Wat doen we bij 10 miljard mensen?
[Recensie] Hoe ziet de wereld er over pakweg dertig, veertig jaar uit? Hoeveel mensen leven er dan op aarde? Verkeren zij tegen die tijd in goede gezondheid, is er genoeg eten voor iedereen en is het milieu een beetje in orde? Dit zijn zo’n beetje de centrale vragen, die filosoof/journalist Ralf Bodelier in zijn recent verschenen boek stelt. De heersende verwachting hierbij is dat het tegen die tijd waarschijnlijk niet best zal zijn met de mensheid, heeft de Club van Rome dit niet al in 1972 gezegd? Belangrijke oorzaak van de ellende: de overbevolking.
Dat het aantal mensen op aarde toe zal nemen is duidelijk. Tussen nu en 2064 groeit de bevolkingsomvang van de huidige 7,8 miljard mensen tot 9,8 miljard, zo is becijferd. Toch is Bodelier er niet volledig van overtuigd dat het groeiend aantal mensen op de wereld veel problemen zal gaan veroorzaken. Want hoewel de mens schade aan de aarde berokkent, staat volgens hem daar tegenover dat de mens ook voor veel verrijking zorgt. Want: de mens legt kanalen aan, bouwt kathedralen, ontwerpt het internet, versiert het landschap met bruggen, speeltuinen en steden en, alsof dat nog niet genoeg is, ontstaan er ook muzikale composities, zoals van Mozart.
Jupitersymfonie
Deze optimistische toon kenmerkt het hele boek, maar de vraag is of die positieve houding terecht is. Wat heb je bijvoorbeeld aan een kathedraal, een speeltuin of aan de Jupitersymfonie van Wolfgang Amadeus Mozart als je bijna sterft van de honger, omdat er een systematisch gebrek aan eten is? Of als je door een vervuild milieu veel korter leeft dan anders mogelijk zou zijn?
Het is opvallend hoe warrig de redeneringen zijn in dit boek. Onder het kopje “De naderende bevolkingspiek” stelt Bodelier dat er met name één bepaald Afrikaans land is waar de bevolkingsgroei zo hard gaat dat we ons daarover zorgen moeten maken. Dit dus in tegenstelling tot de eerder geuite mening, dat het wel meevalt met de toename van de wereldbevolking. Maar de toestand in Nigeria is kennelijk anders. Want aan het eind van deze eeuw zullen er naar verwachting 783 mensen per vierkante kilometer wonen. Dat is veel in vergelijking bijvoorbeeld Duitsland, waar nu 288 mensen per vierkante kilometer leven. Het merkwaardige is, dat het hoofdstuk vervolgens vermeldt dat Bangladesh momenteel al 1300 mensen per vierkante kilometer heeft en Singapore zelfs 8400 mensen per vierkante kilometer! Is die situatie kennelijk dan geen probleem? Waarom behandelt deze filosoof wel een mogelijk toekomstscenario van Nigeria en laat hij de opvallende bevolkingsdichtheid in Bangladesh en Singapore buiten beschouwing? In een eerder hoofdstuk heeft hij overigens gesteld: ‘Pers zes miljoen mensen op elkaar in een rumoerig dal en er ontstaat menselijkheid.’ (…) ‘Wanneer wij op elkaar botsen, leren we elkaar juist kennen en waarderen. Doorgaans beginnen we dan samen te werken en gaan we ons om elkaar bekommeren.’ Wat beweert hij nu? Moeten we nu streven naar minder mensen op de aarde of juist naar meer?
Jeruzalem
Naast dit soort onlogische redeneringen legt het boek verbanden die uit de lucht komen vallen. Zo komt aan de orde dat er tegenwoordig minder kinderen op jonge leeftijd sterven dan vroeger. Dat is ongetwijfeld een groot goed, maar heeft dat met de groeiende bevolkingsaantal te maken? ‘Dat de bevolking toeneemt is dus op de eerste plaats iets om blij van te worden. Volwassenen fokken niet langer als konijnen: kinderen sterven niet langer als ratten.’ Dat de hogere levensverwachting van kinderen mogelijk te danken zou kunnen zijn aan een verbeterde gezondheidszorg komt niet aan de orde.
Het meest merkwaardige hoofdstuk handelt over de geboorte van de mens. Daartoe reist de auteur af naar Jeruzalem, waar weliswaar niet de eerste mens ter aarde kwam, want die was al drie miljoen jaar geleden geboren, maar hier in deze heilige stad ontstond de mens als méns, ‘als een verantwoordelijk en creatief schepsel.’ En die omslag begon met het afscheid van het heidendom en het ontstaan van het scheppingsproces door God. Ook in dit hoofdstuk is de redenering soms volkomen onbegrijpelijk. De zichzelf atheïst noemende Bodelier doet dan uitspraken als: ‘Zonder Genesis 1 geen kapitalisme en socialisme, geen liberalisme of sociaal democratie.’ Waar is de wetenschappelijke onderbouwing va deze uitspraak?
Even verderop staat de zinsnede, die misschien wel het beste de opvatting van Bodelier samenvat: ‘Wanneer de mensheid bestaat uit 100 miljoen mensen, dan is de draagkracht van de aarde 100 miljoen. Groeien we van 1,8 naar 7,9 miljard, dan groeit het draagvlak mee van 1,8 miljard naar 7,9 miljard.’ Vervolgens haalt hij met instemming de econoom Henry George (1839-1897) aan, die in 1871 beschreef dat de werkelijke planetaire grenzen pas in beeld komen als alle mensen met zijn allen schouder aan schouder staan. Als je inderdaad dat denkt, kunnen we ons zonder enig schuldgevoel ongelimiteerd gaan voortplanten en de boel blijven vervuilen.
—
Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow
Bazarow Populaire Fictie
Bazarow Literatuur & Non-fictie
Bazarow Kinderboeken