"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Kindertijd

Vrijdag, 25 december, 2020

Geschreven door: Tove Ditlevsen
Artikel door: Jan Koster

Fragmenten van een kille jeugd

[Recensie] De boekenwereld kan soms heerlijk verrassend zijn. Een boek kan lange tijd onontdekt zijn gebleven of in de vergetelheid zijn geraakt en zomaar ineens, ogenschijnlijk uit het niets, (her)ontdekt worden en een voltreffer blijken te zijn. Gelukkig zijn er mensen die er een fijne neus voor hebben om dit soort pareltjes aan de vergetelheid te ontrukken. Een vrij recent voorbeeld daarvan is Kindertijd van Tove Ditlevsen. Het is oorspronkelijk verschenen in 1967 en in juni 2020 in het Nederlands uitgebracht, fraai vertaald door Lammie Post – Oostenbrink.

Kindertijd is het eerste deel van een trilogie, de andere twee delen zijn inmiddels ook uitgebracht. Het speelt min of meer in de jaren twintig van de vorige eeuw. Het toekomstperspectief van vrouwen bestond uit huishoudelijk werk, in eigen huis en bij anderen die zich een dienstmeid konden permitteren. Het armeluisgezin, bestaande uit vader, moeder, broer Edvin en Tove woont in een buitenwijk van Kopenhagen. Het is een omgeving die wordt gekenmerkt door alcoholmisbruik, losse zeden en alles wat daarbij hoort.

De droom van vader om schrijver te worden kwam niet uit. Hij werd stoker. Haar moeder was dienstmeid maar nergens bleef ze lang.

“Als iets haar niet aanstond, ging ze gewoon weg, en dan moest mijn vader het boek met getuigschriften ophalen, die hij op een bakfiets naar haar volgende werkplek bracht.”

Boekenkrant

Broer Edvin was voorbestemd om iets met zijn handen te gaan doen.
Tove was het buitenbeentje. Een slimme meid die al kon lezen voordat ze naar school ging.

Materieel kwam Tove een en ander tekort, vaak was er nauwelijks wat te eten. Zij leek daar minder onder te lijden dan onder de afwijzingen waarmee zij werd geconfronteerd. De emotionele armoede was pijnlijker. Zij schreef gedichten maar niemand zag er wat in. Leraren niet, broer Edvin maakt haar schrijfsels belachelijk, haar vader was ook bepaald geen stimulans:

“Haal je maar niets in je hoofd! Een meisje kan geen dichter worden.”

Als dan ook een redacteur bij een krant haar gedichten weigert want “te erotisch” voor de jeugdpagina lijkt het een hopeloze missie. Uit volgende delen en uit haar levensloop kun je afleiden dat het later trouwens wel is gelukt.

Kindertijd past in de trend om je jeugd als uitgangspunt te nemen voor het schrijven van je verhaal. In dit geval wordt daarin ook een vorm van maatschappijkritiek en sociale achterstelling verweven, in zekere mate feministisch.
Egofictie, al dan niet met religie als rode draad. Dat soort boeken lijkt vaak een manier om je ellendige jeugd van je af te schrijven. Een slechte jeugd als goudmijn. In zekere zin geldt dat ook voor Kindertijd, maar in dit geval op een manier, een toon, die het niet tot een afrekening met het verleden maakt. Het is wel een goede schets van de omstandigheden waarin zij is opgegroeid. Die zijn tamelijk miserabel, maar Tove lijkt wel losgezongen daarvan. Ze gaat overwegend vrolijk en onbekommerd haar eigen gang, met af en toe een stevige dip .

Tove Ditlevsen schrijft levendig en weet prachtige beelden op te roepen. In vertaling is dat uitstekend overeind gebleven. Over haar kindertijd schrijft zij alsof het een voorwerp is:

“je kindertijd is lang en smal als een doodskist en je kunt er niet zonder hulp aan ontsnappen”.
“Je kunt niet aan je kindertijd ontsnappen, die hangt om je heen als een vieze stank.”
“elke kindertijd heeft zijn eigen geur.”

Kindertijd is op een fragmentarische manier opgebouwd. Er is weinig verband tussen de opeenvolgende hoofdstukken. Alle fragmenten bij elkaar vormen een fraai kunstwerk.

Eerder verschenen op JKleest.nl

Boeken van deze Auteur: