"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Mepal, bijvoorbeeld 1950-2010

Woensdag, 25 augustus, 2010

Geschreven door: Renske Kleefstra
Artikel door: Chris Reinewald

Mepal: Nederlandse kunststof met karakter

Een jonge Deen, Egon Wolff kwam kort na de tweede wereldoorlog naar Nederland om Prepen Topsoe rattengif te verkopen. Door de lage waterstand van het IJsselmeer was er namelijk een rattenplaag. Maar de vraag naar gif bleek kortstondig. De Deen trouwde een Nederlands meisje, bleef hier en schakelde over naar melamine en lijmen, bestanddelen van kunststof. Daarnaast importeerde hij Deense kunststof bekers en opbergdozen van Rosti A/S, die ze thuis vermarkte onder de ook hier beter bekende merknaam Mepal.

Noem Mepal dus nooit de Nederlandse Tupperware want zij bedienen een andere markt – camping, party en nu vooral lunchboxen en bekers voor school – en levert vanuit de detailhandel, nooit via party’s.

Wolff zette al gauw zijn eigen productlijn voor Nederland op, nu vijftig jaar geleden. Maar, zoals je Mepal dozen volpropt en ze luchtdicht afsluit om de inhoud goed te houden, zo is ook deze bedrijfsgeschiedenis opgeschreven. Looiig en hilarisch uitwaaierend. Het verwijt dat Nico Nijland in 1972 om onduidelijke redenen Mepal verliet om met ene Theo Botschuijver happenings met pneumatische dingen te gaan uitvoeren… Van zulke absurde trivialiteiten smul ik maar het is natuurlijk teveel informatie. Duister blijven verder de terugkerende fusies, scheuringen en verzoeningen tussen Rosti en Mepal. Dat geldt ook voor de vaktechnische beschrijvingen over sluitingssystemen of kunststoffen en dorre marketingpraat. Een kale beker drinkt niet lekkerder maar een Teletubby decor erop verleent de drinker “emotionele extrawaarde.”

Flankerende teksten over stijlen en de matige acceptatie van kunststof in ons land kleuren het boek verder wat plichtmatig in. Meest interessant zijn de praktijkverhalen over Wolff en de Mepal-ontwerpers. Tussen de regels tekent zich een klein, sympathiek bedrijf af met een onconventionele directeur en bevlogen medewerkers.

Boekenkrant

Toen concurrent Tiger bijvoorbeeld aankondigde ook opbergdozen in kunststof te gaan maken, kroop Mepal niet in zijn schulp maar vroeg Wolff zijn technici ze juist te adviseren. Als de onervaren Tiger slechte kunststof zou produceren zou dat namelijk de hele branche namelijk schade toebrengen. Tiger weigerde en vergaloppeerde zich dan ook.

Vanaf 1955 kreeg Wolff de eerste huisontwerper Teun Teunissen van Manen (die ik van de Rietveld Academie ken als een grote, vriendelijke kabouter in tuinbroek) als inspirerende tegenspeler. Teunissen vouwde allerlei kartonnen modelletjes en liet die op gevoel uittesten. Zijn Bauhaus-aanpak spreekt uit een mok met een onderscheidend geometrisch haak-oor, dat alleen in kunststof en niet in porselein mogelijk was.

Later paste ontwerper Theo Nijland – Nico´s broer waarschijnlijk – het onvriendelijke oor aan zodat het beter in de hand lag.

Welbeschouwd bouwde Mepal voort op de Kubus oer-koelkastdozen van hitte en koudebestendig Jena-glas die Bauhaus-ontwerper Wilhelm Wagenfeld in 1938 ontwikkelde: stapelen, modulariteit maar dan in krasvaste kunststoffen.

De prachtig strakke en vuurrode Kan 66 serie kannen en bekers uit 1978, ontwerp Koen de Winter, belandde bijvoorbeeld in de designcollectie van het MoMA in New York. Stilistisch een hoogtepunt maar commercieel allesbehalve. De doorsnee Mepal-koper liep er in een boog omheen.

Eerder gepubliceerd in ITEMS

Geen ISBN, te bestellen via www.rostimepal.nl


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.