"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

King Solomon’s mines

Zaterdag, 8 oktober, 2022

Geschreven door: Sir Henry Rider Haggard
Artikel door: Edwin Stok

De mijnen van Koning Salomo

[Recensie] Het boek (1885), de eerste verfliming en de navolgende re-makes, van De mijnen van koning Salomo zijn gebaseerd op de Bijbelse legende van de onmeetbaar grote schatten van de wijze Israëlische koning Salomo die verliefd werd op de Afrikaanse koningin Sheba. Salomo zou al zijn koninklijke rijkdom in gouden munten en voorwerpen, waardevolle edelstenen en vele kunstvoorwerpen hebben verscheept naar het Afrikaanse binnenland. De kennis die de auteur Sir Henry Rider Haggard in dit boek etaleert, weerspiegelt zijn ervaringen van zijn jarenlange werk in Zuid-Afrika.

Sir Haggard schreef tientallen boeken. Enkele zeer bekende daarvan zijn Allan Quatermain, Cleopatra, Montezuma’s Daughter, The people of the mist, A winter pilgrimage, The way of the Spirit en The ring of the Queen of Sheba.

De brief van José da Silvestra
Hoe kan een avonturenroman in Afrika beter beginnen dan met een voorwoord dat geschreven is door Allan Quatermain? Wellicht door de brief van José da Silvestra, die op zijn afgescheurde hemd met eigen bloed de route beschreef naar de verborgen mijnen in de binnenlanden van Afrika, die de schatten van koning Salomo herbergen. De prachtigste diamanten, goud, edelstenen, kunstvoorwerpen, rijkdom in overvloed.

Literatuur moet oprecht en authentiek zijn
Het taalgebruik van de late 19e eeuw doet wat oubollig aan, en de avonturen die de schatzoekers moeten trotseren komen minder gelikt over dan in de moderne re-makes van de verfilmingen. Je zou kunnen zeggen dat alles wat het boek beschrijft over de bewoners van de binnenlanden van Afrika, heel authentiek is. Dit boek bevat geen opsmuk. Voor de verwende 21e eeuwse lezers van onze dagen is het even wennen, maar is dit niet juist wat de echte literatuur te bieden heeft?

Het reisgezelschap
Een klein reisgezelschap van blanke moedige mannen gaat op weg. Zij nemen Oembopa mee, een Zulu krijger uit één van de meer noordelijke stammen. Het enige dat hij van het reisgezelschap vraagt, is om mee te mogen reizen en te mogen delen in het eten en drinken. Deze Oembopa blijkt van groot praktisch nut onderweg, en zeker als hij zijn echte identiteit onthult als het reisgezelschap bijna op de plaats van bestemming is aangekomen. Oembopa = Ignosi, de rechtmatige vorst van de stam der Koekoeana die de schatten van Salomo beschermt. Daarmee zijn niet alle obstakels overwonnen, want tovenares Gagoal is er ook nog, bezijden de ingebouwde vallen in de mijnen zelf. Ook moet er in het boek nogal eens slag worden geleverd – alles op een authentieke manier -.

Terug in Engeland
De laatste bespiegelingen van het boek worden op schrift gezet in Engeland. Het avontuur is voorbij. Als het boek dicht wordt gedaan, zijn de indrukken voor de lezers echter niet afgerond. Een boek met een – dat moeten we tenminste aannemen – verzonnen verhaal dat kan boeien zonder opsmuk, met authentieke beschrijvingen en dat gebaseerd is op historische gegevens, wordt door die combinatie ook wel ‘Facts-Fiction’ genoemd. Zo noemen we het nu. Vroegen zouden deze boekvormen ‘Legendes’ worden genoemd. En legendes spreken nu eenmaal tot de verbeelding. Ze worden overgedragen van generatie op generatie. Tot op een dag iemand besluit om hun verhalen op schrift te stellen – en zelfs te verfilmen -.



Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow