"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Modern - Modern

Zondag, 8 september, 2019

Geschreven door: Jan Bor
Artikel door: Maarten Doorman

Het denken van oost en west verenigd

In zijn nieuwe boek probeert filosoof Jan Bor iets over onze eigen tijd te zeggen.

[Recensie] Ze bestaan nog altijd: wijsgeren die ‘de leegte’ omschrijven als ‘vol ledig’ en met een beroep op kunst en de natuurwetenschap laten zien dat de werkelijkheid niet is wat ze lijkt, een filosofisch cliché dat terug gaat op Plato en ook in veel oosterse filosofie een gemeenplaats is. Toch is het te makkelijk om Jan Bors Modern, modern als een tijdloos boek af te serveren. Want de filosoof probeert juist iets over onze eigen tijd te zeggen. Hij doet dat, net als in eerder werk, op een persoonlijke manier, en wel door zichzelf te presenteren als een kind van de jaren zestig. De ‘spirit’ van die tijd werd uitgedrukt door “vooruitstrevende jongedames” met “minirokjes”, The Beatles, provo en yoga, kortom door een ongebreidelde hang naar ‘vrijheid’.

Deze vrijheid wordt bedreigd sinds de Verlichting in de traditie van Descartes de natuur wil onderwerpen. Gelukkig wordt de vrijheid door dezelfde Verlichting sinds Spinoza ook verdedigd en Bor (1946) heeft er weinig moeite mee dit streven te associëren met kunst en popmuziek uit de vorige eeuw. Vanuit zijn belangstelling voor het boeddhisme wil hij bovendien “onze vrijheid terugpakken” door het denken van oost en west te verenigen. Er zijn mensen die het voor minder doen.

Voor de kern van zijn betoog moeten we terug naar het begin van de twintigste eeuw, toen de drie grote helden van de schrijver lieten zien dat de wereld niet is wat ze leek. Einstein deed dit in de natuurkunde, de Franse filosoof Bergson in de filosofie (al wordt het nog steeds door weinigen erkend) en Mondriaan in de kunst. Bergson had invloed op de futurist Umberto Boccioni en op de kubisten, hoewel het volgens de schrijver raar is dat daar nauwelijks onderzoek naar is gedaan. Bergson anticipeerde ook “op bepaalde fundamentele inzichten van de kwantumfysica”, en je kunt Einstein zo interpreteren dat hij “in bepaalde opzichten correleert met Bergsons gedachten over tijd, ruimte en beweging.”

Kookboeken Nieuws

Huilen in New York

Dat is een luie manier van denken. Misschien spreekt hier de vrijheidsdrang van de jaren zestig in zijn andere gedaante, als een ‘rielekste’ tijd waarin je het ongebreideld over je eigen subjectieve ervaringen kon hebben.

Met plezier vertelt Bor hoe Einstein eerst een jaartje zat te lanterfanten voor hij tot zijn grote ontdekkingen kwam. Hij koketteert ermee dat hij een lezing “voor de autobranche” van meer dan een kwart eeuw geleden als hoofdstuk afdrukt, of “aantekeningen voor een lezinkje dat ik de afgelopen zomer voor twee vrienden en mijn geliefde zou houden.” Dat is inderdaad een lijstje met genummerde punten. En niet het enige, want hij houdt van lijstjes, schrijft hij, en het is wel zo gemakkelijk.

Wie weet hebben we ook de hang naar het subjectieve aan de spirit van de sixties te danken. Waarom moeten wij lezen hoe een schilderij van Mondriaan Bor “tot tranen bewoog” in New York en dat hij voorjaar 1994 een wandeling met de Amerikaanse filosoof Toulmin maakte, als het tenminste geen name dropping is? Waarom telkens jezelf citeren en samenvatten? Deze mix van traditionele filosofie, zenboeddhisme en populair wetenschappelijke fysica is misschien niet tijdloos, maar al helemaal niet van deze tijd. Het is easy going, vintage ’68.

Eerder verschenen in NRC Handelsblad (16-8-2019) en op Maarten Doorman