"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Kolonel Chabert

Vrijdag, 3 december, 2021

Geschreven door: Honoré de Balzac
Artikel door: Quis leget haec?

Een verscheurde thuiskomst

[Recensie] hier iets schreef.

Op een dag dient zich ten kantore van procureur Derville een oude man aan die de procureur wenst te spreken. De klerken verzoeken hem ’s nachts terug te komen, omdat de procureur dan op kantoor werkt. Dat doet hij en hij vertelt zijn verhaal aan procureur Derville.

Hij is kolonel Chabert en heeft bijgedragen aan de overwinning van Napoleon bij Eylau in Oost-Pruisen. Hij raakte zwaar gewond en werd voor dood achtergelaten in een massagraf. Toch wist hij zich te bevrijden, vond onderdak bij lokale mensen en wist uiteindelijk in Parijs terug te komen. Onderweg naar Parijs begon zijn tragiek al, want het nieuws van zijn dood was al bekend gemaakt;

“Dikwijls hielden mijn pijnen me maandenlang in een stadje vast, waar men mij als zieke Fransman goed verpleegde, maar zodra diezelfde Fransman beweerde kolonel Chabert te zijn, werd hij midden in zijn gezicht uitgelachen. Tijden lang werd ik door hun gelach en ongeloof tot een vorm van razernij gebracht, die schadelijk voor mij was en mij in Stuttgart zelfs als een gek achter slot en grendel deed belanden.”

Pf

Tot overmaat van ramp merkt hij dat zijn vrouw inmiddels getrouwd is met ene graaf Ferraud en daar twee kinderen mee heeft. Zij heeft het vermogen van Chabert handig veilig gesteld en wil niets meer van hem weten. Dat is de reden waarom Chabert naar procureur Derville komt. Hij is ook de raadsman van zijn vrouw en hij wil weten of hij zijn geld terug kan krijgen. Er is wel bewijs dat hij de echte Chabert is, dat moet uit Pruisen komen, van de mensen die hem daar hebben opgevangen. Derville wordt geraakt door zijn verhaal en ziet mogelijkheden, maar schetst wel even de juridische molen. Eindeloze processen die een hoop geld kosten;

“Grote tranen welden uit de fletse ogen van de arme soldaat en biggelden over zijn gegroefde wangen. Nu de moeilijkheden zo groot bleken, zonk de moed hem in de schoenen. De maatschappij en het rechtswezen benauwde hem als een nachtmerrie.”

Derville stuurt aan op een schikking en brengt een bezoek aan Chaberts vrouw. Hij legt haar uit wat de gevolgen van een proces voor haar zijn en zij lijkt te luisteren. In ieder geval komt zij naar zijn kantoor, waar Chabert ook verschijnt. Hun ontmoeting loopt aanvankelijk niet zo goed maar na afloop weet zij Chabert mee te tronen naar haar landgoed om eens over de zaak te praten. Bijna pakt ze hem in, maar hij doorziet op het laatst haar listen.

Hoe dit afloopt moet u vooral zelf gaan lezen, maar Balzac heeft in  kort bestek een mooi verhaal opgetuigd dat toch een heel tijdsbeeld weergeeft. Het is het tijdperk van de Restauratie, waarin Napoleon heeft afgedaan en waarin de Bourbon-dynastie weer op de troon kwam. De landgoederen die tijdens de Revolutie door onteigening van de adel zijn afgenomen werden weer aan de oude eigenaren toegewezen. De grote verliezers zijn degenen die mee hebben geholpen aan de machtsbasis van Napoleon. Na zijn verbanning worden zijn twaalfduizend officieren op wachtgeld gesteld en ontvangen ze nog maar de helft van hun soldij.

En Chabert? Hij wil niets meer van zijn vrouw en de wereld weten. Geld heeft hij niet meer, alleen zijn eer;

“‘mevrouw, ik vervloek u niet, ik veracht u…U kunt rustig leven met mijn woord van eer: dat is meer waard dan het gekrabbel van alle notarissen uit Parijs bij elkaar. Ik zal nooit meer aanspraak maken op de naam die ik misschien beroemd heb gemaakt. Ik ben alleen nog maar een arme drommel die Hyacinthe heet en slechts zijn plaatsje in de zon wil hebben. Gegroet…’”

Waar Balzac in De huid van chagrijn nog fantastische elementen door zijn verhaal weefde, is dit een realistisch verhaal. Balzac zal vaker bestaande historische gebeurtenissen in zijn verhalen gebruiken en daar fictieve personen in laten optreden. Bovendien heeft hij zijn eigen werkervaring als jongste bediende op een notariskantoor gebruikt voor de beschrijving van het procureurskantoor in dit verhaal. Een mooi en sterk verhaal en ik ben nog niet klaar met deze auteur.

Eerder verschenen op Quis leget haec?

Boeken van deze Auteur: