"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Koning van Katoren

Zaterdag, 25 februari, 2023

Geschreven door: Jan Terlouw
Artikel door: Edwin Stok

Bevat het boek Koning van Katoren verwijzingen naar de Vrijmetselarij?

[Essay] In mijn jeugd was het boek Koning van Katoren een boeiend leesboek naast zovele andere boeken. Nu ik een volwassene ben in de laatste helft van mijn leven, vallen me ook andere dingen op. Is het mogelijk dat het populaire jeugdboek Koning van Katoren een lightversie van maçonnieke informatie draagt?

Net zo vrijpostig als de hoofdpersoon Stach in het boek Koning van Katoren heb ik deze vraag op 10 juni 2022 voorgelegd aan agentuur ‘Assemblee Speakers’ waar Jan Terlouw, de schrijver van Koning van Katoren, aan verbonden is. Op 14 juni 2022 lieten zij weten dat zij mijn vraag hebben voorgelegd aan de auteur. Helaas is er sindsdien geen enkel antwoord gekomen. Geen bevestiging en geen ontkenning.

Kan het boek of de auteur bij voorbaat gelinkt worden aan de vrijmetselarij? Dat zou het verdedigbaar maken om ieder hoofdstuk in het boek te toetsen aan instapniveau-verwijzingen naar de vrijmetselarij. En ook niet meer dan een instapniveau, omdat het immers een jeugdboek betreft in de categorie C – vanaf 12 tot pakweg 15 jaar – ; later kwam daarboven nog het D-niveau voor jeugd boven de 15 jaar. Van de jeugd op C-niveau mag je niet verwachten dat ze al weten van het bestaan van de vrijmetselarij. Laat staan dat ze zouden weten waar vrijmetselaars voor staan. Daar staat tegenover, dat je vanaf je 18e jaar welkom bent bij de vrijmetselarij. Verborgen verwijzingen in een jeugdboek zouden dus best kunnen dienen om de jeugd voor te bereiden. Of toch tenminste de kinderen van een vrijmetselaar. Zij zouden moeiteloos de boodschappen kunnen herkennen.

Het basiscriterium
Het is geen geheim dat de schrijver pakweg 40 jaar na het verschijnen van Koning van Katoren enkele toespraken heeft gehouden voor Loges van vrijmetselaars. Jan Terlouw werd daar geïntroduceerd als een externe spreker. Dat wil zeggen dat Jan Terlouw – tenminste op dat moment – géén lid was van de vrijmetselaarsloges waar hij zijn toespraken hield. Het gegeven van de toespraken is wel interessant, maar door het ‘gat’ van 40 jaren is het niet genoeg voor een hypothese dat de heer Terlouw maçonnieke verwijzingen in zijn boeken kan hebben opgenomen. Er lijkt geen basiscriterium aanwezig. Althans, tot ik een sympathieke lezersreactie ontving waarin stond dat de heer Terlouw nooit werd ingewijd [als vrijmetselaar] maar dat hij wel sympathiek stond tegenover hun opvattingen. Voor iedereen die dit leest, blijft dat natuurlijk een gevalletje “van-horen-zeggen”. “Hoeveel zou die lezer weten?” Wat had ik graag een reactie ontvangen van Jan Terlouw zelf, zodat ik zijn toelichting had kunnen verwerken in deze column. De lezersreactie was voor mij in ieder geval genoeg basiscriterium om op redelijke gronden alle hoofdstukken van Koning van Katoren nog eens te toetsen op verwijzingen naar de vrijmetselarij. Ik ‘markeer’ voor u de verwijzingen.

Katoren
De hoofdpersoon in het boek, Stach, is geboren in dezelfde nacht waarin de koning van het fictieve land Katoren stierf. De koning had geen kinderen om hem op te volgen, en 17 jaar later vraagt Stach aan de regering wat iemand moet doen om de nieuwe koning te worden. Stach krijgt 7 moeilijke opdrachten + 1 zinloze tussenopdracht waarmee hij moet bewijzen wat hij waard is. Zeg maar: ‘Proeven van bekwaamheid’. Stach aanvaardt de opdrachten en begint daarmee aan een reis van ‘zelfverwezenlijking’. Terwijl het karakter van de jongeman zich ontwikkelt, zie je hem steeds beslissingen nemen die ‘positief bijdragen aan de samenleving’.

Hoe het boek begint
De hoofdpersoon Stach wordt geboren als zoon van een metselaar die werkt aan het onderhoud van de St. Aloïsius Kathedraal ‘(tempelbouwers)’. Stach heeft weinig bezittingen. ‘Een troffel, een stuk touw, wijze geschriften’ (van de overleden koning), plus wat kleinigheden.

De schreeuwende vogels
Stach aanvaardt zijn eerste opdracht: Een einde maken aan het oorverdovende geschreeuw van de vogels in de stad Decibel. Zijn eerste proeve van bekwaamheid om een positieve verandering te brengen in de samenleving. Door te ‘luisteren naar de inbreng’ van anderen en ‘logica’ te gebruiken, ziet Stach een oplossing.

De granaatappelboom
Stach krijgt zijn tweede opdracht: De granaatappelboom in Wapenfelt moet worden omgehakt. Dat gaat niet zomaar, want de boom draagt heel het jaar explosieve vruchten met de kracht van granaten. Er is een verband met een fabriek van oorlogsmaterieel, en Stach kiest voor een andere oplossing. De fabriek moet ‘stoppen met het maken van alles dat met oorlog te maken heeft’.

De draak verslaan
Stach moet de draak van Smook verslaan en de inwoners weer een ‘menswaardig & onschendbaar bestaan’ geven. Een enorme opgave waarbij Stach zijn ‘emoties en zijn ratio onder controle’ zal moeten houden. De draak zorgt voor grote vervuiling van de lucht, de bodem en het water. Er is ongedierte en een voortdurende dreiging van levensgevaar. Eigenlijk luidt de opdracht aan Stach: ‘Maak orde uit de chaos’.

De kerken die alles kapot drukken
Met dit hoofdstuk komen de maçonnieke verwijzingen echt goed op gang. Stach reist naar de gemeente Uikumene, waar hij de bewegende kerken moet tegenhouden die alles kapot duwen wat ze op hun pad tegen komen. De kerken van Uikumene zijn van verschillende bouwstijlen ‘(architectuur)’ en van ‘allerlei geloofsgezindten’. Al de 12 kerken van Uikumene zijn letterlijk gaan schuiven rond, en soms dwars door, de gemeente. Al de kerken hebben eigen kerkbesturen en er zit ook hier en daar wat rivaliteit tussen de geloofsgezindten. Stach bedenkt een oplossing. De kerken laten zich in hun bewegingen nergens door tegenhouden, maar misschien kunnen zij wel elkaar tegenhouden. Stach stelt voor om alle kerkgebouwen naar elkaar toe te laten lopen. Het lukt door veel ‘meetkunde en rekenkunde’. De kerkgebouwen lopen tegen elkaar aan en blijven stil staan. Opdracht geslaagd. De binnenmuren worden eruit gehaald en er ontstaat ‘een verbroedering tussen de geloofsgezindten’ van Uikumene.

Oom Gervaas speelt luistervink
Oom Gervaas werkt als bediende van de ministerraad van Katoren en hij merkt dat er iets niet in orde is. Hij besluit om de ministers af te luisteren. Stach vraagt zijn oom om dat niet meer te doen. ‘(Een verwijzing naar de vertrouwelijkheid van de vrijmetselaars?)’

De sprong van de toren van de Kathedraal
In een onzinnige tussenopdracht om vanaf de toren van de Kathedraal een dodensprong te maken, zien we twee symbolen ‘(een toren en een wenteltrap)’ en lezen we drie belangrijke boodschappen. Eerst, hoe de zittende macht van Stach af probeert te komen door hem van de Kerktoren af te laten springen. Ten tweede, hoe Stach niet ten koste van alles naar het koningschap wil streven. Hij is alleen bereid om opdrachten uit te voeren die ‘voor het welzijn van de burgers’ zorgen. En als derde zien we de wisselwerking die goede daden teweeg brengen: Het volk steunt hem en zorgt ervoor dat Stach wordt opgevangen tijdens zijn sprong, zodat hij de val zal overleven om koning te kunnen worden. (Stach is op weg om het hoogste ambt te bereiken, of in maçonnieke termen: Hij is op weg om ‘van leerling naar het grootmeesterschap’ door te groeien)

De knobbelneuzen
In Afzette en Rije moet Stach iets gaan doen aan een ziekte die grote armoede teweeg brengt. Stach ontdekt dat de torenhoge tarieven van de geneesheren nergens op gebaseerd zijn. Het is louter show en uiterlijk vertoon. Stach levert al snel het bewijs. De inwoners zullen hun welvaart terug krijgen, en Stach heeft wederom bijgedragen aan het welzijn van de samenleving.

Een tovenaar verslaan
In de rijke stad Ekilibrië moet Stach een tovenaar verslaan. Maar de tovenaar van Ekilibrië heeft een taak te vervullen. Hij moet de stadsbewoners die in (grote) welvaart leven, er iedere dag aan herinneren dat er ook zoiets moet bestaan als vrijwillig ‘een echt offer’ brengen. De toekomst van individuele burgers en de toekomst van de hele stad Ekilibrië hangen af van de bereidheid om, wanneer er om gevraagd wordt, een echt offer te brengen.

Dit hoofdstuk gaat over ‘zingeving, lotsbestemming, offeren, een grotere macht die alles in balans houdt, gewetensvraagstukken’. Ook voor Stach, die zich afvraagt of hij het koningschap wel waardig is als hij aan de tovenaar probeert te ontsnappen. En het besef dat hij nooit koning zal worden als hij het offer moet brengen dat de tovenaar van hem vraagt. Stach laat zijn geweten spreken, en kiest voor het belang van de samenleving bóven het eigenbelang.

Als Stach en de tovenaar aankomen bij de verborgen grotwoning van de tovenaar, is daar ‘een stenen trap’ die doet denken aan de stenen traptreden van de vrijmetselarij die symbool staan voor de fasen binnen de vrijmetselarij en voor de levensfasen ‘(waarna je terecht komt in de middenkamer)’. Hier spring Stach bovenop een kast. Niet om aan de tovenaar te ontsnappen, maar om eerst uitleg te krijgen over het waarom. De grote vraag naar ‘zingeving’. De tovenaar geeft hem de uitleg. De ‘gewetensvraag’ voor Stach ligt daarmee op tafel: Kiest hij voor zichzelf of voor het belang van de samenleving? Op het moment dat Stach voor de samenleving kiest, wil de tovenaar niet meer hebben dat Stach het levensoffer brengt. De tovenaar neemt onverwachts de plaats in van Stach, en offert zijn eigen leven. Het gebeurt allemaal in de verborgen aardkamer van de tovenaar. Een kamer die je 1 op 1 zou kunnen vergelijken met de “kamer van voorbereiding” bij de vrijmetselarij. De kamer waar je naar de rand van de dood kijkt om te beseffen dat ons leven eindig is, en daaruit te leren om de aanmoediging te vinden, om een betere persoon te zijn tijdens je leven. Zelfs het ‘vuurschaaltje’ uit de kamer van voorbereiding is op grotere schaal aanwezig in de kamer van de tovenaar. Namelijk het vuur dat alleen maar kan blijven branden zolang de mensen bereid zijn om een echt offer te brengen voor een ander. (Ook een gelijkenis met de ‘vlammende delta’ van de vrijmetselarij)

Als Stach de stad Ekilibrië verlaat, vraagt hij aan de burgemeester om een standbeeld van de tovenaar in de stad te plaatsen, als een symbool en een herinnering aan het belang van een echt offer voor een ander.

Op de stoel van Stellingwoude
Stach ontvangt zijn laatste opdracht. Hij moet op de stoel van Stellingwoude gaan zitten. Er is iets bijzonders met deze stoel aan de hand. Wie er in gaat zitten en geen echte koning is, die sterft een zonderlinge en plotselinge dood. Zelfs met deze laatste ‘proeve van bekwaamheid’ probeert de zittende macht nog van Stach af te komen. Er is echter een oplossing die nogal bijzonder is: De stoel is te overleven als er 6 mensen met een hogere maatschappelijke positie bereid zijn, om Stach boven henzelf uit te tillen en hem in de (konings)stoel te zetten. Zoiets is alleen mogelijk bij onderling respect of bij een onderling verband ‘waar maatschappelijke verschillen niet bestaan’: Zoals in een broederschap van vrijmetselaars, gilden .. (vrijheid, gelijkheid, broederschap, solidariteit)
Er zit nog een andere mogelijke verwijzing naar de vrijmetselaars in dit slothoofdstuk: Een andere waaghals die op de stoel van Stellingwoude ging zitten, dacht dat het de bedoeling was op de stoel geholpen te worden door 6 mensen die groter (dus langer) zijn. Maar dat was niet de oplossing (de sleutel) voor het probleem. Hier gold het diepere inzicht (het moesten mensen zijn met een hogere maatschappelijke positie). Een mogelijke verwijzing naar het ‘hogere inzicht’ dat een vrijmetselaar verkrijgt tijdens het doorlopen van de (steeds) hogere graden.

De proeven van bekwaamheid om van de lagere naar de hogere graden op te klimmen in de vrijmetselarij, zijn natuurlijk anders dan de beproevingen van Stach in het boek Koning van Katoren. Het is alleen een symbolische gelijkenis die ik hier aanstip, net zoals de beproevingen in de vrijmetselarij een symbolische beproeving zijn. Die beproevingen betreffen alle gebeurtenissen die plaatsvinden tijdens inwijdingen in de oplopende graden. Zeker moeten zij die waardig gevonden willen worden, hun bekwaamheid, hun toewijding en hun loyaliteit bewijzen. Ook moeten zij zich bewust zijn van de zaken die vertrouwelijkheid vereisen – en die niet geschonden mogen worden -. 

Alle overeenkomsten en aanwijzingen kunnen allemaal toeval zijn. Niets dat in het boek staat hoeft een overeenkomst te hebben met opvattingen, symbolen of doelen van de vrijmetselaars. Het boek Koning van Katoren kan ook gewoon een leuk leesboek zijn. En mochten de aanwijzingen wel kloppen, dan heeft de heer Jan Terlouw op prachtige wijze alles in een heerlijk boek verwerkt!

Een goede bibliografie van Jan Terlouw vind je hier :  Jan Terlouw – Vinden Wiki

—  .

Een korte uitleg over de maçonnieke verwijzingen in het boek Koning van Katoren

Troffel
Het basisgereedschap van een metselaar en voor de Tempelbouwers, om het cement tussen de bouwstenen te voegen. In de vrijmetselarij als symbool voor het voegen van het grotere bouwwerk van de maatschappij, en op kleinere schaal voor de onderlinge band binnen de loge. Daarmee is de troffel tevens het symbool voor de loge zelf. Bijzonder: Het werkvlak van de troffel kan men bezien als een verhulde driehoek uit het wapen van de wijze Bijbelse koning Solomon.

Touw
Stach neemt in het boek Koning van Katoren steeds en overal zijn stuk touw mee naar toe, zonder dat Jan Terlouw aan zijn lezers uitlegt waarom Stach zijn touw steeds mee neemt. Aan het stuk touw zijn drie verklaringen verbonden:

  1. Een touw in de vrijmetselarij wordt gebruikt om er een rechte hoek mee te bepalen, ook een rechte hoek met de medemens.
  2. Een touw in de vrijmetselarij heeft kwastjes aan de uiteinden die symbool staan voor vier belangrijke kwaliteiten van de vrijmetselaar; matigheid, standvastigheid, voorzichtigheid en rechtvaardigheid.
  3. De lengte van een touw staat symbool voor ieders vaardigheid en mate van mogelijkheden om anderen te ondersteunen (in de breedste zin van het woord). Hoe langer je touw, hoe meer en beter je een ander kunt ondersteunen.

Stach voert zijn opdrachten uit overal in het land omwille van het welzijn van anderen. Hij doet dingen die de samenleving verbeteren. Het stuk touw dat hij overal mee naar toe neemt, illustreert het helpen van anderen op een prachtige, en toch verhullende, manier.

Boekenkrant

Wijze geschriften
Wijsheid, ervaring en inzicht staan centraal in het vormen en polijsten van het eigen karakter en kunde. Deze drie worden in het boek voor Stach gesymboliseerd in de wijze geschriften van de voormalige koning.

Kennis
In de vrijmetselarij staat kennis op een aantal vlakken in de belangstelling;
Meet- en rekenkunde, Wiskunde, Getallenleer, Architectuur, Astrologie, Geschiedenis, Logica, Filosofie. In het boek zien we twee hiervan terug in het hoofdstuk over Uikumene; De meet- en rekenkunde en Architectuur. De toepassing van logica zien we in bijna ieder hoofdstuk terug. Stach combineert logica en een hang naar dienstbaarheid voor de samenleving op een illustratieve manier.

Aanwenden van kennis en kunde
De vrijmetselarij streeft ernaar om de individuele leden, de loge en grootloge, alsook de samenleving naar een hoger niveau te brengen. Daarin zien we het traject van Stach terug: Zelfverwezenlijking (de persoonlijke groei) en het positief bijdragen aan de samenleving.

Het individuele groeiproces
In de vrijmetselarij bestaan er nog symbolische proeven van bekwaamheid, waar Stach in het boek werkelijke proeven van bekwaamheid moet doorlopen. Door het groeiproces binnen de vrijmetselarij klimmen de individuele leden op in de steeds hogere graden. Ook krijgen zij bij het bereiken van de hogere graden toegang tot meer kennis. Eén der werkelijke proeven van bekwaamheid binnen de vrijmetselarij is het beheersen van de emotie en ratio.

Tempel bouwen
De vrijmetselarij streeft er naar om met de mensheid een universele Tempel te bouwen voor de grote scheppende kracht van het heelal, die zij niet God, Allah of Jahweh noemen, maar Opperbouwmeester van het heelal. Het concept van een Tempel bouwen is terug te herleiden naar de bouwmeester van de Tempel van Solomon, Hiram Abif. Hij kende alle geheimen van de Tempelbouw, en sommige dingen moesten geheim blijven.
In het boek Koning van Katoren zien we Stach als de zoon van een onderhoudsman voor de Aloïsius Kathedraal. Een echte Tempelbouwer.

Hogere beginselen
De vrijmetselarij hanteert een aantal hogere beginselen. Waaronder die van een menswaardig en onschendbaar bestaan, en het onderscheid van licht en duister. We zien het beginsel van een menswaardig bestaan terug in een aantal hoofdstukken van het boek Koning van Katoren; De granaatappelboom van Wapenfelt, De knobbelneuzen van Afzette en Rije, De draak van Smook.

Geloofsovertuiging
De vrijmetselarij staat open voor alle geloofsovertuigingen, zolang de (kandidaat) leden de grote scheppende kracht erkennen. Daarmee streven zij naar een verbroedering van de geloofsgezindten. Op een andere manier zien we dit weer terug in het boek Koning van Katoren, in het hoofdstuk over Uikumene.

Vertrouwelijkheid
Een aantal zaken die binnen de vrijmetselarij gebeuren en die besproken worden, dienen vertrouwelijk te blijven. Dat is ook één van de beloften die iedere kandidaat moet afleggen. Die vertrouwelijkheid zien we terug in Koning van Katoren als de oom van Stach de Ministerraad afluistert.

De toren
De toren is één van de symbolen in de vrijmetselarij. De wallen van de 1e en 2e Tempel van Jeruzalem hadden torens. De meeste Kerkgebouwen van nu hebben torens. In de 1e eeuw A.D. werden twee martelaren van het hoogste punt van de Tempel van Jeruzalem naar beneden gegooid, en in het boek Koning van Katoren stort de vader van Stach van de kerktoren af en moet Stach een dodensprong maken van diezelfde toren van de Aloïsius Kathedraal.

De wenteltrap
De wenteltrap of Jacobsladder brengt de verbinding tot stand tussen het aardse en het hemelse. Stach moet voor zijn dodensprong (zijn weg naar het hemelse) de wenteltrap in de toren van de Kathedraal beklimmen.

Offer, zingeving, gewetensvraagstukken, lotsbestemming
De vraagstukken van de Hogere beginselen. Waarden van de vrijmetselarij.

Stenen treden
De stenen treden in het hoofdstuk over de Tovenaar van Ekilibrië zien we ook terug in de vrijmetselarij. Deze traptreden staan symbool voor de individuele groei tijdens ons leven èn voor de groei door de hogere graden binnen de vrijmetselarij.

De Middenkamer
Bij de Tovenaar van Ekilibrië leidt de stenen trap naar de kamer van de tovenaar.
Bij de vrijmetselarij leidt de stenen trap naar de Middenkamer.

De kamer van voorbereiding (ook wel kamer van overpeinzing genoemd)
De oude tradities van de vrijmetselarij kennen een donkere aardse kamer die ontdaan is van alle vormen van gemak, waar men zich bezint, terug trekt, en kijkt naar menselijke resten om heel letterlijk naar de rand van de dood te kijken. En zo te beseffen dat we nog tijdens ons aardse leven een beter mens moeten worden – en dat we daar slechts een beperkte tijd voor hebben -. Deze kamer van overpeinzing werd, en wordt gebruikt voor een langdurigere contemplatie ter inwijding in de oude mysterieën. In het boek kijkt Stach in de tovenaarskamer ook letterlijk naar de grens van het leven en de dood. Hij moet daar alle grote vraagstukken afwegen en blijft gedurende meerdere dagen in deze kamer voordat hij in de wereld terugkeert.

Vuurschaaltje of kaars
In de kamer van voorbereiding – of overpeinzing – staat naast een schedel een brandende kaars of een vuurschaaltje.

Vlammende delta
In het boek Koning van Katoren zien we een brandende haard die het evenwicht en bestaan van Ekilibrië in stand houdt. De vrijmetselarij kent een vlammende driehoek die symbool staat voor de Schepper van het heelal die alles in evenwicht houdt.

Broederschap
De vrijmetselarij is een broederschap waar solidariteit, vrijheid en gelijkheid hoog in het vaandel staan. In het boek Koning van Katoren had Stach niet zonder deze beginselen door maatschappelijk hogere mensen op de Stoel van Stellingwoude getild kunnen worden.

Hoger inzicht
De vrijmetselaar verkrijgt bij het doorlopen van de graden meer kennis en een hoger inzicht. Dat hogere inzicht zien we weer gesymboliseerd in het slothoofdstuk van Koning van Katoren.

Orde uit de chaos

‘Ordo ab Chao’ is het Latijnse motto van de vrijmetselarij.



Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow.com

Een eerder versie van dit artikel verscheen op 10 september 2022. Deze nieuwe versie is uitgebreid en geactualiseerd.

Boeken van deze Auteur: