"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Kruip nooit achter een geranium

Dinsdag, 13 maart, 2018

Geschreven door: Barbara van Beukering
Artikel door: Karin de Leeuw

Anekdotes en adviezen van oude rotten in het vak van de vitale vrouw

Toen Barbara van Beukering, na een flink aantal jaren, haar baan als hoofdredacteur van Het Parool beëindigde en ze zich realiseerde dat haar vier kinderen het huis uit waren, kwamen er vragen op over het ouder worden. De eeuwige jeugd was nu toch wel voorbij en overgedragen aan de dochters. De overgang stond voor de deur. Haar partner was al geruime tijd gepensioneerd en zijzelf nam een tussenjaar, in between jobs. Zo ontstond het idee om vrouwen uit de generatie vóór haar eens te vragen hoe ze dat doen, oud worden. De iPhone van Van Beukering bleek een flink aantal adressen te bevatten van dames waar de joie de vivre vanaf spat, terwijl ze toch echt langzamerhand wel in de winter van het leven terecht zijn gekomen. Maar wie wil er niet oud worden zoals Hedy d’Ancona of Neelie Kroes?

Van Beukering schreef ze aan en ging uiteindelijk met de veertien die medewerking toezegde lunchen. Sommigen nodigden haar uit bij hen thuis te komen, anderen nam ze mee naar hun favoriete restaurant. In het boek doet Van Beukering aan de hand van thema’s als ‘werk’, ‘sport en gezondheid’, ‘botox of niet’ en ‘partners en seks’ hoofdstukgewijs verslag van deze geanimeerde maaltijden.

Behendig vlecht ze de gesprekken tussen haar eigen verhaal en dat van de vrouwen die haar ‘maakten’, twee grootmoeders en haar moeder. Schetsmatig geeft ze een beeld hoe haar drie dochters opgroeiden. Daardoor ontstaat een perspectief. Van een generatie vrouwen, geboren aan het begin van de twintigste eeuw voor wie slechts zelden een zelfstandige leven was weggelegd, gaat het naar Barbara en haar dochters die economisch zelfstandig zijn, reizen, relaties aangaan en vrij zijn om ze eventueel ook weer verbreken.

Het is een herkenbaar verhaal. In veel families van hoger opgeleiden zal het zo zijn verlopen. Maar ja, aan alles komt een eind. De geïnterviewde vrouwen zijn nu allemaal vitaal. Maar eens houdt het op. Hoe denken ze om te gaan met aftakeling, dementie of afhankelijkheid? Ja, daar stokt toch wel het gesprek. “Ik wil het liefst 110 worden,” zegt Wouke van Scherrenburg (71), “maar niet met kunstgebitten en kunstheupen.” Ja, denk ik dan. Jouw spreek ik nog wel over tien jaar. Ga je voor je angst voor een kunstheup er maar mee ophouden?

Boekenkrant

De dames zijn vrij unaniem: ze zijn niet bang voor de dood, ze kiezen voor een waardig levenseinde, ze geloven niet dat er na de dood nog iets is. En dat is het dan. Hier had ik wel wat diepgaandere vragen willen zien, aan Hedy d’Ancona bijvoorbeeld, die haar carrière ooit onderbrak om voor haar moeder te zorgen. Of een vraag aan Olga Zuiderhoek, die nog niet zo lang gleden haar man verloor. Hoe ging dat? Welke beslissingen nam jij, nam hij? Die vragen en antwoorden staan niet in het boek. Misschien is het toch niet zo openhartig als het lijkt.

De kennissen uit de iPhone van Barbara van Beukering komen van binnen de Amsterdamse grachtengordel; wat verwacht je anders van de voormalig hoofdredacteur van Het Parool. Alleen de oma van de auteur woonde daar niet en haar moeder was burgemeester van Terschelling. Dit laatste lezen we minstens veertig keer in het boek. Maar moeder kwam in de laatste jaren van haar leven ook in Amsterdam wonen. Op Marjan Berk na zijn het vrouwen met een ruim meer dan modaal inkomen en een goede gezondheid. Ze zijn (vol)slank, actief en mondig, net als Van Beukering zelf.

Opvallend vind ik de grachtengordel-manieren. Men bewondert elkaar. Het is nogal ’tongue-in-cheek’. Er wordt geroddeld over derden, bijvoorbeeld over een mislukte facelift van een bekendheid. Wie niet mee wilde doen aan het boek wordt genoemd, er wordt zelfs uit de afwijzing geciteerd. Ik hou me maar even aan provinciaals fatsoen en denk: heeft ze die mensen toestemming gevraagd? Het doopceel van de hele familie, van grootmoeder tot dochter, van viagragebruik tot alcoholconsumptie ligt op straat. Ik zal u niet verhullen dat ik er van heb gesmuld, maar ik hoop niet dat het ooit mijn familie overkomt.

Het is een boek waar je in blijft lezen. Dat is des te opmerkelijker daar het helemaal niet zo goed geschreven is. Soms worden de meningen van vier, vijf vrouwen gewoon opgesomd. Dat zijn niet de beste gedeelten.

En toch is dit een warm boek, een enthousiasmerend boek. Het brengt je op ideeën. Aan het eind neem je je inderdaad voor nooit achter een geranium te kruipen. Maar of ik na het lezen van dit boek op dezelfde manier oud wil worden als Hedy d’Ancona of Neelie Kroes? Nou nee. Dat laat ik over aan de grachtengordel en Barbara van Beukering.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur:

50 manieren om afscheid te nemen

Je kunt het maar één keer doen

Kruip nooit achter een geranium