traditie? Nee.

Belangrijkste argument

“Opgemerkt moet worden dat de discipelen nergens in de drie synoptische evangeliën Jezus als God beschouwen. […]. Ook Paulus, eveneens van joodse komaf, noemt ­Jezus nergens God.”

Redenen dit boek niet te lezen

Met Kuitert stelt Verhoef dat alle spreken over boven van beneden komt: de keuze, destijds, voor het dogma van de drie-eenheid zou zelfs vooral politiek gemotiveerd zijn. Dus als die leerstelling (of die van Maria als moeder Gods) u hoogst heilig is, dan heeft u weinig bij dit boek te zoeken. Dat geldt eveneens voor wie de Koran uitsluitend ziet als een goddelijke openbaring en niet ook als een boek met een menselijke, aardse geschiedenis.

Redenen dit boek wel te lezen

Verhoef werpt een informatieve en verkoelende blik op een nog altijd smeulende religieuze controverse. Hij peutert een belangrijke angel uit de oude, bijkans onnavolgbare kwestie van Jezus’ goddelijkheid. Mooi is dan toch ook, dat hij pal blijft staan voor zijn geloof in ­Jezus’ historische kruisdood en de verlossende en verzoenende ­betekenis daarvan: wat dat aangaat, zaten Mohammed en de (christelijke) nestorianen er volgens hem toch echt naast. Gespreksstof te over dus. Ook in eigen kring.

Eerder verschenen in dagblad Trouw en op Marijke Laurense