"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Kerkgebouwen

Donderdag, 18 februari, 2021

Geschreven door: Albert Reinstra, Frank Strolenberg
Artikel door: Evert van der Veen

Een nieuw leven voor kerken

[Recensie] “Honderden kerken worden huis of kantoor; de herbestemming neemt een vlucht” luidde de kop van een artikel in dagblad Trouw op 4 februari jl. Het wordt vergezeld van een fraaie foto van de dorpskerk van Schettens, bij Bolsward, die een tweede leven heeft gekregen als bed & breakfast. Iedereen kan tegenwoordig in z’n eigen omgeving wel voorbeelden tegenkomen van kerkgebouwen die een nieuwe bestemming hebben gekregen.

Overbodig geworden kerkgebouwen zijn nieuws en het is niet de eerste keer dat hierover wordt geschreven. In 2011 verscheen al een boek dat bedoeld is om kerkelijke gemeenten te helpen bij het proces van afstoting en herbestemming van hun kerkgebouw: Meer dan hout en steen. Handboek voor herbestemming en sluiting van kerkgebouwen.

Kerkgebouwen zijn voor architecten en projectontwikkelaars vaak een interessante uitdaging want de ruimte en bijzondere architectuur van het gebouw biedenonverwachte kansen maar stellen ook voor lastige opgaven.

Voor de kerkelijke gemeente is het een proces dat met pijn gepaard gaat. Eerst zijn er de jaren dat het gebouw op zondagmorgen steeds leger wordt evenals de kerkelijke kas. Vervolgens moet de mensen met financiële verantwoordelijkheid onder ogen zien dat het zo niet langer kan omdat de middelen het eenvoudig niet meer toelaten. Dan volgt de besluitvorming en het zoeken naar een passende nieuwe bestemming of … sloop, want er zijn gebouwen die ongeschikt zijn wat hun bouwkundige kwaliteit aangaat.

Pf

De tijd dat kerkgebouwen vrij achteloos werden gesloopt, ligt echter wel achter ons. Het eigen karakter wordt nu juist als interessant beschouwd en wie dit boek Kerkgebouwen doorbladert, ziet dat er in de meeste gevallen een prachtig tweede leven voor kerkgebouwen is gecreëerd. Dat vereist wel creativiteit, inzet en soms ook actief ingrijpen van kerkelijke gemeente, buurtbewoners en gemeente. Menig kerk is zo echter wel van de ondergang gered.

Die herbestemming is meestal maatschappelijk en cultureel van aard maar er zijn ook tal van andere mogelijkheden zoals de ondertitel van dit boek aangeeft: “88 inspirerende voorbeelden van nieuw gebruik – van appartement tot zorgcomplex”. Van A tot Z inderdaad en het blijkt dat vele letters van het alfabet van toepassing zijn als het gaat om het nieuwe karakter van het kerkgebouw.

De cijfers zijn indrukwekkend: van de 7100 kerkgebouwen hebben momenteel 1530 een andere functie en dat aantal zal de komende jaren nog fors toenemen. Het zijn met name r.k. parochies die hiermee te maken. Veel van deze kerken werden in de 19e en 20e eeuw gebouwd maar hebben door vergrijzing en secularisatie hun religieuze functie verloren. Amsterdam komt acht keer voor in dit boek en ook Utrecht en Maastricht zijn beide vier keer aanwezig. Verder is er een behoorlijke spreiding over het land.

De inleiding staat stil bij allerlei aspecten die een – soms lastige – rol spelen zoals de vraag of een kerkgebouw door een andere religie kan worden overgenomen. Wezenlijk is altijd de verhouding tussen de aanwezige architectuur, het interieur en de vernieuwing. Architecten kiezen terecht voor een duidelijk onderscheid tussen oud en nieuw en plaatsen de veranderingen duidelijk als een nieuw, vrijstaand element in de bestaande ruimte. Meestal blijft de beleving van die oorspronkelijke ruimte dan ook wel bestaan, al zijn er voorbeelden waarbij dat ruimtelijk effect wel onder druk komt te staan.

Prachtige en bekende voorbeelden zijn de Dominicanenkerk in Maastricht en de Broerenkerk in Zwolle die nu een boekwinkel zijn. Ze trekken – trokken, moeten we momenteel helaas zeggen –  vele bezoekers, respectievelijk 750.000 en 600.000. Er komen nu meer mensen in het gebouw dan ooit tevoren…

Ook zeer geslaagd zijn de appartementen in de Onze Lieve Vrouwe Onbevlekt Ontvangenkerk van Waalwijk en de Sint Martinuskerk in Utrecht. De Gereformeerde Zuiderkerk in Apeldoorn maakt van binnen een heel andere indruk: de vernieuwing komt hier nadrukkelijker naar voren. De Jacobskerk in Haarlem is een brouwerij geworden en ook hier is het interieur door al z’n kleuren nogal aanwezig.

De Sint Gertrudis van Nijvelkerk in Heerle is een dorpshuis geworden – al klinkt dat woord in deze ruimte wat te ‘dorps’- en hier is de ruimte van het kerkgebouw heel goed bewaard gebleven. Dat geldt ook voor de Bergkerk in Deventer die door de VVV wordt geëxploiteerd en ook een brede culturele functie heeft. De tamelijk lege kerk doet weldadig aan.

In de Nieuwe Kerk in Amsterdam worden als sinds 1955 geen diensten meer gehouden. Jaarlijks vindt hier de World Press Photo tentoonstelling plaats, naast vele andere, vaak spraakmakende exposities.

De Heilige Johannes Vianneykerk in Eindhoven is een gezondheidscentrum geworden waardoor de wens om de levendige functie in de wijk te behouden op goede wijze is gehonoreerd. De inwendige nieuwbouw is markant te noemen, ook in het kleurgebruik maar door de vrije positie in de ruimte is de oorspronkelijke architectuur toch goed te beleven. Dat geldt minder voor de Westerkerk in Utrecht die een hotel is geworden. Hier splitst het blok met kamers de ruimte horizontaal en verticaal in tweeën. Mooi is wel dat het gebouw een sociaal tintje heeft: er is goedkope koffie, er staan lange tafels met gratis werkplekken.

Voorbeelden van kerken als trampolinecentrum, speelparadijs en yogacentrum zijn er ook waarbij het speelparadijs met zijn harde kleuren en plastic materialen niet echt harmonieert met het interieur.

De mogelijkheden zijn bijna eindeloos: school, theater, museum, archief, restaurant, kantoor, winkel en dat is nog lang niet alles wat in dit boek “Kerkgebouwen” wordt gepresenteerd. Niet zo geslaagd is de Jumbo in Sint Bernadette in Helmond omdat de fel gekleurde stellingen erg aanwezig zijn. Veel bescheidener en daarom harmonieuzer is de winkel in de Maria Hemelvaartkerk in Sas van Gent.

Bijzondere vermelding verdient het woonhuis in de Geuzenkerk in Brielle. Aan niets is te zien dat het gebouw jarenlang in deplorabele staat verkeerde en echt van de ondergang is gered. De strakke vormgeving van het interieur voegt zich heel goed in de ruimte van het kerkgebouw.

Dit boek Kerkgebouwen presenteert 88 voorbeelden van herbestemming en doet dat op zeer aantrekkelijke wijze: fraaie fotografie, interessante teksten met historische achtergronden en dat alles in een aangename lay-out.

Hoewel het jammer blijft dat kerkgebouwen hun oorspronkelijke spirituele functie verliezen, is het mooi om te zien met hoeveel zorg zij in de meeste gevallen een geslaagd tweede leven krijgen.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles