"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Katholiek in de Republiek 

Zondag, 18 december, 2022

Geschreven door: Carolina Lenarduzzi
Artikel door: Quis leget haec?

Interessante inkijk in de belevingswereld van een religieuze minderheid

[Recensie] Katholiek in de Republiek is de pakkende titel van dit boek van jurist en historicus Carolina Lenarduzzi. Zij promoveerde in 2018 aan de universiteit Leiden op een historisch proefschrift over de katholieke subcultuur in de Republiek en dit boek is de prima leesbare versie daarvan voor een wat breder publiek.

Wellicht mag de grondslag bekend zijn. Na de Nederlandse Opstand tegen hun landsheer Filips II werd in het noorden de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden gevormd. Vanaf het jaar 1580 werden daarmee een aantal anti-katholieke edicten uitgevaardigd die de grondvesten onder het bestaan van overtuigde katholieken deed schudden. Ze mochten hun geloof niet meer in het openbaar belijden en moesten toezien hoe hun belangrijke rituelen en symbolen als “paapsche superstitien ende affgoderie” werden geweerd en hoe hun heilige objecten het mikpunt van spotternij en vandalisme werden.

De aanleiding voor de studie en dus voor dit boek was het paradoxale samengaan van het verbod op de uitoefening van het katholieke geloof en het bestaan van een bloeiende katholieke gemeenschap. Lenarduzzi wil beschrijven wat een inwoner van de Republiek tot een katholiek maakte en dat doet ze aan de hand van een aantal egodocumenten, variërend van particuliere kronieken en dagboeken tot poëzie en liederen.

Franciscus Dusseldorpius
Het boek is verdeeld in drie delen. Het eerste deel, Van mainstream naar marginale cultuur, onderzoekt de marges waarin katholieken nog zichzelf konden zijn. Hun kerken en kloosters kregen andere bestemmingen maar er verschenen bijvoorbeeld schuilkerken. Katholieke bestuurders werden verbannen en anderen, zoals de priester Franciscus Dusseldorpius (1567-1630) emigreerden zelf. Dusseldorpius liet een aantal jaarboeken na waaruit vaak geciteerd wordt. Hij beschrijft het bestaan van glippers, de katholieken die liever in ballingschap gingen dan onder het juk van de ‘ketters’ te moeten leven. Ook worden in dit deel de katholieke herinneringsculturen beschreven en hoe die nog steeds een rol speelden in het dagelijks leven. Het gaat dat om de verbeelding van het verleden, processies en bedevaarten die nog steeds plaatsvonden en de religieuze objecten die nog overal werden verborgen.

Pf

Het tweede gaat dieper in op De katholieke gedragscode. Hoe kijken de katholieken naar de wereld en hoe bewegen ze zich hier in? Alle vanzelfsprekende rituelen moesten immers heroverwogen worden. Een priester kon niet zomaar over straat:

“De vanuit Gouda naar Amsterdam gevluchte broeder Wouter Jacobz noteerde in 1572 in zijn dagboek, dat priesters zieken bezochten ‘in vrouwencleeder […] om tselfde den guesen te verduysteren.”

Lenarduzzi gebruikt veel van dergelijke voorbeelden en dat maakt het tot een levendig boek. Er staan ook langere fragmenten in en dan moet u zich even concentreren op het taalgebruik, er wordt geen vertaling bijgegeven. In dit deel merken we ook hoe belangrijk de muziek is in het katholieke geloof. De liturgische gezangen verloren hun gebruikelijke setting en veel expertise ging verloren. Dat was van belang, want kosteres Tryn Oly (1585-1651), uit wiens geschriften ook vaak wordt geciteerd, gaf aan dat muziek belangrijk was voor de aanwas van nieuwe katholieken:

“Weyntgen Hendriks, bijvoorbeeld, besloot haar wereldlijke leven vaarwel te zeggen toen de ‘soeticheyt des gesank’ en de ‘lieffelicheit der spelende instrumenten’ van de Haarlemse maagden haar ziel raakten.”

Jansenisten
Het derde deel tenslotte heet Dynamiek en gaat over het feit dat de katholieke gemeenschap en haar gedragscode geen statische maar dynamische grootheden zijn. Ze zijn onderhevig aan beweging en verandering, zowel intern als extern. Een voorbeeld hiervan is het schisma dat ontstond tussen rooms-katholieken en jansenisten. Ben je al een onderdrukte groep, moet je nog uitmaken of je wel in de juiste onderdrukte groep zit. Dat onderdrukte gevoel kwam er ook wel eens uit en katholiek geweld kwam dan ook voor. De Kroniek van het Sint Geertruyklooster beschreef tot in detail hoe de Bossche stadhouder Martinus Achterdijck in 1673 aan katholiek geweld ten prooi viel. Er overkwam hem van alles:

“Maer oock verschijnde slaegen, soo binnen als buijten de deure bij hem ontfangen, hem noch geïnfligeert was een seer periculeuse wonden int hooft, penetrerende tot in het pericranium, ende alnoch een diepe steeck met een moortpriem int dick van sijn lijff.”

U heeft meteen een idee van al die fragmenten en hoe ze te lezen. Aparte vermelding verdienen de prachtige illustraties in het boek, soms over twee pagina’s. Het is een zeer interessante inkijk in de belevingswereld van een religieuze minderheid die zich toch behoorlijk liet gelden.

Eerder verschenen op Quis leget haec?