"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Lezen en laten lezen

Zondag, 17 november, 2019

Geschreven door: Arnold Huijgen
Artikel door: Wolter Huttinga

Wel ja, gooi er maar weer eens een boek over de Bijbel tegenaan. Maar dit is fris, vlot, bloemrijk

De auteur
[Recensie] Arnold Huijgen is hoogleraar systematische theologie aan de Theologische Universiteit Apeldoorn.

Thematiek
“Christelijk Nederland zindert van vragen rond de uitleg van de Bijbel”, opent Huijgen zijn boek. Dat gaat vaak om hete hangijzers als homoseksualiteit of schepping en evolutie. Welke rol je de Bijbel bij dat soort thema’s laat spelen, hangt af van de manier waarop je de Bijbel interpreteert, ofwel je ‘hermeneutiek’. Als docent, onderzoeker en gelovige is Huijgen al jaren bezig met de vraag: hoe lees je de Bijbel? Hij kon het niet laten om zijn gedachten over deze vraag op te schrijven voor een breder publiek dan alleen academici.

Maar de Bijbel is bij Huijgen wel even iets anders dan een blik mogelijke antwoorden op moderne vragen. Zijn aanpak is met één woord te typeren: bevindelijk. Dat wil zeggen dat hij in een gereformeerde traditie staat die een intieme, eerbiedige en innerlijke relatie met God hoog in het vaandel heeft staan.

Het citaat boven de inleiding is dan ook een van die klassieke bevindelijke psalmregels: “Gods verborgen omgang vinden zielen waar Zijn vrees in woont” (psalm 25). Huijgen is wars van een rationalistische omgang met de Bijbel, waarin die een soort foutloze fetisj is geworden, een historisch onfeilbare, strenge meetlat voor het leven. Terwijl hij wel doordrongen is van een diepe eerbied voor wat hij liever ‘de Schrift’ noemt.

Boekenkrant

Dat komt omdat het Huijgen in alles te doen is om de afstemming van de ziel op de stem van de levende God. De Bijbel lezen, dat wil niet zeggen dat jij als uitlegger aan de macht bent. Je opent je voor een werkelijkheid die jou mag lezen.

Muzikaal en mystiek
Het is onvermijdelijk dat Huijgen ook een paar flinke cultuur-filosofische lijnen trekt. De Bijbel werd in de vroege Reformatie gezien als een ‘levende stem’, maar veranderde in de Verlichting in een rationeel puzzelboek dat ‘van kaft tot kaft’ historisch correct was. Descartes, met zijn zoektocht naar een onwankelbaar ankerpunt voor kennis, is hier volgens Huijgen de kwaaie pier.

Een pleidooi voor bevindelijk bijbellezen dus. Huijgens taal en verwijzingen roepen nog twee woorden op. In de eerste plaats het woord muzikaal. Hij spreekt voortdurend in termen van ‘afstemming’ en ‘toonzetting’. Je ziel is volgens Huijgen een soort klankkast die je leert afstemmen op de melodie van de Schrift. Dat past in zijn anti-rationele betoog. Het gaat er niet zozeer om de Bijbel goed te begrijpen, maar om op zijn spreken afgestemd te raken.

Huijgens muzikale hermeneutiek wortelt echter in de mystiek en gaat zelfs terug op de mysticus Meister Eckhart. Huijgen heeft een prachtig hoofdstuk over Luthers omgang met de Bijbel, waarin hij aantoont hoe Luther put uit dezelfde mystieke ader als Eckhart en diens leerling Johannes Tauler. ‘Leeg worden’ is daarin een belangrijke constante. Jezelf leeg maken om vol te worden van God is een soort onderliggend principe dat zowel past bij Eckharts mystiek als bij Luthers theologie van de genade.

Stevige zinnen
“‘Theoloog’ is bij Luther degene die van God weet, de christen dus. Hoe je theoloog wordt, omschrijft Luther dan ook als volgt: ‘Door te leven, dat is door te sterven en verdoemd te worden, word je theoloog; niet door te lezen, te begrijpen en te speculeren.’”

Reden om dit boek niet te lezen
Wel ja, gooi er maar weer eens een boek over de Bijbel tegenaan. Ouwe koek. De voorkant ruikt al stoffig: ah, een oude Statenvertaling. Huijgens pleidooi is niet nieuw en in feite weinig opzienbarend. Zijn taal is soms bloemrijk, soms fris en vlot, maar soms ook behoorlijk zwaar: “De tekstuele gestalte van de Bijbel is dus geen rustend gegeven, maar is opgenomen in heel de dynamiek van Gods werk.”

Reden om dit boek wel te lezen
Het boek is veel frisser dan de voorkant, het onderwerp en de bevindelijk-gereformeerde toonzetting doen vermoeden. Huijgen herpakt gewoon iets van het oorspronkelijke elan van de reformatoren die zich verheugden over de stem van God die ze hoorden in de Heilige Schrift. Ik ben het enorm eens met zijn pleidooi voor een spirituele benadering van de Bijbel die probeert achter het funderingsdenken van de moderniteit terug te gaan. Bij Huijgen krijgt de uitdrukking ‘Gods Woord’ weer iets fris, levends en hoopvols.

Eerder verschenen in Trouw