"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Mijn getijdenboek

Dinsdag, 6 april, 2021

Geschreven door: Harry Mulisch
Artikel door: Quis leget haec?

Het zegt wat over Mulisch

[Recensie] Ik weet al niet eens meer hoe ik aan Mijn Getijdenboek van Harry Mulisch ben gekomen, maar het zal zo’n niet te missen kans op Marktplaats zijn geweest. Het stond al een tijd geduldig op zijn beurt te wachten totdat ik toe was aan een snel boek voor tussendoor. Nu dus.

Het is een soort autobiogafie met veel fotowerk, tot aan het jaar 1951. Dan heeft hij nog een heel leven voor zich, maar ik vond het toch het lezen waard. Het is ook niet als twintiger geschreven maar pas in 1975 uitgebracht. Nu mocht ik Mulisch bij leven altijd graag horen praten, met die licht hautaine manier. Die klinkt hier ook al in door en dat levert mooie kost op, zoals een bijschrift bij een foto waar zijn vader op staat:

“Eén van de officieren op de afgebeelde theevisite is naderhand generaal onder Hitler geworden. Wie van hen dat is weet ik niet meer, maar ik wed dat het die man daar linksboven is: die bevalt mij in het geheel niet.”

Mulisch schetst aan de hand van foto’s en documenten het milieu waar hij vandaan komt. Het gaat over zijn Oostenrijs-Hongaarse vader, die collaboreerde met de Duitsers en de Tweede Wereldoorlog die zo belangrijk voor hem was. Het gaat over zijn jeugdzonden, zoals de diefstal van een boek met tekeningen van Van Meegeren uit de bibliotheek. Hij is gesnapt, niet bij de diefstal, maar omdat hij er zijn mond niet over kon houden. Het rechtbankstuk wordt ook paginagroot afgedrukt. Het zegt wat over Mulisch.

Boekenkrant

Het gaat over zijn jeugdliefdes, zoals Ada. In typische Mulisch-stijl gaat dat zo:

“Ik ontmoette mijn vierde, of misschien moet ik nu zeggen mijn eerste grote liefde: Ada. Zij was vier jaar ouder dan ik en barstte in tranen uit toen zij hoorde, dat ik pas achttien was. Drie jaar zijn wij samen opgetrokken, dat wil zeggen niet eeuwig, zoals ik mij toen had voorgenomen, en sinds lang is zij getrouwd met een pakistaanse prins in Karachi – of men het gelooft of niet. Dat is toch wel het minste, dat ik na mij verwacht.”

Wat leuk is aan het boek is dat Mulisch zijn leven en ervaringen koppelt aan de boeken die hij heeft geschreven. Hij geeft aan wat als inspiratie diende en waar je het in zijn werk terug kan vinden. Maar hij had ook een ander doel:

“Ik beschouw mijn levensloop als een bron van inzicht, een fons vitae, en zo zou iedereen tegenover zijn verleden moeten staan…men moet zijn verleden verzorgen, zoals men ook zijn lichaam verzorgt…Bovendien wil ik, dat mijn leven buiten zijn oevers treedt en een eigen leven gaat leiden…Ik wil dat mijn leven ieders eigendom wordt, zodat ik zelf stilletjes door de achterdeur kan verdwijnen.”

Eerder verschenen op Quis leget haec?.

Boeken van deze Auteur:

De zuilen van Hercules

Siegfried

De ontdekking van de hemel

De oer-aanslag