"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Machteloos

Woensdag, 9 november, 2011

Geschreven door: Steven Crombez
Artikel door: Daan Stoffelsen

Berlusconi’s perspectieven op geluk

De uitgave van Steven Crombez’ debuut Machteloos had niet beter getimed kunnen zijn dan in het jaar van Silvio Berlusconi’s neergang. Het jaar dat hij na een greep naar de ultieme macht veroordeeld wordt voor zijn misdaden, en zijn straf moet uitzitten in ballingschap op een geïsoleerd eilandje. Het jaar dat hij ook lichamelijk plotseling achteruit gaat, en niet alleen zijn rug en longen het niet meer doen, maar ook zijn geslacht. Eh, nee. Machteloos is fictie, maar journalistiek geschreven en op feitenmateriaal geïnspireerde fictie, en alleen de voorspellende waarde had het een interessant debuut gemaakt.

Want de vraag is of er nieuwe inzichten te peuren zijn uit de biografie van de Italiaanse premier, nieuwe inzichten in de macht of in de mens. Ik denk het niet. (‘Behalve een omnivore bouwpromotor, was Silvio B. ook een nietsontziende tv-magnaat geweest.’) Hoogstens zijn de speculaties omtrent Berlusconi’s startkapitaal, verkregen uit handen van zijn maffiose vader, nieuw – maar ook dat is niet schokkend. Dat is de journalistieke waarde; de literaire waarde – er staat immers ‘roman’ op het omslag – komt in de droogbroodstructuur niet naar voren: Silvio B. gaat van bed naar ontbijt naar lunch naar kaartspel naar diner, en herinnert zich momenten uit zijn carrière als zakenman en vrouwenverslinder, terwijl zijn lichaam elke dag zwakker wordt.

Ook de zinnen vormen zich volgens een voorspelbaar schema, waarbij Crombez het Pinkeltjesyndroom, ook wel Kurt Wallandersyndroom, flink uitbuit: de hoofdpersoon wordt consequent bij zijn gehele naam genoemd, en persoonlijk voornaamwoorden komen er amper aan te pas. (‘Silvio B. voelde dat Claudia sidderde, ze drukte zich nog dichter tegen hem aan. “Hier meisje, pak een stoel en ga zitten,” fluisterde Silvio B. na enige tijd.’)

En dat het misgaat, is vanaf pagina één duidelijk. Dat ook de psyche van Crombez’ Silvio zo geraakt wordt dat hij gekke zinnen gaat produceren, is maar een kleine verrassing:

Dans Magazine

‘Silvio B. probeerde het besef te versmachten dat hij in een illusie had geleefd. Het oordeel van anderen als graadmeter voor het eigen geluk. Hoe had hij toch in die val kunnen trappen? Hier in zijn eenzame kamertje op dit verloren gelegde eiland vielen er in die optiek weinig perspectieven op geluk te bespeuren.’

De vlamismen kan men de Vlaamse auteur amper verwijten, maar over het algemeen had ik Crombez een preciezer voorspellend vermogen gewenst. Laten we hopen, in deze optiek, dat een volgend boek hem meer perspectieven op geluk biedt.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.