"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Jezus. Zijn verhaal

Zondag, 23 juli, 2017

Geschreven door: Antoon Vos
Artikel door: Wolter Huttinga

Het loontje maakt het boontje

Recensie van Antoon Vos: Jezus. Zijn verhaal

De auteur

Antoon Vos (1944) was jarenlang universitair docent systematische theologie te Utrecht en is tegenwoordig hoogleraar historische theologie aan de Evangelisch Theologische Faculteit in Leuven. Vos is een nationaal en internationaal vermaard kenner van de middeleeuwse scholasticus Johannes Duns Scotus.

Thematiek

Ons Amsterdam

Vos behandelt in dit boek diverse bekende verhalen over het leven van Jezus. De hoofdstukken doen aan als preken of meditaties die tot essays zijn uitgewerkt. De tekst op de achterflap van het boek doet vermoeden dat het Vos te doen is om een betoog over de historiciteit van de bijbelverhalen over Jezus, maar het boek zelf probeert toch vooral de lezer mee te nemen in een soort emotionele betrokkenheid bij Jezus’ eigen emoties en handelingen. Een stichtelijk werk dus.

Tegelijk bieden de concrete verhalen over Jezus voor Vos steeds gelegenheid om inzicht te geven in de manier waarop het christendom de wereld en het denken veranderde. Naast het stichtelijke karakter heeft het boek, voor wie er oog voor heeft, ook een godsdienst- en cultuurhistorisch karakter.

Boeiende stelling

Die cultuurhistorische laag van het boek is behoorlijk interessant en gewaagd. Zo hoor je Vos al snel beweren dat er vóór het christendom geen ‘individualiteit’ bestond. Dat is dan christelijke uitvinding nummer één. Later lezen we dat ook het ‘menselijk hart’ een christelijke uitvinding is, waarmee hij uiteraard doelt op dingen als compassie en mededogen. Een doordenker vanjewelste is het, als hij poneert dat met Jezus zelfs “de humaniteit uit den hoge op ons neerdaalt”.

Aan het eind van het boek licht hij deze gedachten in een uit de hand gelopen reuzenhoofdstuk uitgebreid toe. De antieke wereld, zo betoogt Vos, was een wereld van tragische noodzakelijkheid. Pas met het christendom komt er de werkelijke mogelijkheid van iets ‘nieuws’, van ‘contingentie’. Zo is Vos weer terug bij zijn geliefde Duns Scotus, die hij in zijn andere boeken graag als de meester van deze denkwijze opvoert. De lezer houdt hij intussen voor dat er zonder ‘Jezusgeschiedenis’ ook geen moderne techniek geweest zou zijn. Geen bril, geen molen en geen uurwerk. Het christendom als katalysator van de moderniteit, het blijft een uitdagende gedachte.

Taalgebruik

Helaas wordt alles wat interessant of stichtelijk aan dit boek zou kunnen zijn teniet gedaan door Vos’ bizarre stijl. Hier kun je je echt niet meer beroepen op de stelling dat ‘smaken verschillen’. Vos schrijft gewoon erg slecht. Als lezer van dit boek voel je je een soort psychoanalyticus die de gedachtenspinsels van de cliënt op de sofa aanhoort zonder in te mogen grijpen. Een ‘jolige’ woordspeling buitelt over een archaïsche formulering die weer buitelt over een studeerkamerwijsheid. Het tolt in het hoofd van de auteur en de lezer krijgt het allemaal opgediend. Vooral zijn pogingen om geestige aforismen te noteren zijn afwisselend hilarisch en tenenkrommend:

“Het is niet alleen je eigen schuld, dat je een dikke bult hebt, maar als je een dikke bult krijgt, weet je ook, dat je schuldig staat. Boontje komt om zijn loontje, maar het loontje vertelt ook wat een boontje is. Het loontje maakt het boontje.” Even later komt het ogenblik dat “de vlam van het mededogen in de pan van het hart van Jezus slaat”. Heel ergerlijk is ook zijn regelmatige staccatostijl: “Mensen matten elkaar af. Zij maken een doolhof van hun leven. Dan komt God. Er is er ééntje die het weet. Die komt om orde op zaken te stellen. Die komst geeft de maat aan. Zijn daden geven ook een raadsel op. Dat raadsel moet ontcijferd worden. De oplossing is aan de intocht van de Koning af te lezen. Hij komt op bezoek.” Dat is geen schrijven meer, dat is raaskallen.

Reden om dit boek niet te lezen

Ik kan me voorstellen dat Vos een bewogen en inspirerende prediker is. Dit boek zakt echter helaas voor het examen ‘boek’. Het zijn op papier gekwakte gedachtenspinsels.

Reden om dit boek wel te lezen

En toch merk je door al die wiebelige taal heen de geraaktheid van de schrijver als hij het over Jezus heeft. Vos is uitermate bewogen door Jezus’ bewogenheid. Grappig genoeg slaagt zelfs dit malle boek er nog in om van die passie iets over te dragen. Of het nu paus Franciscus is of Antoon Vos: van Jezus’ bewogenheid kunnen ze allebei getuigen.

Ook verschenen in Trouw


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.