"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Mijn lieve gunsteling

Dinsdag, 19 januari, 2021

Geschreven door: Marieke Lucas Rijneveld
Artikel door: Quis leget haec?

Rijk tweede boek van Bookerprize winnaar

[Recensie] Mijn lieve gunsteling van Marieke Lucas Rijneveld is de opvolger van De avond is ongemak en speelt zich ook af op het platteland waar de auteur zelf zo bekend mee is. Dat spreekt uit het hele boek. De hoofdpersoon is een veearts, die liefde opvat voor een veertienjarig meisje. Hij komt voor de dieren bij haar vader op de boerderij en verliest daar zijn hoofd en hart aan haar.

De veearts wordt Kurt genoemd en het verhaal wordt vanuit hem verteld. Dat verhaal wordt opgetekend in 368 pagina’s en is het is een behoorlijke rollercoaster waar je in stapt. Waarom? We lezen voornamelijk gedachten. Zijn gedachten, maar je leert ook het meisje, zijn lieve gunsteling, goed kennen. Er zijn wel hoofdstukken, maar verder wordt het verhaal achter elkaar verteld, zonder witregels of alinea’s.

Dan moet je aardig kunnen schrijven om mijn aandacht vast te houden, zeker omdat Rijneveld er niet voor terugdeinst om lange zinnen te gebruiken. Toch vormde dit geen enkel probleem, ik las het boek achter elkaar uit.

Het is schokkend om te lezen hoe Kurt het vertrouwen van het meisje weet te winnen. Hij speelt in op haar interesses die liggen in de muziek, maar ook in toneel en film (de clown uit Stephen King’s horrorfilm It is een constante in dit boek). Hij speelt met songteksten en met haar fantasie. Zij zegt hem namelijk met Hitler en Freud te spreken en vertelt dat zij verantwoordelijk is voor de ramp met de Twin Towers in 2001. Zij is die tweede toren naar binnen gevlogen. Hij hoort het aan, gebruikt het en komt steeds meer nader tot haar.

Yoga Magazine

Rijneveld heeft zich ook goed ingelezen want ze gebruikt veel fragmenten uit de Bijbel, uit de wereldliteratuur en uit allerlei film- en songteksten en doet dat zo dat het iets aan het verhaal toevoegt. Kurt noemt haar zijn ‘praaldier’ en dat lijkt rechtstreeks ontleend aan Gerard Reve (zijn boek Lieve Jongens wordt ook genoemd) en de termen ‘hazengrauwen’ en ‘deemstering’ kom ik weer bij Maarten ’t Hart vaak tegen. Waar ze in haar vorige boek strooide met (overigens goed gevonden) vergelijkingen is ze daar nu zuiniger mee, maar ze zijn stuk voor stuk raak en hebben vaak betrekking op het leven op de boerderij of Kurt’s werk als veearts. Ook de herhalingen werken prima. Al snel koopt Kurt een matras van ‘koudschuim en traagschuim’ die hij achterin zijn Fiat legt voor hen en die matras komt vaak terug en wordt pas op het einde naar de stort gebracht.

Het is natuurlijk een heftig verhaal maar het wordt in haarfijn taalgebruik toch duidelijk verteld. Reviaans soms, als het gewei (dat ook op de voorkant van het boek niet ontbreekt) dat overal opduikt;

“[…] ik fluisterde dat het volgende keer geweientijd was, alsof we naar een toneelstuk gingen, naar een vertaling van Beckett, ik fluisterde dat er verschillende geweien bestonden, mooier en groter dan die van het kindeke Jezus, dan die van het engeltje, dat je het gewei zou mogen strelen zo lang je maar wilde, en toen schokte je nimfijne lichaam, het schokte zo prachtig mooi, zo verrukkelijk, als een onderhuidse aardbeving en ik zou daarna de stilte willen wegpraten, ik wilde niet zien hoe ontheemd je was, hoe je jezelf voor het eerst echt verloren had en de aardbeving botscheurtjes veroorzaakte, nee, ik praatte over Beckett, over zijn beroemdste stuk Waiting for Godot […]”

De zin was al begonnen en gaat nog door na dit fragment, in een lange maalstroom van gedachten. Soms is er een glimp van de toekomst, als Kurt praat tegen de magistraten waarvoor hij zich moet verantwoorden. Het komt allemaal uit door haar broer die haar dagboekfragmenten leest en als Kurt zijn mail open laat staan. Zijn vrouw Camillia komt erachter en confonteert hem ermee, maar verlaat hem wonderlijk genoeg niet.

Al met al een rijk boek dat ik met veel plezier las en wat mij betreft een bevestiging van de Bookerprize die Rijneveld vorig jaar ontving.

Eerder verschenen op Quis leget haec?