"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Landschapsplan Nederland

Maandag, 23 januari, 2023

Geschreven door: Henk van Blerck
Artikel door: Evert van der Veen

De ‘aankleding’ van ons land

[Recensie] Landschapsplan Nederland gaat over “ons grootste kunstwerk bestaande uit de miljoenen bomen en struiken die tussen 1946 en 1976 geplant zijn en die nu het beeld van het cultuurlandschap bepalen”.

In het voorwoord neemt landschapsarchitect Henk van Blerck de lezer echt mee op de weg naar zijn onderzoek dat door de heldere stijl van schrijven voor een breed publiek toegankelijk is. Een landschapsplan is een plattegrond waarop de beplanting is ingetekend. Dat klinkt nogal simpel maar voor zoiets tot stand komt, is er heel wat onderzoek naar de historische ontwikkelingen in een gebied, de bodemgesteldheid, overleg met bewoners – vaak agrariërs – en organisaties voor natuurbescherming aan vooraf gegaan.

Roelof Jan Benthem kan als een pionier van het landschapsplan worden beschouwd. Aan hem wordt dan ook veel aandacht besteed en over zijn werk wordt met respect gesproken. Opmerkelijk is dat deze pioniersactiviteiten zich in de jaren van de Tweede Wereldoorlog afspelen. Dit gegeven krijgt verder geen aandacht maar deze context is wel bijzonder. In mei 1941 werd zelfs ‘in samenspraak met de bezetter’ de Rijksdienst voor het Nationale Plan opgericht. Het doel is het ontwikkelen van een plan “dat de bestemming aangeeft van den Nederlandschen bodem en dat ten doel heeft een harmonische ontwikkeling van het oppervlak van ons vaderland langs vooraf uitgebakende lijnen te bevorderen” (p. 39).

Natuurwaarden
Het idealisme van de natuurbescherming, waarvan de invloed al vanaf het begin van de 20e eeuw merkbaar is, dringt nu ook buiten eigen kring door omdat anderen, waaronder planologen oog krijgen voor natuurwaarden. Er wordt over de natuur zelfs gesproken in termen als ‘het geluk van ons volk’. Het oorspronkelijke, natuurlijke landschap mag niet in de cultivering daarvan ten onder gaan. Mensen krijgen oog voor de waarde van het landschap zelf: “dit is de hoogere betekenis van onzen strijd voor de schoonheid van het landschapsbeeld” (p. 55).

Boekenkrant

In 1944 wordt dan ook een werkgroep ingesteld met als doel “het waken voor de schoonheid van ons cultuurlandschap”. Oude cultuurlandschappen zijn esdorpen, oude boerderijen, terpen, stroomruggen, slagenlandschap. Daarnaast zijn er nieuwe cultuurlandschappen als droogmakerijen en bedijkingen, veenkoloniën, zandgraverijen, heide-ontginningen.

Benthem brengt in zijn visie naar voren dat het Nederlandse landschap uniek is in Europa omdat op een kleine oppervlakte een grote variëteit aan landschappen voorkomt. Bovendien is er door menselijke invloed – maar soms ook wel natuurlijke processen – sprake van een dynamisch proces van permanente ontwikkeling waarin het landschap van karakter verandert. Het huidige landschap is dan ook niet meer hetzelfde als het landschap van ons voorgeslacht.

Mensen staan in een landschapsplan voor de opgave om het waardevolle uit de geschiedenis van het landschap te bewaren en, achteraf gezien onjuiste, ingrepen uit het verleden te corrigeren en waar mogelijk ook nieuwe natuur te scheppen. Aan deze drievoudige opgave is in feite nog niets veranderd en we zien ook overal in ons land dat het landschap wordt gecorrigeerd. De Marker Wadden zijn een vorm van nieuwe natuur die ook noodzakelijk is om een eerdere ingreep – de bouw van de Afsluitdijk – wat betreft de waterkwaliteit enigszins te corrigeren. Ook het project Ruimte voor de rivier heeft naast de noodzaak van waterberging nieuwe natuur voortgebracht.

Benthem verwoordt dit fraai in zijn tijd: “Opdat in ons eenig-mooie Nederlandsche landschap, dat niet in gelijkvormigheid onder mag gaan, ook straks weer, gelijk in de eeuwen die gingen, kinderen op mogen groeien, die in waarheid getuigen kunnen van de onvergane schoonheid van het land, dat hun door het voorgeslacht werd nagelaten” (p. 78). De goede lezer proeft in de woorden ‘ook straks weer’ de context van de oorlog; de brief is in mei 1944 geschreven.

Redelijkheid of schoonheid
Het is na de oorlog nog een lange weg om de balans tussen natuur en cultuur te vinden, om te zoeken naar de juiste verhouding tussen beide, waarin er ruimte is in het landschap voor ‘redelijkheid’ (veranderingen van culturele en economische aard) en ‘schoonheid’ (bewaren van de oorspronkelijke natuur).

In Landschapsplan Nederland komen vele voorbeelden uitgebreid ter sprake waarin onderzoek van een gebied leidt tot een nieuw voorstel om dit gebied met daarin specifiek passende natuurwaarden in te richten. Het is een samenspel van mensen en organisaties waarin tal van belangen en invalshoeken een rol spelen. Na de oorlog verandert het landschap in snel tempo: uitbreidende steden, toenemende industrialisatie van de agrarische sector en ruilverkaveling spelen tientallen jaren een belangrijke rol in het landschappelijk beleid waartegen natuurwaarden het vaak wel moeten afleggen. Deze factoren worden zijdelings aangestipt want ze behoren niet tot de kern van dit onderzoek.

Er groeit een visie op het landschap waarin verschillende typen landschap hun eigen plaats hebben en recht wordt gedaan aan de natuurlijke en culturele rijkdom van ons Nederlandse landschap dat onze ‘groene maatpak’ is waar wij samen in wonen, werken en recreëren. Henk van Blerck gebruikt hiervoor het beeld van een meester-schilder met zijn gezellen die samen aan een groot schilderij werken.

Dit boek Landschapsplan Nederland is prachtig uitgegeven op een royaal formaat, met een verzorgde lay-out. De prettig leesbare tekst wordt aangenaam geïllustreerd met sfeervolle, soms ook historische foto’s, heldere kaarten en plattegronden. Landschapsplan Nederland is dan ook interessant voor iedereen met serieuze belangstelling voor ons Nederlandse landschap en zeker voor mensen die hier beroepsmatig in werkzaam zijn als planoloog of geograaf bijvoorbeeld.

Henk van Blerck studeerde in Wageningen en deed daarna onderzoek naar het ontworpen landschap van de ruilverkavelingen in Drente. Vervolgens werkte hij als zelfstandig landschapsarchitect, verzorgde tentoonstellingen en manifestaties om de discussie over de toekomst van het landschap te stimuleren. Landschapsplan Nederland is de bewerking van zijn dissertatie waarop hij aan de Rijksuniversiteit Groningen promoveerde.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow