"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Damast, 150 jaar tafellinnen in Nederland

Donderdag, 27 augustus, 2020

Geschreven door: Caroline Boot
Artikel door: Chris Reinewald

Discreet damast

[Recensie] Tafellinnen van damast vinden we meestal opgeborgen in (over)grootmoeders buffetkast. Misschien eten we met Kerst wel ‘ns van het ‘ouderwetsche’ luxe linnen met servetten en vingerdoekjes. De discrete schoonheid van glanzend damast zit ‘m in de geweven (vaak bloem en dier)motieven. Die zie je door de schuine lichtval dankzij het contrast tussen ketting- en inslagdraden.

Caroline Boot, bescheiden kracht van het Textielmuseum Tilburg, produceerde bij haar pensioen als conservator een tentoonstelling en dit mooie, allesbehalve oubollige standaardwerk over damast. Onvermijdelijk is damast daarmee tot textielerfgoed gemuseologiseerd.

Via China en de Zuidelijke Nederlanden belandden handgeweven damasten Leiden en Haarlem. Mede dankzij de Franse Jacquard-methode, een pre-digitale techniek met ponskaarten, ontstonden na 1850 in Noord-Brabant stoom aangedreven damastweverijen. Uit die traditie komt ook het Textielmuseum, eerder een weverij, voort. 

Helder bespreekt Boot techniek en werkwijzen zodat je de veelal abstracte schoonheid van de gul afgebeelde damasten uit de museumcollectie waardeert. Centraal staan de twintigste-eeuwse ontwerpers Chris Lebeau en Kitty van der Mijll-Dekker. Hij werkte in de decoratieve Art Nouveau-traditie. Zij was moderner, abstract geschoold aan de textielafdeling van het Bauhaus. Beiden benutten de mogelijkheden binnen de strikte technische marges.

Boekenkrant

De laatste 50 jaar weefden fabrieken het nodige koninklijke gelegenheidsdamast of luxe linnens en wandbespanning voor scheepvaartmaatschappijen. Om de damast-traditie op te peppen met Dutch design gaf Boot namens het TextielLab en Textielmuseum opdrachten aan Studio Job, Scholten & Baijings, Formafantasma, Hella Jongerius, Viktor & Rolf, Peter Struycken. Zo verrijkte ze de collectie met uniek damast waaraan niets gedateerds valt te ontdekken.

Eerder verschenen in Museumtijdschrift