"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Korte verhalen uit de Vroegmoderne Tijd

Verhalen kleuren de geschiedenis in

[Recensie] Iedere keer opnieuw slaagt Uitgeverij Historische Verhalen erin om door verhalen de geschiedenis tot leven te brengen. Het concept is inmiddels vertrouwd: auteurs die zich verdiepen in de geschiedenis, daarin zoeken naar ‘ruimte’ om de geschiedenis een verhaal van mensen te laten worden. Dat gebeurt door fictie te vermengen met feiten. Dit keer zijn het auteurs die op dat terrein al de nodige sporen hebben verdiend: Hay van den Munckhof, Debby Willems, Sandrine van der Velde, Marloes Jongewaard en Victor Lemstra. Ieder van hen heeft drie of vier verhalen voor deze bundel Historische Verhalen – Korte verhalen uit de Vroegmoderne Tijd geschreven. In gemiddeld krap twintig pagina’s weten de auteurs een boeiend verhaal neer te zetten. Stilistisch is het vaak smullen. Met een enkele zin slagen ze erin een hele wereld te verbeelden. Debby Willems schrijft over een psychologisch beschadigde vrouw: “Haar haren waren zo’n warboel dat de kraaien er nog geen nest van zouden willen maken.”

De geschiedenis wordt als het ware ingekleurd. Elk verhaal wordt gevolgd door een historische toelichting. Dat doet recht aan de historie en geeft inzicht in wat echt gebeurd is en wat fictie is. Geschiedenis kan ook het heden uit het verleden verklaren, relaties leggen tussen heden en verleden, bijdragen aan het kritisch denken. De verhalen in deze bundel omvatten een periode van het eind van de vijftiende tot het begin van de negentiende eeuw. Een interessante tijd waarin de wereld veranderde. “Er werd afgerekend met oude denkbeelden, nieuwe heersers namen de macht over en er werden ontdekkingen gedaan die de wereld voorgoed zouden veranderen,” schrijft uitgever Rik van der Vlugt in zijn voorwoord.

Het zijn verhalen van al dan niet historische figuren op één uitzondering na waarin een rots aan de haven in Lissabon de hoofdrol speelt. Dit verhaal, met als titel Mensen van de zee, speelt in 1497, de tijd van de grote ontdekkingen. De rots Barthemia is gepersonifieerd en reflecteert vanuit het ik-perspectief op wat er zich rondom hem allemaal afspeelde. Auteur Marloes Jongewaard beschrijft hoe de rots als enige overeind is gebleven terwijl om hem heen de mensen met elkaar wedijveren om macht, eer en rijkdom. Ze gebruikt daarvoor het vertrek van Vasco da Gama op een nieuwe ontdekkingsreis waarbij zelfs de koning aanwezig is om het belang het vertrek extra betekenis te geven. En ze houdt ons de spiegel voor dat mensen door de eeuwen niet veranderd zijn. Als je met deze bril op de verhalen leest dan krijgen ze ineens een andere betekenis. Zo’n verhaal als Zon en zonden van Marloes Jongewaard over de strijd in het Vaticaan in 1633. Galileo moet zich voor de rechter verantwoorden omdat hij vindt dat de aarde niet het centrum van het heelal is. Er ontstaat een strijd tussen geloof en wetenschap. Dan moet je toch ineens denken aan de theorieën die naar voren komen in de huidige COVID-19-crisis.

In deze bundel reis je kriskras over de wereld. Victor Lemstra heeft een komisch verhaal geschreven over de jonge Wolfgang Amadeus Mozart die samen met onder meer zijn zusje Marie Anna in 1763 aan een pianowedstrijd in Salzburg deelneemt. Hij speelt prachtig, maar het mooie van het verhaal is dat het laat zien dat hij ook een kind is met de nodige streken. Aan het begin van het verhaal hangt hij in de gordijnen. “Hij had het dikke grijze velours stevig vastgegrepen en zwaaide met opgetrokken knieën heen en weer.” Lemstra weet de sfeer van zo’n concert voor notabelen pregnant te beschrijven door de ogen van een kin: “Er hing een dikke geur van wasemende lijven, muffe kleding en allerlei soorten reukwater.”

Pf

Hay van den Munckhof is een echte verhalenverteller met een vlotte pen. Hij zet geloofwaardige personages neer en laat de tijdgeest mooi resoneren in zijn verhalen. In Chan-mi, dat zich afspeelt in Korea in 1656heeft hij zich laten inspireren door het boek De verbazingwekkende lotgevallen van Hendrik Hamel, die schipbreuk leed en uiteindelijk Korea wist te ontvluchten. Hamel (1630-1692) is bij ons nauwelijks bekend, hoewel er in Gorinchem een museum aan hem gewijd is, maar is een beroemdheid in Korea. Van den Munckhof laat die tijd in taal (de vrees van een jonge vrouw om naar anbang – de mannenruimte – te moeten gaan) en gebruiken (als je te vroeg zwanger wordt moet je sterven en een ritueel mes, de paedo, gebruiken) herleven en verwerkt citaten van dichter Hwang-yi in zijn verhaal. Het zorgt zo voor authenticiteit in een verhaal.

Met Het spiegelpaleis schreef Sandrine van der Velde een topverhaal, waarin feit en fictie elkaar prachtig aanvullen. De tegenstelling tussen de denkbeelden uit de Verlichting en het traditionele denken komen naar voren. Het speelt zich af in 1750 in de salon van Madame Geoffrin in Parijs waarin de intellectuele voorhoede bijeenkomt. Geoffrins overleden man was eigenaar van een glas- en spiegelfabriek en ze wilde graag in het centrum van de belangstelling blijven staan. Van haar bestaat een schilderij waarin ze omringd wordt door grootheden uit die tijd zoals Rousseau en Diderot. Deze laatste wil een encyclopedie uitgeven met daarin alle kennis van die tijd en doet er alles aan om in de salon daar aandacht voor te vragen. Voor de liefhebber: in april 2022 verschijnt het inleidende betoog van de Encyclopedié in een Nederlandse vertaling. Voor het eerst wordt er dan iets van dit gigantische werk in het Nederlands vertaald. Dan verschijnt Cassanova ten tonele en wordt de sfeer anders. Hij wil het niet alleen over de wetenschap hebben, maar over de liefde: “De liefde beroert de handen, de ogen, de mond… om nog maar te zwijgen van de lendenen: liberté, frivolité.” Geoffrin, altijd op zoek naar een man voor de nacht, richt zich op Jean Didot, het hulpje van Diderot: “Weer legt ze een hand op zijn been, nu gevaarlijk dicht bij de kruising van zijn beide broekdelen.” Maar Didot is homoseksueel en dat praktiseren is verbonden in Frankrijk. Didot verlaat de salon en komt buiten zijn vriend tegen. Hij omhelst hem. “Geen van beiden slaat acht op het geluid van de naderende voetstappen.”

Ontroerend is het slotverhaal Blind, geschreven door Debby Willems. Het speelt zich af in 1839 in China waar Zhong in een theehuis opium verkoopt. De Engelsen leveren die opium en worden er schatrijk van. Het gevolg is dat veel Chinezen verslaafd raken. Daar wil de Chinese keizer iets aan doen. Dit leidt tot een oorlog met de Engelsen. En hoe de gewone, kleine man, Zhong daaruit komt? Tja, ook dit verhaal houdt ons een spiegel voor. Lezen deze bundel!

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles