"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Met één been in het leven

Dinsdag, 14 maart, 2017

Geschreven door: Alex Moorlag
Artikel door: Ruud Verwaal

Jong met kanker

[Recensie] Te horen dat je kanker hebt, is een overdonderende gebeurtenis. Je reactie op het nieuws zal misschien verschillen, al naar gelang je op gevorderde leeftijd bent of je nog midden in het leven staat, met werk en een gezin. Maar wat als je nog maar net komt kijken, als je op school zit of aan een opleiding bent begonnen om je dromen waar te kunnen gaan  maken?

Twee boeken die dit jaar zijn verschenen gaan over jongeren die geconfronteerd zijn met die vreselijke boodschap. Twee totaal verschillende boeken, maar in de kern draait het in allebei om hetzelfde probleem: je hebt op jonge leeftijd de diagnose kanker gekregen, en hoe ga je daarmee  om?

Je waardering voor die boeken zal nogal afhangen van allerlei uiteenlopende factoren. De boodschap die beide uitzenden is misschien nog wel het meest neutrale element in de complexe materie die maakt of je het ene boek wél waardeert en het andere niet. Als lezer kun je er op talloze manieren tegenaan kijken. Dat zal ook nog eens afhangen van de context waarin je op dat moment zelf verkeert: je bent zelf ziek en op zoek naar herkenning, je hebt al tientallen boeken over kanker gelezen en je weet inmiddels wat er te koop is, of je hebt nog geen enkele leeservaring en je wordt geraakt door elke uitspraak die je tegenkomt. Je bent een gevoelig type of je bent een hork die zijn ruwe bolster niet laat penetreren door enige vorm van sentimentaliteit. Als je een boek bespreekt, loop je tegen dezelfde zaken aan.

Lezers van recensies waarderen een bespreking meer of minder met dezelfde hierboven genoemde elementen in gedachten. Pas wanneer je de recensent, die zelf ook een leesontwikkeling doormaakt, langere tijd hebt gevolgd, weet je diens oordeel in zijn context te plaatsen en op waarde te schatten.

Pf

Alex Moorlag heeft zijn boek Met één been in het leven bijna twintig jaar na zijn ziekte en behandeling geschreven. Dat maakt zijn boek al anders dan een verslag van een ziekteproces waar de auteur nog middenin zit. Er is sprake van de nodige afstand, en aan het begin weet je al dat de afloop min of meer positief zal zijn. Hij mist een been, maar is nu gelukkig met vrouw en kinderen. Daar- tegenover staat dat zijn relaas, vooral dat van de behandeling, in de tegenwoordige tijd is geschreven, alsof de gebeurtenissen zich afspelen waar je als lezer bij bent. Dat betrekt je dan weer dichter bij het verhaal, en kan de nodige identificatie oproepen, zeker als je als lezer zelf ook ziek bent. Hoofdstukjes over zijn vroege jeugd en opgroeien introduceren Moorlags karakter, waarna je beter begrijpt hoe hij als vroege twintiger tegen zijn ziekte aankijkt. Ook snap je dan iets meer van zijn schrijfstijl, die hoekig is, rauw, met korte zinnen, vol droge humor, en weinig poeha. Direct ook, maar alle schaamte valt weg als je meemaakt wat hij meemaakt. Zoals het fragment waarin hij beschrijft hoe hij zich in het ziekenhuis gaat verzekeren van mogelijk nageslacht, dat uiteindelijk in 2003 via ivf een mooie dochter heeft opgeleverd. Privé-foto’s die zijn opgenomen in het boek illustreren het verhaal van begin tot eind, en laten aan duidelijkheid niets te wensen over.

De foto’s in het boek Jong (en ziek) zijn van een heel andere aard. Koen Broos maakte een serie portretten van de jongeren in het boek, waarop nauwelijks meer te zien is dan hun gezichten. Maar de ene foto is heel intiem (je ziet een slangetje in de neus), terwijl de andere enorme levenslust uitstraalt (vooral wanneer er met   een dier wordt gespeeld). De drie auteurs van dit boek hebben elkaar ontmoet op het jaarlijkse vakantiekamp voor  jongeren van Kom op tegen Kanker in België. Twee van hen als vrijwilliger, en de derde als auteur en theatermaker, die tijdens het kamp theaterworkshops geeft en de jongeren via die weg zich laat uiten over hun angsten en verdriet. Gedurende een week doen de jongeren van alles samen, maar ervoor en erna is er sprake van een enorm isolement. De interviews met de jongeren zijn bedoeld om de bespreekbaarheid te vergroten, voor lotgenoten, maar ook voor familie, kennissen, leraren, vrienden en mensen in de zorg. De verhalen zijn stuk voor stuk pareltjes. Ieder reageert anders op zijn of haar ziekte, en alle emoties komen voorbij.

Alle verhalen over het leven met zeer uiteenlopende  vormen van kanker getuigen zonder uitzondering van kracht,  al loopt  het leven voor sommige van de jongeren misschien wel af. Elke jongere – de meeste  zijn  tussen  de 15 en 20 jaar  – wordt  via een korte vragenlijst geïntroduceerd (leeftijd, diagnose, lievelingsliedje, wat wil je later worden, enzovoort) waarna het persoonlijke verhaal verteld wordt. Opgetekend door de auteurs, die op die manier eenheid in de verhalen hebben gebracht die het boek prettig leesbaar heeft gemaakt.

Eerder verschenen in Hematon Magazine