"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Käsebier verovert de Kurfürstendamm

Vrijdag, 18 oktober, 2019

Geschreven door: Gabriele Tergit
Artikel door: Tea van Lierop

Opkomst en ondergang van een volkszanger

[Recensie] Nog nooit van Käsebier gehoord? Toch was deze zanger, entertainer een hype in Duitsland. We hebben het over 1931, in dat jaar zag romanpersonage Käsebier het licht in Tergit’s debuut. Het boek gaat over Berlijn, vele personages passeren de revue, maar Berlijn is waar het allemaal om draait. Vertaler Kees van Hage schreef een helder nawoord waarin tijdsbeeld en achtergrond aan de orde komen, tevens legt hij accenten op enkele details die misschien niet elke lezer opvielen.

In een tijd waarin internet haar intrede nog niet gedaan heeft gaat nieuwsverspreiding via kranten en de radio. Hoofdstuk één zet je meteen middenin een Berlijnse wijk waar de Berliner Rundschau zetelt, het gonst er van de medewerkers en de berichten. Het gebouw is getooid met grote beelden van Mercurius en Minerva en staat gedeeltelijk leeg. De wijk zelf begint wat in het slop te raken, er hangen plakkaten met ‘Seizoensopruiming’ en ‘Nu nog goedkoper!’. In enkele zinnen weet de auteur een sfeer op te roepen waarin je je in de stad waant en graag een kopje koffie meedrinkt in de konditorei. Trefzeker schetst de auteur verder; de belangrijkste personages komen in beeld, de stoet met minder prominente voorbijgangers wordt bij naam genoemd, maar speelt vaak een bijrol. Het duurt even voordat het duidelijk is welke namen de regie uitmaken en op welke manier.

De stijl is net als de krantenberichten, vaak kort maar krachtig en er zijn vele dialogen. Het is even wennen aan de flitsende manier van vertellen, vooral de vele wisselingen van ‘decor’ vergen een dynamische manier van lezen. Deze schrijfstijl zorgt er ook voor dat het even duurt voor het duidelijk is wie de protagonist zou kunnen zijn. In het nawoord wordt over de personages een suggestie gedaan. Ik kon me goed inleven in Miermann, een iets oudere auteur die in tegenstelling tot vele anderen, een menselijk gezicht heeft. Echt gewaardeerd wordt hij niet, er zijn steeds anderen die hem zijn succes niet gunnen, misschien is hij te goed voor deze wereld.

Het enorm dichtgeweven Berlijnse web zit vol individuen, gezinnen, familie, zakenrelaties, sociale relaties, rivalen en gehuwden die het met echtelijke trouw niet zo nauw nemen. De titel doet vermoeden dat Käsebier het hoofdpersonage is. Hoewel hij belangrijk is lijkt hij meer op een ster die tijdens het rijzen al gedoemd is te vallen. Hij wordt vooral gebruikt als middel om geld mee te verdienen. Wanneer iemand hem bij toeval ontdekt wordt hij een product dat gekneed kan worden en uitgeperst. Als een waaier zwermen de profiteurs om Käsebier heen, de projectontwikkelaars, de recensenten, de politiek en ook zijn vrouw – die zo tevreden was in haar keuken waar je gezellig kan vertoeven en eten – wordt hebberig.

Kookboeken Nieuws

Intussen zijn de nieuwsberichten niet zo rooskleurig, er zijn niet mis te verstane signalen dat het nazisme aan invloed wint. Ook de personages hebben een mening over waar het naar toe moet met het land. Grote groepen mensen leven in armoede, zijn werkloos, je merkt het aan warenhuizen die minder verkopen, aan grote huizen die leeg komen te staan. De beurskrach van 1929 was de genadeslag voor de toch al kwetsbare Duitse economie na het verlies van WOI. In dit Duitsland, in dit Berlijn blijft de auteur inzoomen op menselijke, maatschappelijke en zakelijke relaties. Soms ironisch, soms vilein, maar ook met humor. Wanneer er een feest gegeven wordt bij de chique Margot Weissmann is het een drukte van belang bij de garderobe en wordt een geweldig beeld geschetst van vrouwen die elkaar ‘observeren’

“[…] Zo had mevrouw Muschler gesproken aan de telefoon, maar al in de garderobe begon de teleurstelling, niet alleen voor mevrouw Muschler. Een vrouw alleen is altijd mooi. Maar veel vrouwen bij elkaar, dat geeft problemen. Voor de spiegel thuis is alles betoverend. In het roze met parels, gepoederd voor de toilettafel thuis, zegt ieder Eva: ‘Heel goed’ tegen zichzelf, maar daar werd ze verre overtroffen door Käte, de Messalina in zwarte tafzijde, en zeker door de in lichtblauwe ruches gehulde tulelampion Hannelore! Erger nog: de helft droeg roze. Dertig vrouwen dachten: roze was een vergissing.”

Käsebier moet een eigen theater hebben vinden projectontwikkelaars. Er zou een megalomaan project komen met een theater, winkels en een fors aantal grote woningen voor de verhuur. Rendement verzekerd! In het traject van de besluitvorming komt de ware aard van de mens naar boven. Alles wordt uit de kast getrokken om zichzelf te verrijken, meestal ten koste van anderen. De auteur fileert nauwgezet de stappen die betrokkenen zetten en laat zien hoe zelfverrijking in zijn werk gaat. Vriendjes bij de gemeente, huwelijksbanden, bij iemand in het krijt staan zijn voorbeelden van instrumenten die helpen bij het bereiken van het doel: kapitaal en macht. Het hele proces laat zich vergelijken met de opkomst van het nazisme, mensen die je tegen kunnen spreken worden uitgeschakeld en er wordt een stevig, profijtelijk netwerk op gebouwen met mooie praatjes. 

Hoe het project afloopt en wie de winnaars en de verliezers zijn staat allemaal aan het einde van de roman en het laat zich raden hoe dit ongeveer zal geschieden. Maar de auteur heeft behalve haar, soms wat zakelijke, stijl nog wat andere munitie. In de noten staan per hoofdstuk verklaringen en verwijzingen, naar literatuur, mythologie, politiek enzovoort, deze geven het boek een extra laag mee en wat ik opvallend vind is het omgaan met de dood en ook dat de dood een erg belangrijke plaats heeft in het verhaal. Je zou hem als metafoor zien voor Duitsland dat meerdere malen de dood in de ogen zag.

In het nawoord staat een opmerking die de auteur zo raakte dat ze besloot deze roman te schrijven en dat ze gedreven werd blijkt uit het feit dat ze het boek in slechts 6 weken schreef. Tijdens het herstellen van een operatie in Vorarlberg:

“Ik lag in de lighal. De dame naast mij zei: ’Mooi hotel, hè?’
‘Ja’, zei ik, ‘heel mooi hotel. Ik wou eigenlijk naar Zwitserland.’
‘Daar kunt u niet naartoe, Zwitserland is helemaal verjoodst.'”

Raad ik het boek aan? Ja, niet voor een snelle lezing, maar een verhaal waarin je gaat zitten, meeloopt door de straten en pleinen van Berlijn, de dreiging voelt van het naderend onheil en waarin je met bewondering kijkt naar het werk van een krachtige vrouw die geweldig kon observeren. 

Eerder verschenen op Metdeneusindeboeken

Boeken van deze Auteur: