"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Meisjesherinneringen

Vrijdag, 21 april, 2017

Geschreven door: Annie Ernaux
Artikel door: Anke Cuijpers

De nieuwe Ernaux is onuitwisbaar

[Recensie] “Er is geen enkele foto van haar uit de zomer van 1958,” noteert de meermaals bekroonde Franse schrijfster Annie Ernaux aan het begin van Meisjesherinneringen. Met het herinneringsvermogen van de schaamte diept de auteur die zomer, en dit achttienjarige meisje met haar hartstochten en haar eerste stappen in de liefde voor ons op. Meisjesherinneringen verscheen oorspronkelijk onder de titel Mémoire de fille en het meervoud in meisjes is bewust gekozen door de vertaler. Ernaux vertrekt vanuit een autobiografisch herinneren maar schrijft over herkenbare, universele thema’s als vrouw-zijn, schaamte, hartstocht, tijd en milieu.

Meisjesschaamte

Ernaux bezit een heel uitgebeende, precieze taal omdat ze, zoals ze ooit verklaarde, in bloemrijk proza de wereld waarin ze opgroeide niet kon beschrijven. Haar ouders waren eenvoudige arbeiders die later een klein café annex kruidenierszaak dreven. Het meisje Annie was er de koningin die alles mocht van haar ouders. In 1958 is Annie D. een meisje dat zich voor het eerst losmaakt van haar moeders blik. Als ze alleen naar de vakantiekolonie gaat is ze onwetend, naïef, en gulzig naar ervaringen. Plots is ze lid van een gemeenschap van jongeren die, voor de duur van een zomer, los van de rest van de wereld bestaat. Op haar eerste fuif geeft ze zich aan de hoofdjeugdleider. Een ontmaagding die niet bepaald teder te noemen is, die grof en ruw is, maar een ervaring waardoor ze zich aanvankelijk oppermachtig voelt, als degene die lust en begeerte kan opwekken. De vernedering en het besef wat gebeurde volgt de dag erna, als ze door hem aan de kant wordt gezet en ingeruild voor een blonde jeugdleidster. En met daaropvolgend de vernedering als een andere jeugdleidster haar laat voelen dat ze er niet bij hoort: “Nee, zeg! Wij hebben geen varkens gehoed samen!” Voor Annie D. is het groepsgeluk op dat moment echter groter dan de vernedering, ze wil een van hen blijven, aapt hen ijverig na, neemt zegswijzen over.

Ernaux schrijft vanuit wisselende historische perspectieven, ze neemt telkens een aanloop vanuit de huidige tijd naar haar achttienjarige ik. We lezen beurtelings de taal van de achttienjarige, en de vrouw die haar herinneringen tot op het bot ontleedt. We lezen 1958, de liedjes en idolen van toen, de oorlog in Algerije en hoe veraf die destijds nog blijven kon voor de tieners in de kolonie. De idee desondanks, bij mij als lezer, meer dan ooit te lezen wat het betekent jong te zijn, puber, meisje. De universele ervaringen van vernedering, schaamte, eerste kalverpotige liefdes. Ernaux is er meesterlijk in: “De kloof verkennen tussen de verbijsterende werkelijkheid van wat je overkomt op het moment dat het je overkomt, en de vreemde onwerkelijkheid waarin, jaren later, wat je is overkomen zich tooit.”

Boekenkrant

Het zelfperfectioneringsproject 

Het niet tot vervulling komende verlangen naar de jeugdleider zorgt ervoor dat Annie D. zich wil perfectioneren, een betere versie van zichzelf wil ze zijn, een versie die wel goed genoeg is. Ze zoekt, aan de hand van de bijbel uit die tijd, Beauvoir’s De tweede sekse, het antwoord op de vraag die de vraag is van alle meisjes uit die tijd, hoe je je moet gedragen? Als vrij subject, volgens filosofe Simone de Beauvoir. Ze draagt haar haren als de starlets van die tijd, onderwerpt zich aan een eetregime, ontwikkelt de eetstoornis boulimia nervosa. Ze schrijft zich ondanks het verlangen naar een universitaire studie in op de kweekschool, oftewel de Normaalschool. De plek waar ze leerling-onderwijzeres is, net als haar blonde rivale. De eerste twijfels over haar keuze duiken al snel op:

“Ik heb dat nu wel gekozen maar zeggen dat ik het echt gekozen heb is weer een andere zaak, vind je ook niet dat we eerder door de gebeurtenissen worden gestuurd?”

Ze blijkt er ongeschikt voor, ze mist ‘de roeping’ zoals haar fijntjes wordt verteld. Als ze met vriendin R. naar Engeland gaat als au-pair omdat de rest van het jaar thuiszitten geen optie is, trekt ze een muur op rondom dat verdorven meisje uit de vakantiekolonie. Een muur die decennialang rechtop blijft. Op het moment dat ze een aantal jaren later met R. op zoek gaat naar de plek van de vakantiekolonie merkt ze vooral één ding: ze is de meester, die ene enkele Ander, ontgroeid. Het meisje dat we op de foto van de boekomslag zien is geen verzinsel. Soms ben je al een ander zonder dat je je dat zelf realiseert.

Laten we hopen dat Meisjesherinneringen niet Ernaux’ laatste zoektocht is.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur: