"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Leven in de wildernis

Zaterdag, 1 april, 2017

Geschreven door: Miriam Lancewood
Artikel door: Anne Geert Bosma

Even terug uit de wildernis

[Interview] Deadlines, hypotheekzorgen, e-mails en andere stressverwekkers: wie droomt er nooit van om zijn drukke bestaan te ruilen voor een leven in de wildernis? De Nederlandse Miriam Lancewood (33) bracht haar droom tot werkelijkheid. In haar fascinerende boek Leven in de wildernis,  van de Achterhoek naar Nieuw-Zeeland, beschrijft de voormalige gymlerares hoe ze met haar man Peter de afgelopen zes jaar heeft doorgebracht in de ongerepte natuur van Nieuw-Zeeland. Bergen Magazine sprak met haar toen ze onlangs even terug in Nederland was.

Natuurlijk was het eerst flink wennen. “Soms was ik op mijn gemak, dan weer rusteloos”, herinnert Miriam zich. “Ik miste mijn familie, muziek en e-mail. En ik verveelde me. In mijn hoofd was het een chaos vergeleken met de stilte van de natuur. Ik moest gewoon afkicken.” In 2015 begonnen ze aan de Te Araroa Trail, een drieduizend kilometer lange tocht door Nieuw-Zeeland. Ze leefden van bonen, zelfgebakken brood en wat de natuur verder bood: vruchten, bessen en het vlees van eigenhandig met pijl en boog geschoten hazen, geiten en buidelratten. Ze sliepen in een klein tentje. Het verblijf in de wildernis heeft Miriam goed gedaan: “Ik ben sterker geworden en heb meer energie gekregen. Dat komt doordat we met het ritme van de natuur meebewegen. We gaan bijvoorbeeld slapen als het donker wordt, we eten wanneer we honger hebben. Een horloge hebben we niet nodig.”

Navelstreng

De navelstreng met de bewoonde wereld hebben Miriam en Peter evenwel nooit doorgesneden. Af en toe bezochten ze winkels om hun voorraden aan te vullen. Als ze dan toch in de ‘beschaving’ waren checkten ze in internetcafés hun e-mail en verdienden geld met optredens als straatmuzikant.

Boekenkrant

Geld was ook reden voor Miriam in te gaan op het verzoek van een uitgever om over deze ervaring een boek te schrijven: “Het is handig om mijn spaarpot te spekken. Ik heb niet veel geld nodig, maar het is wel fijn iets achter de hand te hebben.”

Ze heeft het boek geschreven in een hutje, 100 kilometer van de dichtstbijzijnde winkel. “Op weg naar de bewoonde wereld kreeg ik een lift van een boerin. Toen ik haar vertelde dat ik een plek zocht om dit boek te schrijven, bood ze mij een hutje aan vlak bij haar boerderij. Ik heb het geschreven op een geleende, oude laptop.

In de wildernis kan ik niet schrijven omdat we geen communicatieapparatuur bij ons hebben. Zelfs geen fototoestel.”

Na het weekje Nederland verlangt Miriam alweer naar het volgende avontuur. “Misschien gaan we nu wel naar Oost-Europa of Australië. Dat wordt met de wilde dieren in de wildernis daar weer een nieuwe ervaring. Vast staat dat we de wildernis weer opzoeken.”

Leven in de wildernis een prettig lezend boek. Op de achtergrond speelt wel steeds het besef dat de twee hoofdrolspelers niet zonder de bewoonde wereld kunnen. Dat doet naar mijn gevoel afbreuk aan hun heroïek.


Eerder verschenen in Bergen Magazine