"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Mensen zonder uitstraling

Vrijdag, 18 november, 2016

Geschreven door: Jente Posthuma
Artikel door: Istvan Kops

Stuurloos door het leven

[Recensie] Mensen zonder uitstraling is op het eerste gezicht een erg interessante om niet te zeggen opmerkelijke titel voor een boek dat qua vormgeving behoorlijk opvalt. De complimenten gaan dus sowieso allereerst uit naar Claudie de Cleen die verantwoordelijk was voor de prachtige omslagillustratie en de illustratie aan de binnenkant van het boek. Een blauw lettertype is natuurlijk al niet alledaags en ook daarin onderscheidt het boek zich van andere boeken. En laten we vooral Jente Posthuma zelf niet vergeten die ondanks of misschien juist dankzij die Vooruit-dan-maar-blik op de achterkaft de aandacht naar zich toe trekt. Het zal misschien haar natuurlijke schoonheid of uitstraling zijn.

Haar boek is het verhaal over een vrouw die stuurloos door het leven gaat. Ze is de dochter van een op jonge leeftijd overleden actrice, die een hekel had aan mensen zonder uitstraling. Mensen zonder uitstraling waren volgens haar ‘verschrikkelijke mensen’ en ‘nog erger dan lelijke mensen’. Deze uitspraken drukken een grote stempel op het verdere leven van de ik-persoon, die de rest van haar leven moeite doet om zichtbaar te zijn voor haar omgeving en ondertussen tobt over haar tekortkomingen. Haar pragmatische vader, een psychiater die zich nauwelijks raad weet met de emoties van zijn dochter, probeert haar met goedbedoelde tips op het juiste spoor te houden, maar is sinds het overlijden van zijn echtgenote zelf ook de weg kwijt.

Jente Posthuma levert met Mensen zonder uitstraling een geslaagd debuut af. Postuma hanteert een heel eigen stijl die bijzonder verfrissend is. Het zware thema wordt nergens zwaarwichtig of sentimenteel door haar laconieke, bijna luchtige manier van vertellen. Ze schrijft prachtige zinnen die vanwege hun nuchterheid en hun droogkomische gehalte enorm boeien. Eigenlijk gebeurt er in het verhaal zelf niet bijzonder veel.

De hoofdpersoon kijkt vooral met verwondering naar haar eigen leven. Zo wandelt ze op een gegeven moment tijdens haar studententijd doelloos door de straten van Parijs totdat ze alle arrondissementen heeft gehad. Na een aantal willekeurige ontmoetingen besluit ze dat het zo wel weer genoeg is geweest en laat zich door haar vader ophalen om vervolgens met hem op de bonnefooi via allerlei Franse gehuchten terug naar Nederland te reizen. We zien haar op latere leeftijd als moeder en nog steeds lijkt het leven haar te overkomen. “De baby heette Bob”, meldt ze, alsof ze er zelf ook een beetje van staat te kijken. Het boek eindigt dan weer zo ongeveer waar het allemaal begint, met de dood van haar moeder.

Boekenkrant

De lezer blijft net als de hoofdpersoon voornamelijk een observator. Toch is het geen afstandelijk boek geworden, interessant genoeg eerder het tegendeel. Door haar eigenwijze taalgebruik raakt ze constant direct de kern van alle problemen waaronder de hoofdpersoon gebukt gaat. Postuma heeft weinig woorden nodig om de lezer een beklijvend beeld te schetsen. Geen ingewikkelde zinnen, geen cynisch gedoe, maar feitelijk en zonder enige opsmuk. Het einde van het boek maakt indruk doordat het zonder poeha wordt gebracht.

Eerder verschenen op https://dutchliteraturejunkie.wordpress.com/


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.