"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Maar ik ben al thuis

Zondag, 22 september, 2013

Geschreven door: Elmer Schönberger
Artikel door: Johan Bordewijk

Onvoltooid verleden tijd

Maar ik ben al thuis, de nieuwe roman van Elmer Schönberger, begint met een gestrande reiziger die de vertrekhal van het vliegveld Benito Juarez tot zijn thuis gemaakt heeft. De hoofdpersoon Ysbrand bevindt zich in Mexico-stad, omdat hij zijn retourbiljet willens en wetens heeft laten verlopen. Hoe iemand ertoe komt om zomaar zijn dagen te slijten op een vliegveld is een mooi gegeven voor een verhaal. Schönberger is er in geslaagd dat overtuigend vorm te geven.

Anderhalf jaar eerder is Ysbrand gediagnosticeerd met terminale darmkanker. Geheel tegen de verwachting in blijft hij echter in leven. In de ‘extra speeltijd’ van zijn leven dringt de herinnering aan zijn verloren jeugdliefde Suus zich onontkoombaar op en hij besluit haar te gaan zoeken. Complicerende factor is dat ze inmiddels is overleden. Hij werpt zich daarom op het internetdaten en verzeilt zo in Mexico bij Xuxu. Hoewel onbenoemd in het boek, hoopt hij dat zij de plaats van Suus zal innemen. Heel mooi wordt beschreven hoe die ontmoeting verloopt, hoe stuntelig ze met elkaar omgaan, hoe erg Xuxu haar best doet om van hem te houden en hoe onmiddellijk duidelijk is dat dat zal mislukken. Ysbrand leeft volledig in het verleden, het onvoltooide verleden met Suus, niemand kan haar plaats innemen. In de nog volgende ontmoetingen tussen X en Y, zoals ze elkaar gekscherend noemen, werkt Schönberger die stunteligheid verder uit. Steeds indringender voelt de lezer de wanhoop waarmee ze toch proberen elkaars geliefde te zijn.

Schrijnend

Na de mislukking met Xuxu trekt Ysbrand zich helemaal in zichzelf terug om in een soort van meditatieve staat te leven met de herinneringen aan Suus. Net als het leven van Ysbrand komt het verhaal bijna tot stilstand, zonder dat het saai wordt. Op het vliegveld wordt hij onderdeel van het meubilair, hij is niemand tot last en krijgt via een webcam zelfs enige cultstatus. Toch werkt hij geleidelijk aan op de zenuwen van de overheden. Het verhaal krijgt weer vaart als de Nederlandse ambassade zich met hem gaat bemoeien. Uiteindelijk leidt dat tot een schrijnend slot.

Gedurende zijn verblijf in de vertrekhal houdt Ysbrand zich af en toe bezig met reizigers. Het vliegtuig van een klein Nederlands meisje heeft vertraging. Tegen de wil van de moeder in praat ze met hem. Er ontspint zich een mooie dialoog.

Boekenkrant

 ‘”Ons vliegtuig is stuk.”
“Zeker weer een gebroken vleugel.’
“Nee, hè.”
“Ik hou je een beetje voor de gek.”
“Dat mag niet hoor.”
Pruilend gezichtje. Ysbrand weet niet wat het betekent. Als het een spel is, kent hij de regels niet.
“Ik weet zeker dat er nu heel hard aan jullie vliegtuig wordt gewerkt. Het komt allemaal goed.”
“Hoe weet je dat?”
Hij zegt maar wat, alleen om haar gerust te stellen.’

Die laatste zin had niet gehoeven, dat hij haar geruststelt blijkt ook uit zijn woorden. Maar het geeft wel aan met welke tederheid hij het meisje benaderd.

Maar ik ben al thuis toont hoe werkelijk het verleden kan zijn, hoe sterk dat het heden kan bepalen. Dit boek kent weinig plot en richt zich vooral op belevingswereld van de hoofdpersoon. Ysbrand leeft helemaal op de herinnering aan zijn verloren jeugdliefde. In een rustig tempo en met liefde voor detail voert Schönberger de lezer door het verhaal, zonder dat het langdradig wordt.

Boeken van deze Auteur:

Maar ik ben al thuis