"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Magnus

Maandag, 28 februari, 2011

Geschreven door: Arjen Lubach
Artikel door: Gemma Venhuizen

Liefde met een hoofdletter C

Wat betekent het als je de controle over je eigen leven af en toe kwijt bent? Als je minutenlang naar Mozart luistert zonder het te beseffen, als je soms niet eens merkt dat mensen voor je neus je leven in en uit wandelen? Merlijn Kaiser, twintiger en hoofdpersoon uit de roman Magnus van Arjen Lubach, weet niet beter. Al sinds zijn jeugd heeft hij last van epileptische aanvallen, ‘absences’, waarin hij met zijn mond gaat smakken, zijn ogen wegdraaien en hij even van de wereld is.

‘Je bent nu eenmaal anders. Niet minder, maar anders,’ hebben zijn ouders hem altijd voorgehouden. Maar dat anders-zijn brengt wel beperkingen met zich mee. Nooit alleen mogen zwemmen, nooit zijn rijbewijs mogen halen en altijd afhankelijkheid moeten voelen.

Die aanvallen lijken er dan ook de oorzaak van dat Merlijn een B-rol in zijn eigen leven vervult. De rol van een toneelschrijver die wel de stukken schrijft, maar niet de erkenning krijgt; van iemand zonder rijbewijs, die anderen de richting laat bepalen; van een jongen die wel Merlijn heet, maar in een schoolmusical over een tovenaar alleen de rol van kikker krijgt toebedeeld. Terwijl anderen de sterren van de hemel spelen, blijft hij in de luwte. Of zoals hij zichzelf toespreekt:

‘Je valt rechts noch links van de weg af, je raakt soms de berm aan, rijdt met twee wielen in het gras, dan weer aan de ene kant, dan weer aan de andere, maar nooit zul je daadwerkelijk ontsporen of tegen een boom tot stilstand komen.’

Pf

Toch zijn het in feite niet eens de doktoren of de medicijnen die Merlijns leven regisseren. Het zijn ook niet zijn vrienden, die hem na jaren keihard laten vallen omdat hij te weinig van zich laat horen. Het is zelfs niet de geheimzinnige persoon die zijn creditcardgegevens heeft ontvreemd en in Stockholm zijn geld aan het besteden is in pretparken en restaurants.
Het zijn de vrouwen.

Allereerst Caro, op wie Merlijn op slag verliefd raakte in de trein naar Florence, tijdens een studiereis in de vijfde klas van de middelbare school [zie daarvoor de eerste pagina’s van de roman bij Athenaeum – red.]. Zij was het meisje dat hij na jaren voor zich wist te winnen, tot het moment dat ze ervandoor ging met een singer-songwriter. En dan Cecilia, de geneeskundestudente uit Uppsala, die hij ontmoet wanneer hij naar Zweden afreist – weg van Caro, in een poging te achterhalen wie de dief van zijn creditcard is.

Ze lijken zo engelachtig fragiel, de vrouwen aan wie Merlijn zijn hart verliest, maar in feite hebben ze roofdiertrekjes. Mooi en meedogenloos tegelijk. Kwetsbaar en ontwapenend, maar ook ondoorgrondelijk en sterk. De een sluipt door zijn herinnering op ‘ijsbeervoetensloffen’, de ander wordt door haar vader als ‘wolvendochter’ omschreven. En waar Merlijn ze wil beschermen tegen enge mannen, ze veiligheid wil bieden, zijn zij degenen die hem moeten opvangen, die het stuur moeten overnemen als hij toch van de weg dreigt te raken.

‘Meisjes die je doen wankelen’ zijn het, de vrouwelijke hoofdpersonen uit Magnus. Lubach, op zijn beurt, brengt zijn lezers uit balans, met gedachten en vergelijkingen die je omver blazen, met mooie woorden als ‘ijsbeervoetensloffen’ en ‘placebotrots’.
Hij combineert melancholie met lichtvoetigheid, wisselt luchtige passages af met rake, filosofische overpeinzingen. Bij Lubach wil je aandachtig lezen, want in elke zin kan een mooie woordspeling of een verrassende wending zitten.

‘Ik had in Groningen en later in Amsterdam vaak gehoopt op de achtbaan die er van je leven kan worden. Jezelf ergens omhoog takelen en dan zonder enige invloed op het traject naar beneden lazeren, zonder de bochten of de duur van de baan te kennen. Het liefst in de striemende regen en in het gezelschap van onbekenden. Nu het eenmaal zover was, was ik misselijker dan ooit.’

In Zweden begint Merlijn aan een inhaalslag en durft hij eindelijk de controle eens bewust te verliezen. Hij probeert andere rollen uit, stort zich in het avontuur. Maar zo makkelijk is het niet om van toneelschrijver plotseling regisseur te worden. Op papier heeft Merlijn zijn eigen leven keurig onderverdeeld in aktes, maar in werkelijkheid blijkt hij afhankelijk van de spelers om hem heen. Zelfs als het op orgasmes aankomt – waarin je jezelf toch bij uitstek ongeremd kunt laten gaan – geeft hij de regie uit handen: hij laat de ander bepalen wanneer hij klaar mag komen.

Jammer is dat Lubach af en toe wat erg weinig aan de verbeelding overlaat. De ervaringen en gevoelens van Merlijn worden soms zo nadrukkelijk beschreven dat de magie wegvalt. En natuurlijk ligt een referentie aan Nooit meer slapen van W.F. Hermans voor de hand in een boek dat zich in Scandinavië afspeelt – maar moet dat ook zo expliciet onder woorden worden gebracht?

Magnus is niet het meest verrassende boek van Lubach. De plot is (net als bij zijn vorige boeken) sterk, maar wat opbouw en thematiek betreft is de roman redelijk voorspelbaar. Aan de andere kant: waar de personages in Lubachs vorige romans ( Mensen die ik ken die mijn moeder hebben gekend en Bastaardsuiker)
wat aan de oppervlakte bleven, leer je Merlijn door en door kennen. En eigenlijk geldt voor een goed geschreven boek in feite hetzelfde wat in Magnus al over gesprekken geschreven staat:

‘De onderwerpen op zich zijn niet relevant, het zijn de reacties en grapjes over de onderwerpen die maken dat je met iemand nog geen vijf minuten in een lift kan staan of juist vakanties lang samen in ingesneeuwde chalets kan doorbrengen […] de verdieping zit in structuur, in het vormen van gedachten, in absurdisme, in taal, in humor.’

Die elementen zijn volop in Magnus te vinden. Het is de subtiele humor die het schrijnende verlangen naar liefde draaglijk maakt, het zijn de taal en de gedachten die ervoor zorgen dat je van Merlijn gaat houden en hoopt dat hij alsnog van een kikker in een tovenaar verandert. Magnus is een boek over groots en meeslepend liefhebben, met muzen in de vorm van meisjes die met een C beginnen. Het is een roman die laat zien dat goede literatuur niet altijd zwaar en naargeestig hoeft te zijn.
Lubach maakt iemand missen mooi.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: