"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Middaguur

Vrijdag, 9 oktober, 2020

Geschreven door: Dörte Hansen
Artikel door: Nathalie Brouwers

De Ünnergang of gewoon de moderniteit?

[Recensie] Dörte Hansen (1964) werd geboren in het Duitse Noord-Friesland aan de grens met Denemarken. Dat kan je merken aan de namen en het Platduits uit haar tweede roman Middaguur, waar dat laatste gelukkig niet uit is weg gerecenseerd. Ze studeerde taal-en letterkunde in de Universiteit van Kiel, promoveerde in Hamburg, werkte als journaliste en brak in 2015 door met haar gelauwerde succesvolle roman Het oude land.

Middaguur mag zeker hetzelfde succes ten deel vallen. Op een sfeervolle en ontroerende manier beschrijft Hansen in deze roman hoe dr. Ingwer Feddersen, opgraver van de prehistorie en universiteitsdocent archeologie in Kiel, terugkeert naar het Noord-Friese dorp van zijn afkomst, Brinkebüll, waar hij gedurende een sabbatjaar voor zijn grootouders gaat zorgen die hem vroeger opvoedden als hun eigen zoon, en omdat dat oude ‘Noordzeeland’ aan hem trekt, hij zijn afkomst terug wil ‘voelen’. Marret was zijn moeder die alleen maar kort in zijn verleden voorkomt en die zelf eigenlijk nog een kind was toen ze zonder enig besef en in haar eigen wolk van dromen en naïviteit beviel van haar enige zoon.

Het is tegelijkertijd een ‘Gesellschaftsroman’, een verhaal over een klein boerendorp waar nog veel en hard handenwerk werd verricht, en dat in de loop der tijden wordt herverkaveld en gemoderniseerd en vele kleine boeren er daardoor het bijltje bij neerleggen. Het verhaal van Ingwer in het heden die terug naar Brinkebüll is gekomen en in Kiel in een soort commune samenwoont met 2 andere huisgenoten, loopt als een draad doorheen de scènes uit dat idyllische verleden en geeft hetzelfde romantische beeld weer als dat verloren gegane dorpsleven, iets wat ook nooit met de realiteit overeenkwam en niet kan blijven duren. Door zijn wortels terug op te zoeken probeert hij vaste grond onder zijn voeten te krijgen, en van daaruit een eigen leven op te bouwen op de drempel van zijn 50ste verjaardag.

Grootmoeder Ella is beginnen dementeren en hoewel grootvader Sönke nog steeds probeert stand te houden, heeft hij toch dagelijks hulp nodig. De emoties die Ingwer voelt ten opzichte van deze twee oude mensen die nu op hem rekenen, roepen een bijna beklemmende ervaring op en zijn enorm aangrijpend. Hij verzorgt hen en staat in voor hun oude café-pension waarin vroeger alle dorpsfeesten plaats vonden en dat de verhalen van het verloren gegane dorp met zich meedraagt. Het boek is een schildering van het verleden: de dorpsonderwijzer, de kruideniersvrouw, de boer die cowboy werd, enkele kinderen die uit de band springen: allemaal worden ze levendig en kleurrijk naar voor gebracht. De beelden die Hansen oproept uit zowel het verleden als het heden zijn levensecht, soms ruw en onbehouwen, en altijd meeslepend:

“In de verste verte geen schoonheid. Alleen kaal land, het zag er afgeleefd en afgebeuld uit. Een land dat je met een leugentje om bestwil zou willen troosten, waar je je hand op de grond zou willen leggen: het komt goed. Het komt allemaal weer goed. Het paaien met de mooie dagen, als de hemel zonder stenen was, windstille dagen.”

Op het platteland wordt het verleden ingehaald, terwijl er net Berlijners en andere stadsbewoners op zoek gaan naar oorspronkelijkheid en het ‘echte leven’. De rollen worden omgedraaid. Dat de landerijen herverdeeld en rechtgetrokken worden, en zo gemakkelijker te bebouwen en onderhouden zijn, maakt het zware boerenleven makkelijker en comfortabeler. Tegelijkertijd moeten de grote boeren die overblijven, schulden aangaan om zich de nieuwste machines aan te schaffen. De moderniteit is een tweesnijdend zwaard. De vrouwen leren rijden en gaan winkelen in de supermarkt in de dichtstbij zijnde stad, de lokale kruidenierszaak moet sluiten. Nieuwe inwoners en gewoonten doen hun intrede.

Zachtjesaan lonkt er voor Ingwer aan de einder een nieuwe weg. Hansen is een auteur die prachtige zinnen construeert en een meanderend, meeslepend verhaal kan vertellen. Vertaalster Lucienne Pruijs deed uitstekend werk door deze roman in mooi Nederlands om te zetten, maar tegelijkertijd enkele oude klanken en zo de ouderwetse sfeer van het ruige Noord-Friese platteland heeft weten te bewaren. Wat een heerlijk boek met veel diepgang en zeggingskracht heeft opgeleverd!

Boekenkrant

Eerder verschenen op Hebban