"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Land zonder Sarah

Woensdag, 4 maart, 2009

Geschreven door: Hans Münstermann
Artikel door: Karlijn de Winter

Dromen van Hitler en Napoleon

Pim Fortuyn heeft de aanslag op zijn leven ternauwernood overleefd en is na een overweldigende verkiezingszege premier geworden. Geert Wilders, vlug overgelopen naar diens partij, is een van de ministers in zijn kabinet. In dit Nederland vindt op een zonnige ochtend een moord plaats die verdacht veel lijkt op die op Theo van Gogh: de mediagenieke Ang, ‘een jonge Chinees die beweerde een Jood te zijn’ en provocerende televisieprogramma’s maakt, wordt neergestoken. De Nederlandse samenleving raakt totaal de kluts kwijt, weet niet meer waar het heen moet.

Het is What if-literatuur, zoals we die kennen van bijvoorbeeld Philip Roth ( The plot against America ) of Philip K. Dick ( The man in the high castle ): ‘hoe zou de wereld eruitzien als de geschiedenis anders was verlopen?’ In dit specifieke geval dus ‘hoe zou onze maatschappij functioneren als Pim Fortuyn op 6 mei 2002 niet was overleden?’ Het is een fascinerende vraag, maar geen onschuldige: Münstermanns antwoord erop leest allerminst als een vrijblijvende sciencefictionfantasie. Hoe bevreemdend de samenleving die hij schetst ook is – een populaire tv-show met een Chinese presentator die zich voordoet als Jood? Een Geert Wilders die bijna als godheid vereerd wordt? -, de problemen die er spelen blijven niettemin onrustbarend herkenbaar.

Alles lijkt te maken te hebben met de richtingloosheid die er heerst. Mensen willen wel ‘recht door zee’, maar waarheen dan? Mensen verlangen wel naar daadkracht, maar waartoe precies? Zoals een van de personages in Land zonder Sarah zegt: ‘Ik ben opgevoed met idealen, een wereldbeeld met plaats voor het geloof, maar het is allemaal weggespoeld. Ik wil geloven, zoals de moordenaar, die heeft tenminste het geloof in zijn daad. Wij hebben niks.’ De huidige regering geeft ook al geen houvast, het blijken vooral slapjanussen te zijn die er wel op los praten maar niet voor zingeving zorgen. Hoofdpersoon Wolf, journalist en ontrouwe echtgenoot, weet ook niet welke kant hij op moet, de warboel in zijn hoofd heeft behoefte aan stevig leiderschap, aan een duidelijke lijn:

‘Hij zou iemand als Napoleon willen interviewen, graag. Een Europese Mao. Als therapie. De kop van zo’n kerel zou al het andere in zijn eigen kop wegvagen. Je zou dat heerschap van nabij ervaren, zijn bewegingen, de entourage, de lichaamsgeuren, de stupide details. Het messianisme. Je kon ook nog voor zo’n kerel vallen!’

Kookboeken Nieuws

Een sterk heerschap ontmoeten we, wrang genoeg, in de figuur van Hitler, die in Land zonder Sarah de tegenhanger vormt van deze hopeloos vertwijfelde Wolf. In feite worden de lotgevallen van deze Wolf namelijk gepresenteerd als droom die Hitler (alias, jawel, Wolf) beleeft tijdens een treinrit die hem in de nacht van 9 op 10 mei 1940 naar het westen voert. Via een radioverbinding vertrouwt Hitler deze droom toe aan zijn Eva, en op die manier ontrolt zich de episode uit het leven van de eenentwintigste-eeuwse Wolf die na een lange reis door China thuisgekomen plots geconfronteerd wordt met de in de tussentijd plaatsgevonden moord op Ang – nota bene voor zijn eigen flat. Met ook nog eens een huwelijk dat zo goed als op de klippen gelopen is, een gebroken gezinsleven en zelfs verlaten door zijn minnares Sarah, leeft hij nu in totale ontreddering.

In dit toekomstvisioen van Hitler, waarin de orde en het duidelijk gezag dus helemaal verdwenen zijn, heeft de hedendaagse Wolf ook zelf weer een visioen, een droom waarin Duitsland de oorlog gewonnen had, en op de Dam in plaats van het huidige monument een reusachtig standbeeld stond. Ook Napoleon, nog zo’n heerschap, neemt zijn verbeelding in beslag. Op die manier raken levensechte en ingebeelde verledens, speculaties over de toekomst en een onwerkelijk maar toch herkenbaar heden, met elkaar verstrikt. Dat dooreenvlechten van verschillende tijden is een procedé dat Münstermann al sinds zijn (solo)debuut Het gelukkige jaar 1940 toepast en dat vaak een verrassend sterk effect teweegbrengt. Heden en verleden zijn in zijn werk nauw met elkaar verbonden, en dat brengt de personages soms in de war, maar hun ervaringen worden er ook mee verrijkt. Bij het lezen van Münstermanns boeken verplaats je je soepel van de ene in de andere tijd en dat levert, zo ook in ¬_Land zonder Sarah_, spannende kruisverbanden op. Sarah en Wolf dromen over de idealen van Napoleon, Hitler-Wolf trekt lering uit de reddeloosheid van zijn toekomstige naamgenoot.

Toch brengt dat heen en weer bewegen door de tijd ook risico’s met zich mee. De flashbacks, waar het boek vol mee staat, kunnen verrassende, maar ook verwarrende situaties opleveren. Wolf heeft, komen we tegen het einde van het boek te weten, een tijd geleden wel eens als gast opgetreden in Angs televisieprogramma, en sindsdien is hijeen grote afkeer voor hem gaan voelen. De opmerking die Wolf eerder in het boek maakt, na Angs dood, dat hij hem van gezicht kende en nauwelijks iets van hem wist, komt dan wel in een vreemd daglicht te staan. Zulke ongeregeldheden doen af aan de machtige compositie van de roman.

Desondanks blijft het boek, vol van intrigerende dwarsverbindingen en uitdagende ideeën, zijn overtuigingskracht behouden. Het minst inspirerend zijn misschien nog de privéverwikkelingen tussen Wolf en zijn gezin en minnares en (parallel daaraan) die tussen Hitler-Wolf en zijn Eva, maar die hebben een functie, een diepere betekenis in de roman, en zijn dus zonder meer te rechtvaardigen. Zoals je bijvoorbeeld ook terugziet in De bekoring beseft Münstermann dat, hoe sterk de grote historische ontwikkelingen ook op de achtergrond aanwezig zijn, de individuele beslommeringen (hier: huwelijksproblemen) altijd nog de meest prominente plaats innemen in onze beleving. En daardoor speelt ook Het land van Sarah, zelfs al spreekt het in eerste instantie je verstand aan, nog steeds sterk in op je menselijke gevoel.

In 2006 heeft Münstermann met zijn vorige roman De bekoring de AKO literatuurprijs gewonnen, en dus verbaast het niet dat zowel op internet als in tijdschriften en kranten veel én snel op de publicatie van Land zonder Sarah is gereageerd. Op internet vinden we een breed scala aan besprekingen, van boekverslagen en weblogposts tot grondigere artikelen. In de tijdschriften schreven Marja Pruis ( De Groene Amsterdammer ) en Jeroen Vullings ( Vrij Nederland ) uitgebreide stukken. Wat voegen krantenrecensies nog toe aan deze bijdragen, is de vraag die, nu ‘Cicero’ ten onder dreigt te gaan, nodig aandacht verdient.

De drie (op boekengebied) grote dagbladen, NRC Handelsblad, de Volkskrant en Trouw, wijden allemaal vlak na zijn verschijning in oktober een lange recensie aan Land zonder Sarah. Voor een recensent ligt het voor de hand direct een vergelijking te trekken met De bekoring, dat immers bij het grote publiek bekend en bekroond is, wat Jann Ruyters in Trouw dan ook doet.

’Het verleden, zeker de Tweede Wereldoorlog, is nooit ver weg in de romans van Hans Münstermann. (…) Zo switchte hij in zijn bekroonde roman ‘De bekoring’ heen en weer tussen de jaren dertig, de jaren vijftig/zestig en het heden. En in ‘De bekoring’ verbond hij de idealen van de architect van een Amsterdamse middenstandswijk met de gevoelens van de wanhopige huisvrouw die er enkele decennia later woonde.

In ‘Land zonder Sarah’ gaat de schrijver nog een stap verder. Hij laat niemand minder dan Adolf Hitler een nachtmerrie hebben over onze tijd, en dat net op de dag dat Duitsland Nederland binnen zal vallen.’

Ruyters heeft er in tegenstelling tot mij voor gekozen om de roman al vanaf het begin voor te stellen als een geestelijke projectie van Hitler, wat het hele verhaal over ons eenentwintigste-eeuwse Nederland meteen in een luguber, maar dromerig daglicht stelt. Ze geeft de interpretatie van het boek hiermee een interessante nieuwe dimensie: in plaats van het te zien als (vervormde) spiegel van onze maatschappij, leest ze het als product van de verbeelding van één personage: ‘Na de moord [op Ang] is Nederland bang, maar eigenlijk is het dus Hítlers angst die vormgeeft aan chaos en onrust: zijn onbewuste brengt het voort.’ Zoals de architect in De bekoring het ideaal van harmonieuze gezinslevens in zijn wijk bedreigd ‘ziet’ worden door de huwelijksproblematiek van de ouders van Andreas Klein, zo voorvoelt Hitler de chaos waarop zijn wilde plannen wel eens uit zouden kunnen gaan lopen. Wellicht is het idee zo’n rijk, gedetailleerd product van de verbeelding (wat die hele eenentwintigste-eeuwse verhaallijn in deze lezing dus is) aan de Führer toe te schrijven wat al te vergezocht, wat ‘te wild’ zoals Ruyters’ zegt. Haar eindoordeel stemt aardig overeen met dat van Marja Pruis in De Groene Amsterdammer en Jeroen Vullings in Vrij Nederland, en is dan ook niet positief.

Anders dan Trouw presenteert de Volkskrant Münstermanns boek wel in eerste instantie als een afspiegeling van de hedendaagse samenleving. Arjan Peters voert dat terug op het oeuvre van Jan Tetteroo, het pseudoniem waaronder Münstermann in vroeger jaren samen met Jacques Hendrikx schreef, ook bijzonder sociaal geëngageerd: ‘Gelukkig is de geest niet terug in de fles, zoals de nieuwe roman van Münstermann uitwijst.’ Toch suggereert Peters in de loop van zijn recensie ook dat het verontrustende nu dat Münstermann schetst wel eens allemaal fantasie zou kunnen zijn – ontsproten aan Hitlers geest weliswaar, waardoor je je er nog steeds niet bepaald op je gemak over voelt. Maar moet je dat ‘nu’ dan lezen als fantasievolle verbeelding van Hitler? Of toch als toekomstvisioen ‘van iemand die het niet bij dromen hield’ met voorspellende waarde? Dat laat Peters noodgedwongen in het midden; hij geeft slechts aan waar in Land zonder Sarah de vraagtekens oprijzen en laat zien dat er geen definitieve antwoorden zijn, zoals dat in goede literatuur het geval is. Al die openstaande vragen zorgen ervoor dat die roman je hoe dan ook bij de keel grijpt, besluit Peters zijn recensie:

’En Münstermann laat ons zwalken en bungelen, doordat we zijn roman niet onschadelijk kunnen maken door hem weg te zetten als een verstrooiend detectiefje. Want als we ontkennen dat fictie, over een buitenissige droom nota bene, iets met de werkelijkheid heeft uit te staan, zouden we onszelf pas werkelijk ontmaskeren als Nederlanders, die zichzelf op bange momenten voorhouden vanouds en wezenlijk buitengewoon nuchter en tolerant te zijn.

Terwijl we allemaal gevangen zitten in Münstermanns gouden strop, en slechts kunnen dromen van een verlossende ontknoping.’

In NRC Handelsblad wijst Elsbeth Etty op dezelfde gevoelens van beklemming die Land zonder Sarah teweegbrengt:

‘… huiver wordt opgeroepen door de visie van de dromende Hitler op onze tijd, gekenmerkt door rassenwaan, xenofobie en godsdiensthysterie. “Stel dat de hele wereld buiten Nederland Geert Wilders ging verheerlijken als enige almachtige God!”, peinst Wolf. Het is het visioen van een hallucinerende gek, maar als we Münstermann moeten geloven dan worden wij door zulke gekken omringd. Sterker: die gekken zijn wijzelf.’

Die huiver wordt nog extra geladen wanneer je je een weg weet te banen door het ‘macaber[e] doolhof van verwijzingen’, waarvoor Etty in haar recensie (evenals “Historiek”: http://historiek.net/index.php/200811031058/boek/Land-zonder-Sarah-Hans-Munstermann.html een goede week later) nog extra bewegwijzering aanreikt. Land zonder Sarah staat immers bol van links naar historische gebeurtenissen, en wanneer je die weet te duiden wint het boek aan betekenis. Wat bijvoorbeeld wellicht niet iedere lezer direct doorheeft is dat Goldensohn, de recherche die alle buurtbewoners van Ang interviewt – onder wie Wolf die hij van de moord verdenkt -, ook de naam is van de psychiater die tijdens de Neurenberger processen met de gedaagden sprak en daarbij tot een ook voor de lezer van Land zonder Sarah veelzeggende conclusie kwam: ‘Verontrustend aan Leon Goldensohns gesprekken (…) is dat de nazi’s die hij ondervroeg doorsnee mensen bleken te zijn met een normaal gezinsleven.’ De interesse voor de nasleep van de Tweede Wereldoorlog, en de focus op het ‘normale’ gezinsleven hebben een centrale plaats in het werk van Münstermann, toont Etty, en daarbij doelt zij op zijn recentere solowerk. Op die manier verbindt ze in haar recensie het oeuvre van de auteur, de verwijzingen binnen zijn roman en de sociale urgentie ervan tot een betekenisvol geheel.

Dat is ook precies wat al deze krantenrecensies, ieder op hun eigen manier, aan de kritiek toevoegen. Ze plaatsen het boek in een groter geheel, naast zijn eerder werk of binnen een sociale context. Ze voorzien het van interpretaties die er een nieuwe kijk op geven, of spreken de vragen uit waar het de lezer mee achterlaat en onthullen zo de gelaagdheid ervan. Iedere recensent brengt eigen invalshoeken aan het licht en geeft zijn stuk zodoende een unieke toegevoegde waarde mee. Iedere (kranten)recensie minder betekent daarom een inbreuk op het zinvolle debat dat over literatuur gevoerd kan worden. De waarde van de literaire kritiek ligt dan ook niet zozeer in de aparte recensies besloten, maar veeleer in de dialoog die ze over en weer, op internet én in gedrukte media, kunnen aangaan.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: