Wederopbouw in een preuts en conservatief land
[Recensie] Voormalig Trouw-journaliste Judit Neurink heeft de ultieme consequentie getrokken uit haar steun voor de inval in Irak. In april 2008 verhuisde zij naar het land om daar de ontwikkeling van vrije journalistiek te ondersteunen. Zij runt een mediacentrum dat Iraakse journalisten traint.
Dat klinkt wellicht gevaarlijker dan het is. Neurink woont in Suleymania, de culturele hoofdstad van het relatief rustige Koerdische deel van Irak, waar ze zonder beveiliging over straat kan. “Op een enkele bom na is het in Koerdistan al jaren rustig en veilig”, schrijft Neurink in Mijn Iraakse familie, vrouw in een verloren land, het boek over haar belevenissen in Irak.
Niet dat het helemaal ongevaarlijk is. Eén van Neurinks vrienden, een fotograaf bij de krant Awena, wordt bijvoorbeeld zwaar toegetakeld als hij na een explosie in Kirkuk waarbij tientallen doden vallen, wordt aangezien voor een Turkmeen. Uit videobeelden van de aanval op Neurinks vriend blijkt dat twee mannen de meute tegen hem ophitsen.
Ook in andere opzichten is Irak nog ver verwijderd van het ideaal van een moderne democratische rechtsstaat. Nepotisme viert hoogtij en de bureaucratie is nagenoeg ondoordringbaar. Eigen initiatief blijkt een zeldzaamheid. Daarnaast is Irak – in de woorden van Neurink – “een preuts en conservatief land” waarin de positie van vrouwen slecht is en op zaken als HIV/AIDS een groot taboe rust.
Het blijkt niet eenvoudig om de erfenis van de jarenlange onderdrukking door Saddam af te schudden. Neurink: “Jonge Irakezen ontkennen de revolutietheorie omdat ze niet anders weten. Hitler wordt geëerd omdat dat onder Saddam gebeurde en er nog steeds nauwelijks inhoudelijk weerwerk aan wordt gegeven. Je neemt ze hun leider af, maar daarmee nog niet de wereld die hij schiep.”
Neurink heeft, kortom, nog veel werk te doen in Irak. Gelukkig blijft ze nog even. Het aanvankelijke plan om het mediacentrum binnen een jaar over te dragen aan een Iraakse opvolger, heeft ze inmiddels laten varen. “Ik begin te denken over een vijfjarenplan.”
—
Eerder verschenen in Wordt Vervolgd