"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Lichter dan ik

Vrijdag, 29 mei, 2020

Geschreven door: Dido Michielsen
Artikel door: Marjon Nooij

Als de was wordt verwijderd van de batik

[Recensie] Lichter dan ik is een raamvertelling waarin Isah terugkijkt op de zestig jaren die achter haar liggen. Ze vertelt haar bewogen en hartverscheurende geschiedenis aan haar vriendin Tjanting die alles voor haar vastlegt. Vanuit het ik-perspectief lezen we Isah’s verhaal.

Dido Michielsen (1957) is behalve auteur ook journalist. Haar moeder vertelde haar het verhaal over haar betovergrootmoeder, bijvrouw van een Hollandse militair, aan de hand van een album met foto’s en geschriften. Dit leidde tot acht jaar onderzoek en inspireerde haar tot het schrijven van haar eerste roman, Lichter dan ik, welke is beloond met de Boekhandelsprijs 2020 en een plekje behaalde in de longlist van de Libris Literatuurprijs. Met deze roman zet Michielsen de schijnwerper op de Javaanse vrouw.

1850, Java

Isah is met de naam Piranti ter wereld gekomen in de kraton te Djokja, – “de ommuurde paleisstad die voor ons Javanen de kosmos op aarde vertegenwoordigt” – als buitenechtelijke dochter van een Indische bijvrouw, njai, en een Javaanse prins. Met haar moeder woont ze beschermd en tevreden in een eigen huisje. Piranti leidt een zorgeloos bestaan, maar haar geluk wordt drastisch door elkaar geschud wanneer het aapje, dat ze van haar oom heeft gekregen, haar wordt afgenomen. Op dat moment ontdekt ze dat haar vriendin een prinses is.

Heaven

“Omdat zij heeft gezegd dat ze Soeko wil hebben. En als een poetri iets wenst, dan moeten wij daaraan gehoorzamen. Ook jij, kleine anak kampong. […] Je moet dit accepteren. Als je Soeko in het paleis ziet, mag je hem niet roepen of aanraken. Vergeet hem. Roep nooit de wrok van Karsinah en Djatmie over jezelf af, want zij hebben macht over jou.”

Vanaf die dag verandert haar leven en voor Isah staat het vast dat ze niets zal laten merken, ze zal haar leven vanaf die dag acteren, totdat ze weet hoe ze Karsinah zal laten boeten voor het verdriet dat ze haar aan heeft gedaan.

Wanneer Isah zestien wordt lijkt de tijd gekomen om haar uit te huwelijken, maar ze is vastbesloten om geen gedwongen huwelijk aan te gaan en trekt, als huishoudster en bedpartner, in bij een Hollandse KNIL-militair. Ze krijgen twee dochters en Isah leidt een heel gelukkig leven, in de veronderstelling dat ze een onwrikbaar gezinnetje vormen. Totdat hij haar vertelt naar Nederland terug te gaan en hun kinderen bij een ander gezin onder te zullen brengen. Wat volgt zijn bittere jaren voor Isah.

“Eenmaal terug keek ik opnieuw in de spiegel. Mijn evenbeeld was totaal veranderd, alsof iemand met een poetslap hard over de verschijning van een paar uur terug had gewreven. De ondeugende glimlach was verslapt tot een droevig hangende mond, de trotse blik in mijn ogen verdwenen.”

Michielsen heeft met dit aangrijpende verhaal de personages levensecht neergezet en het tijdbeeld fantastisch uitgewerkt. Het is onbetwistbaar dat er veel onderzoek aan deze roman vooraf is gegaan. Het leven van een bijvrouw was bitterhard en er bleek weinig compassie met hen te zijn. De Hollanders overheersten de Javanen en de mores in die tijd. Javaanse vrouwen werden gebruikt om het gemis van een vrouw te verzachten en maar slechts af en toe leidde deze liefde ook daadwerkelijk tot een huwelijk. Het bleek simpel te zijn om deze vrouwen gewoonweg af te poeieren. Vele njai’s zijn nooit geregistreerd en zodoende nooit meer getraceerd. “De naamloze moeders van duizenden Indo-Europeanen en hun nageslacht, dat lichter gekleurd is dan zij.”

Vanwege het gebruik van veel Indische woorden is er een uitgebreide woordenlijst in het boek opgenomen.

Een even enerverend als fascinerend verhaal over het inheemse en koloniale Hollandse leven dat je niet onberoerd achter laat.

Eerder verschenen op Metdeneusindeboeken