"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Kamers antikamers

Vrijdag, 17 april, 2020

Geschreven door: Niña Weijers
Artikel door: Nathalie Brouwers

Schrijfster zoekt verhaal

[Recensie] Niña Weijers (Nijmegen, 1987) schreef een tweede roman. En dat zullen we geweten hebben: met Kamers antikamers heeft Weijers het over het schrijverschap an sich: een schrijfster, het ik-personage, krijgt van een rijke weduwe een statig herenpand aangeboden om enkele jaren in te wonen zodat ze zich kan toeleggen op haar creatieve kant. Dat komt er echter niet zo makkelijk van. De naamloze schrijfster vindt het verhaal niet dat ze wil schrijven en schrijft dan maar fragmenten uit haar leven op. We mogen meekijken met haar vriendschappen, vooral met vriendin M, haar relaties, haar verliefdheden, haar vreugdes en haar verdriet.

Het is geen gemakkelijk boek geworden: de fragmenten kunnen als aparte verhalen beschouwd worden en schuiven in de tijd door elkaar heen; je weet niet zeker wanneer wat is gebeurd want je kent de chronologie niet helemaal van de belevenissen van de schrijfster in kwestie, ook al zie je wel een aantal dingen van het begin terugkomen in het laatste deel. Daarnaast speelt Weijers nog een ander spel met de lezer: wat heeft de schrijfster verzonnen en wat is er ‘echt gebeurd’ in haar leven. Daar heb je ook wat het raden naar. Het zet je als lezer wel aan het denken; zowel het zogenaamde meta-niveau als de structuur van het boek. Je mag meekijken in het hoofd van een schrijfster, waarvan je wel veronderstelt dat het van Weijers zelf is, en krijgt zo de vraagtekens voorgeschoteld die zij tegenkomt bij het schrijven van een boek.

Daardoor is het boek gebaseerd op waarheid en geloofwaardigheid, ook al kan het heel goed allemaal gefictionaliseerd zijn. Het belangrijkste aspect uit alle fragmenten, is het zoeken naar elkaar en het elkaar terug verliezen. En hoe we gelukkig kunnen worden. Toch is dit boek volgens mij als kunstvorm bedoeld en niet als een echt ‘verhaal’. De zeggingskracht die Weijers aan de dag legt, blijft soms ook nazinderen, hoewel de schrijfstijl niet erg opvallend is en eerder rustig, zonder enige franje. De voortdurende twijfel die een auteur moet voelen over hoe zij/hij een roman moet schrijven, is het belangrijkste dat hier naar boven komt. Haar vriendin M. is tegelijkertijd met haar een boek aan het schrijven waarin zij een personage zou worden.

Dit boek zal niet voor iedereen iets zijn, en ik vond er zelf niet altijd de nodige ontspanning in maar wel de spanning hoe de schrijfster uiteindelijk door het aan elkaar vijzen van haar fragmenten tot haar resultaat gekomen is, namelijk deze roman. Niet om weggeblazen door te worden, maar wel een knap staaltje aan schrijftechniek. Al met al een mooi bij elkaar geschreven werk!

Kookboeken Nieuws

Eerder verschenen op Hebban