"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Keizers van Rome

Woensdag, 14 april, 2021

Geschreven door: Suetonius
Artikel door: Quis leget haec?

Die levens waren nogal tumultueus

[Recensie] Ik kocht naar aanleiding van de Week van de Klassieken het boek Keizers van Rome van Suetonius. Een handig overzicht van twaalf keizers, beginnend bij Julius Caesar en eindigend bij Domitianus. We hebben het dan over een regeerperiode van ongeveer 49 v. Chr. – 96 na Chr.

Het moet gezegd, na het lezen van dit boek valt Balkenende als ‘machthebber’ ineens reuze mee [De recensie is uit 2010/red.]. Caesar heb ik natuurlijk bestudeerd via de Asterix & Obelix, Nero had iets van doen met een brand in Rome, Caligula was uitzonderlijk wreed ten opzichte van zijn medemens maar daar bleef mijn kennis een beetje steken. Dit boek biedt een mooie chronologie, waarin ook minder bekende keizers als Galba, Otho, Vittelius en Vespasianus aan bod komen.

Suetonius is redelijk consistent in zijn beschrijvingen. Ieder hoofdstuk begint met een kort overzicht van het leven van de keizer tot aan de troonsbestijging. Daarna gaat het over het gedrag en de gewoontes tijdens de regeerperiode tot aan de dood van de keizer. Suetonius wordt wel vergeleken met zijn collega Tacitus, maar deze laatste was meer een geschiedschrijver die de keizers in grote, historische gebeurtenissen beschreef, waar Suetonius meer een biograaf is. Hij focust zich op de persoon en laat historische gebeurtenissen alleen een rol spelen als deze bijdragen tot meer kennis van het leven van het onderwerp.

Die levens waren nogal tumultueus. In veel gevallen verloopt de weg naar het keizerdom via vele veldtochten, openbare functies, stroopsmeerderij en kuiperijen. Het voert te ver om in een recensie alle keizers te beschrijven maar een aantal verhalen wil ik u niet onthouden.

Boekenkrant

Julius Caesar bijvoorbeeld had twee kanten. Hij is zo ver gekomen door een nietsontziende houding op het slagveld en door met ijzeren vasthoudendheid zijn doelen na te streven. Aan de andere kant stond hij bekend om zijn hang naar luxe en zijn verwijfde kleren. Een dappere ijdeltuit dus.

Augustus is zijn opvolger. Een man die trouw is in zijn vriendschappen; er vallen maar weinig mensen in ongenade. Toch dwingt hij zijn voormalig bondgenoot Marcus Antonius tot zelfmoord en vermoordt hij diens kinderen. En passant brengt hij ook Caesars zoon om. Hij voert een ijzeren tucht door in zijn leger. Suetonius schrijft:

“Aan alle soldaten van het tiende legioen gaf hij oneervol ontslag wegens insubordinatie. Evenzo gaf hij andere legioenen die op hoge toon groot verlof vroegen hun ontslag met inhouding van de gebruikelijke toelage bij het verlaten van de dienst. Als bepaalde cohorten van hun plaats waren geweken, decimeerde hij die en gaf hij hun gerst te eten. Centurio’s die hun post hadden verlaten liet hij net als gewone soldaten ter dood brengen.”

Hoewel je hiermee niet goed vrienden maakt sterft hij uiteindelijk een zachte dood, bijna 76 jaar oud.

Na Augustus en Tiberius volgt Caligula, ofwel ‘soldatenlaarsje’. Dit heerschap is het vreselijkste jongetje van de klas. Hij kondigt hongersnood aan en sluit de graanschuren. Hij laat talloze mensen martelen en voor de beesten gooien. Hij laat bergen goudstukken in een zaal storten om er zich in rond te wentelen en hij had een consulaat in petto voor zijn favoriete paard. De blaag is dan nog geen dertig jaar oud. Dat zal hij ook niet worden, hij wordt op zijn 29e vermoord.

Dan volgen Claudius en daarna Nero. Bij Nero lijken er ook een paar steken los. Zo hield hij van straatschenderij en sloeg ’s nachts, verkleed, mensen in elkaar, brak hij in winkels in en roofde ze leeg. Hij regeerde minder en minder en gaf steeds meer toe aan luxe:

“Hij dobbelde om vierhonderdduizend sestertiën per oog van de dobbelsteen. Vissen deed hij met een net met gouden rand en draden van purper en scharlaken. Als hij op reis ging, had hij volgens de verhalen nooit minder dan duizend wagens bij zich. De hoeven van zijn muildieren waren met zilver beslagen en zijn muilezeldrijvers waren gekleed in wol van Canusium.”

Nero was ook wreed. De pagina’s 344-346 worden gebruikt om te beschrijven wie er zoal uit zijn naaste omgeving werd omgebracht. Suetonius beschrijft zelfs hoe Nero de vrouw doodt van wie hij het meest gehouden heeft. Geen fijne verhalen.

Het laatste sextet keizers zijn de minder bekende keizers. Vaak omdat de regeerperiode kort is. Galba heeft maar 7 maanden geregeerd voordat hij door Otho vermoord wordt. Die roept zichzelf tot keizer uit, maar een andere veldheer Vitellius, was ook al tot keizer uitgeroepen in Germanië. Vitellius wint uiteindelijk en Otho pleegt zelfmoord. Met Vitellius loopt het zeer slecht af, hij wordt vreselijk gemarteld en in de Tiber gegooid. Vespasianus en Titus volgen en sterven beiden een natuurlijke dood. Domitianus tenslotte herstelt de traditie. Hij maakt zich weer ouderwets gehaat en geeft uitgebreid toe aan wreedheid en hebzucht waarvoor ook hij wordt vermoord.

Het is een boek waarin een hoop voorbij komt. Wat opvalt is vaak de consistente ontwikkeling van veel keizers. Vaak beginnen ze trouw, lankmoedig in hun oordeel, vergevingsgezind. Toch kunnen ze vaak op termijn geen weerstand bieden aan rijkdom en wreedheid. Dat zijn dus thema’s die frequent terugkomen. Suetonius is vaak stellig in zijn uitspraken. Hij stelt dat Nero de grote brand in Rome heeft veroorzaakt, waar Tacitus dit als een mogelijkheid of gerucht aangeeft. Anderzijds heeft Suetonius ook een onderzoekende aard en voert hij, zeker in het begin, verschillende brondocumenten aan waaruit hij zijn informatie haalt. Opvallend zijn de beschrijvingen van de vele voortekenen die keizers zien als hun dood wordt aangekondigd, zoals donderklappen bij heldere hemel, standbeelden die in tranen uitbarsten en ingewanden die “gelezen” worden. Als kind van zijn tijd stelt Suetonius geen vragen bij dergelijke voortekenen, hij vermeldt ze slechts. Het is een informatief boek, vol gruwelijke maar ook vermakelijke details. Het wordt duidelijk hoe de levens verlopen en hoe een opvolger aan de macht komt. Achterin het boek staat nog een overzicht van Romeinse ambten en termen, een namenregister, een stamboom van het Julisch-Claudische huis en een uitgebreid notenapparaat. Dit boek leent zich prima om nog eens na te slaan voor wat achtergrondinformatie.

Eerder verschenen op Quis leget haec?