"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Katholiek in de Republiek

Zondag, 1 maart, 2020

Geschreven door: Carolina Lenarduzzi
Artikel door: Jan van Hooydonk

Katholieke overlevingskunst

“Godt heeft ons gheschapen om Christo te dienen. Maar ghy beneemt ons al ons vrije exercitie. Ergo ghy dwinght ons in ons ghemoet”, zo schreef de katholieke polemist Aernout van Geluwe in 1650.

[Signalering] Hij legde daarmee de vinger op de zere plek: in de Republiek der Nederlanden heerste weliswaar vrijheid van geweten, maar alle publieke uitingen van katholicisme waren verboden. De roomsen moesten hun kerkgebouwen afstaan aan protestanten, kloosters werden gesloten, de openbare viering van de heilige mis was verboden. Het katholicisme was van dominante cultuur een marginale subcultuur geworden. Katholieken waren in menig opzicht tweederangsburgers geworden, maar waren zij daarmee alleen maar passieve slachtoffers? Historica en juriste Carolina Lenarduzzi laat in haar boek Katholiek in de Republiek een geheel ander beeld zien, dat van een creatieve minderheid die op tal van manieren er in slaagde haar identiteit te handhaven en soms zelfs te versterken.

Lenarduzzi focust niet op het kerkinstituut maar op de belevingswereld van ‘gewone gelovigen’ in de periode 1570-1750. Zij baseert zich daarbij op een schat aan bronnen: dagboeken, brieven en andere egodocumenten. Een bijzondere plaats in het boek wordt ingenomen door de ‘kloppen’. Onder die naam staan de gemeenschappen van vrome vrouwen bekend die zich her en der in de Hollandse steden formeerden. De activiteiten van deze “roomse olievrouwtjes” waren van wezenlijk belang voor het voortbestaan van de katholieke identiteit.

Carolina Lenarduzzi schreef een buitengewoon boeiende en belangwekkende studie, die ook nog eens leest als een trein. Ook de fraaie illustraties mogen genoemd worden.

Boekenkrant

Eerder verschenen in Volzin

Recensies lezen over Katholiek in de Republiek? Volgens Jos Palm werden Nederlandse katholieken tot begin 20ste eeuw door de elite geclassificeerd als ‘bijwoners’. En Marijke Laurense vat het samen als een verrukkelijk boek.