"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Met karakter!

Donderdag, 6 april, 2023

Geschreven door: Liesbeth van der Pol
Artikel door: Chris Reinewald

Vier de schoonheid van leven en architectuur

[Recensie] In een catalogus, maatje telefoonboek, pakt architect Liesbeth van der Pol (1959) uit met haar oeuvre, zoals zij die als krachtige inkt- en aquarelschetsen tekende. Voor haar geen computer of ‘artists impression.’ In de nuchtere bijschriften leer je Van der Pol kennen als een bevlogen bouwmeester met oog voor bewoners/gebruikers.

Mogen we het een geile gevel noemen? De winkel met neo-neogothische glaswand aan de luxe P.C. Hooftstraat 123, Amsterdam-Zuid. In 2017 tekende Liesbeth van der Pol de pui als kortgerokte vrouw op hakken: “Een eigenzinnige tante met gebeeldhouwde benen uit metselwerk. Zoals Hildo Krop [Amsterdams stadsbeeldhouwer van een eeuw geleden] zijn sculpturen maakte.”

Het winkelpand voor dure merkkleding staat overigens momenteel weer te huur.

Door te aquarelleren zet Van der Pol haar ontwerptraject in volle gang. Het verhoudingsgewijs trage tekenen en schilderen stimuleren tot tussentijdse beoordelingsmomenten voor het té snel concreet wordt. Hoe? Dat zie je op een ontwapenend zoomfilmpje waar ze haar jonge architectuurstudenten, in de coronazomer van 2020, helpt te schetsen: https://youtu.be/fTrG34zVWaw

Schrijven Magazine

De eerste lijnen in potlood. Goede delen overtrekken in oostindische inkt, geduld oefenen tot het droog is, dan de potloodlijnen. Als in trance veegt ze het gumsel weg.  

“Strijk meerdere keren over jóuw gebouw. Je kunt steeds beoordelen wat je wel en nog niet goed vindt.” Dan plenst ze met penseel, water en de napjes aquarelverf: vaak donker blauwgroene waterverfpartijen die als vlakvuller rondom een keurig uitgespaard gebouw vloeien.

Rossi
In deze catalogus bij haar retrospectieve expositie in Almere zie je dat ze de tekentechniek rond 1990 in de vingers kreeg. Tijdens haar architectuuropleiding in de jaren tachtig, toen aan de TU’s bouwkunde veel vrouwen als architect afstudeerden, stimuleerden docenten Van der Pol tot tekenen, zoals designers/architecten van naam als Ettore Sottsass en Aldo Rossi dat ook deden.

Met hen vergeleken is haar stijl ruiger, ook omdat ze – vanwege haar linkshandigheid – van rechts naar links arceert. Ze werkt dus altijd tegen-de-leesrichting-in.

In 1999 was haar architectenbureau in de race om in Maastricht een hotel naast Rossi’s ‘nette’ Bonnefantenmuseum te bouwen. Zes opeenvolgende aquarelschetsen tonen hoe het idee vorm krijgt en zo de opdrachtgever moeten overtuigen. Dat viel tegen. In het bijschrift meldt Van der Pol droogjes: “Wij zagen het helemaal voor ons. […] Zíj zagen het helemaal niet voor zich.” 

De confrontatie Rossi-Van der Pol was daarmee van de baan.

Haar aquarellen van voor 70% inderdaad gebouwde projecten worden afgewisseld met kijklustige reisschetsen van Indiase tempels en Oezbeekse moskeeën met fraai betegelde binnenplaatsen. De exotische invloeden zie je terug in Nederlandse gebouwen. Zo schetste ze een Utrechtse warmtekrachtcentrale (2002) met zes taps toelopende schoorstenen als een mysterieus Indiaas tempeleiland. Volgens Van der Pol ontwerp je niet alleen een gebouw maar ook de directe omgeving, wat ze treffend ‘verlengde functionaliteit’ noemt.

Op de schetsen lijkt het of je de gebouwen en hun omgeving vanuit de lucht aanvliegt. Vaak tekent zij haar achterhoofd als toeschouwster in de rechterbenedenhoek.

Bijna-personen
Voorin het boek geeft de architect haar interpretatie van John Ruskin’s ‘Seven Lamps’: kenmerken waaraan architectuur zou moeten voldoen. Bij Van der Pol gaat het om: liefde, plezier, kracht, emotie, karakter, moed schoonheid. Ze ziet een gebouw als karakter, als een bijna-persoon, […] die verlangt naar een vorm, dat weerloos is en ontworpen wil worden.”

Dit verklaart de sterke iconische waarde van veel van haar gebouwen zoals – bij Almere Buiten – de drie opvallend bordeauxrode woontorens, met een dukdalf-vorm als stevige basis.

Deze ‘Rooie Donders’ lijken poortwachters voor de Regenboogbuurt (1994-98) erachter.

Meer dan bij anderen vormt haar oeuvre een warmbloedig zelfportret. Van der Pol is openhartig over haar depressies als afgeserveerd renovatiearchitect bij de renovatie van de Tweede Kamer en de recessie die het architectenbureau hard trof. Zeilend en aquarellerend vindt ze haar rust terug.

Even openhartig deelt ze haar aquarelportretten die, opvallend genoeg, de finesse van haar architectuur-tekeningen missen. Verder is het louter genieten van Van der Pols inderdaad karaktervolle ‘aqua’s’.

Eerder in andere vorm verschenen op de site van Museumtijdschrift

De gelijknamige expositie met aquarellen van Liesbeth van der Pol loopt tot 31 juli 2023 in de Kunsthal, Kunstlinie, Almere. www.kunstlinie.nl