"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Laserlicht

Zaterdag, 14 september, 2019

Geschreven door: Mike Jansen
Artikel door: Johan Klein Haneveld

Verbeeldingsvolle SF van Nederlandse bodem

[Recensie] Dat ik een fan ben van Tais Teng, en dan met name van zijn hardere SF-verhalen, zal niemand die mijn recensies volgt ontgaan zijn. Vooral sinds ik de hand heb kunnen leggen op een stapel oudere bundels van zijn hand zijn mijn ogen opengegaan voor het onmiskenbare talent en de ongeevenaarde verbeelding van deze schrijver. Als we in het Nederlandse taalgebied wat de SF betreft al een topper hebben voortgebracht, dan is dat zonder enig spoor van twijfel Teng. Bovendien is er volgens mij nauwelijks een ander te noemen die al zo lang in het genre actief is, en nog steeds net zo productief als hij. Met meer dan 100 boeken op zijn naam laat hij ieder ander ver achter zich. Het lijkt heel veel en een mindere schrijver zou waarschijnlijk in herhaling vallen, maar Tais weet steeds weer nieuwe werelden te scheppen en originele situaties te verzinnen. In dat opzicht kan hij inderdaad met Jack Vance vergeleken worden. Natuurlijk heeft hij zijn schrijftrucjes. Zo viel mij in recensies van de Gran Terra-saga op dat genoemd werd dat hij in jeugdboeken hetzelfde type hoofdpersonen laat terugkomen, en hebben zijn werelden in SF-verhalen vaak overeenkomende trekjes. Toch is geen enkel verhaal hetzelfde en vooral geen enkele wereld – hoe hij het doet weet ik niet, maar zijn werelden leven. Gevuld met details, vaak bizar, maar toch kloppend. Gesuggereerd door vergelijkingen met wat wij kennen, door de personen in het verhaal volledig als normaal beschouwd, zonder uitgebreide technische uitleg van het hoe en waarom. Culturen niet alleen rudimentair geschetst, maar levende, ademende entiteiten met invloed op alle aspecten van het bestaan. Als je in zijn verhalen rondloopt zie je de bewegende grafiti, hoor je de meeuwen, ruik je de zee. Zo ook hier.

Ja, het langste en direct beste verhaal van deze bundel is in de lijn van de recente Ziltpunk-verhalen. Buitendijks onder zengend blauwe hemels volgt het tienermeisje Fatima als ze met haar ouders het land achter de Dijk Europa moet verlaten en een weg moet vinden in het Buitendijkse. Haar naïviteit kan wel eens duur komen te staan. Het verhaal staat bol van details (en soms had ik het idee dat het er bijna onder bezweek – dat het Verenigd Koninkrijk is verdwenen was voor het plot niet echt nodig bijvoorbeeld), maar alles komt aan het eind mooi, zei het bitterzoet bij elkaar. En het gras strekt duizend eeuwen diep bevatte een grimmig toekomstbeeld met een mooi tijdreisaspect en Honkong rozen was ook een angstaanjagende visie, met een hoopvol einde. Met gebroken oog en botte klauw had een stuk korter kunnen zijn. Het begin meanderde, maar aan het eind kwam er vaart in, met interessante buitenaardse culturen, goed beschreven en goed overdreven. Wat horroraspecten (een rottende wereld) en een opvallend einde. Niet zo goed als Buitendijks maar ik heb er wel van genoten. De schrijfstijl van Teng blijft ondertussen ongeëvenaard. Zinnen als “De kanalen kronkelen als het slijmspoor van een slak met hevige buikpijn” en “Als een onafzienbare rij prikken hadden de ruimteschepen zich met hun luchtsluizen aan de koker vastgezogen” spreken tot de verbeelding. Veel vergelijkingen uit de biologie. Ik vond zelfs een verwijzing naar ‘neonetra’s’, wat mij als aquariumliefhebber aansprak. Ook interessant vond ik het ‘punt Omega’ dat herhaaldelijk terugkeerde. Ik heb het ook in eerdere verhalen van Teng gelezen. Kennelijk neemt Teng voor zijn toekomsten de filosofie van filosoof en theoloog Teilhard de Chardin als uitgangspunt (zoals andere SF-schrijvers). Aangezien ik in mijn denken over geloof en wetenschap sympathie heb gekregen voor de ideeën van deze schrijver vind ik het leuk ze hier ook aan te treffen en ze geven de verhalen van Teng direct wat meer diepgang mee. Het gaat ergens naartoe. Oh, en in dit geval genoot ik ook zeer van de tekeningen van de auteur. Een mooie bundel die op geen enkele boekenplank zou misstaan.

Eerder verschenen op Hebban

Yoga Magazine