Scheveningen, Oostende en de opkomst van de badcultuur rond 1900
[Signalering] Modieuze dames en heren die in strandjapon of zomers kostuum over de boulevard flaneren, aan zee badgasten in hoogsluitende zwempakken, ’s avonds Boardwalk Empire-achtige taferelen: het onderwerp van deze bundel spreekt direct tot de verbeelding. De auteurs schetsen een beeld van het culturele leven in de Koninginnen aan de Noordzee, zoals Scheveningen en Oostende rond 1900 werden genoemd.
In bijdragen over onder meer architectuur, fotografie, muziek en mode richten zij zich vooral op de hoogtijdagen van beide badplaatsen, maar hun aandacht gaat ook uit naar de opkomst en ondergang van het mondaine Oostende, ooit het favoriete vakantieoord van de Belgische royals, en het iets sjofeler Scheveningen. Vanaf halverwege de 19de eeuw verrezen hotels, baden en uitgaansgelegenheden voor voorname (internationale) gasten die soms de hele zomer bleven. Zij hielden op te komen toen de kust werd ontdekt door minder vermogende dagjesmensen, die profiteerden van de verbeterde verbindingen. Oorlogen en crisis sloegen toe, waarna goedkope Middellandse-Zeevakanties de genadeklap uitdeelden. Tegenwoordig ben je met het openbaar vervoer van het centrum van Rotterdam naar Scheveningen een uur onderweg; honderd jaar geleden stond je met een half uur op het strand.
—
Eerder verschenen in Geschiedenis Magazine
