"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Lotte Weeda

Dinsdag, 28 juni, 2022

Geschreven door: Maarten 't Hart
Artikel door: Lalagè

Wie is gefotografeerd, maakt kans te overlijden

[Recensie] Tot mijn verrassing kreeg een boek van Maarten ’t Hart de meeste stemmen in de afgelopen poll op mijn website Blijkbaar zijn er nog genoeg liefhebbers van zijn werk. Ik had wel zin om weer eens wat van hem te lezen. Zijn romans met natuurbeschrijvingen, bijbelcitaten en flauwe humor bevallen mij altijd wel.

Een titel die enkel uit een naam bestaat vind ik meestal nietszeggend, zo ook bij het boek Lotte Weeda.

Lotte Weeda is niet de hoofdpersoon, maar wel de aanleiding voor het verhaal. Ze is fotograaf en komt naar het dorpje Monward om de 200 bekendste inwoners te fotograferen. Daar wordt dan een boek van gemaakt, dat wel een aardige titel draagt: Sluitertijden. Ze heeft voor een ander dorp ook al een fotoboek gemaakt en een anonieme rijke Monwarder heeft Lotte de opdracht gegeven om dit ook voor Monward te doen.

De ik-persoon wordt niet bij naam genoemd, maar lijkt verdacht veel op Maarten ’t Hart zelf: hij werkt graag in de tuin, speelt piano en orgel (gratis bij trouwerijen en uitvaarten) en heeft een kale kop. Het verschil is dat zijn vrouw er met een vriend vandoor is gegaan, wat hem de vrijheid geeft om over allerlei vrouwen te fantaseren. Monward is uiteraard een anagram van Warmond. De straatnamen zijn bijna allemaal katholiek: de Acolietenlaan, de Misdienaarslaan en de Kapelaan…. maar over een katholieke kerk wordt niet gerept. De ik-persoon speelt soms orgel in de protestantse kerk, waarvan de dominee een jonge vrouw is die Maria heet.

Boekenkrant

De ik-persoon, of zal ik hem maar gewoon Maarten noemen, wandelt met zijn hondje in het dorp en komt zo van alles te weten. Hij is één van de eersten die Lotte ontmoet en maakt haar een beetje wegwijs. Maar zij bepaalt zelf wie ze op de foto zet en wie in het fotoboek komt. Dat geeft al onrust, want sommige dorpelingen willen er heel graag in en anderen juist niet.

Halverwege de roman komt er wat meer vaart in. Het fotoboek is al een paar maanden uit en het is een dorpeling opgevallen dat al heel wat gefotografeerden zijn overleden. Hij denkt dat dat geen toeval is en organiseert een bijeenkomst, maar ja, wat kan je eraan doen. Zo gaat iedereen anders om met dit vermoeden.

De rode draad rond het fotoboek wordt afgewisseld met allerlei grappige anekdotes. Ik moet lachen om de Bijbelse grapjes en de psalmregels die steeds bij Maarten bovenkomen. Hij gelooft niks meer, maar is zeer gehecht aan deze citaten. Het is geen verrassend boek of hoogstaande literatuur, maar het leest lekker en het is toch ook fijn om af en toe wat lichts te lezen. Bij Maarten ’t Hart weet je wat je kunt verwachten. Als je van zijn stijl houdt, dan maakt het niet uit welk boek je van hem leest. Het is altijd vermakelijk.

Eerder verschenen op Lalagè leest