"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Mohamed Rabbae

Dinsdag, 24 augustus, 2021

Geschreven door: Miriyam Aouragh
Artikel door: Jos van Dijk

Rabbae’s onvermoeibare strijd

[Recensie] Een vriendenboek voor Mohamed Rabbae, belangenbehartiger van minderheden en antiracist.

Twee jaar geleden [de recensie en boek zijn uit 2016/red.] werd Mohamed Rabbae (1941) getroffen door een zware hersenbloeding die hem in één klap het lopen, lezen, schrijven en herinneren onmogelijk maakte. Eerder dat jaar had hij nog opgeroepen om een aanklacht in te dienen tegen Wilders vanwege de uitspraken waarvoor de PVV-leider onlangs is veroordeeld. Rabbae’s vrienden namen het initiatief voor een boek over zijn jarenlange strijd voor de belangen van minderheden en, in de afgelopen jaren, tegen het groeiende racisme. Het biedt naast herinneringen van zijn politieke vrienden interviews met mensen die met hem hebben samengewerkt en enkele teksten van zijn redevoeringen.

Rabbae’s activisme dateert uit zijn tijd als student op de universiteit van Rabat in de jaren zestig tijdens het autoritaire bewind van koning Hassan II. Hij kwam in 1966 naar Nederland om de militaire dienst te ontlopen en ging na een aantal losse baantjes economie studeren aan de UvA. Rabbae zou, zoals vele van zijn gevluchte landgenoten, nog vaak te maken krijgen met de ‘lange arm’ van het Marokkaanse regime, de Amicales.

Van de belangenbehartiging naar de politiek

Hereditas Nexus

Een groot deel van het werk van Rabbae was gewijd de belangenstrijd van migranten, gastarbeiders, allochtonen. Hij speelde eind jaren zeventig een belangrijke rol bij de acties voor verblijfsvergunningen van 182 Marokkanen die in een Amsterdamse kerk in hongerstaking waren gegaan tegen een dreigende uitzetting. In 1983 werd hij directeur van het Nederlands Centrum voor Buitenlanders en vanuit die functie kwam hij in de politiek terecht. Ina Brouwer zocht hem in 1993 aan als duo-lijsttrekker voor GroenLinks. Dat werd geen succes. De partij verloor bij de verkiezingen en Brouwer vertrok. Rabbae bleef Kamerlid tot 2002 onder Paul Rosenmöller. Mohamed heeft in deze periode veel vrienden gemaakt, blijkt uit dit boek. We komen naast Ina Brouwer en Anja Meulenbelt namen tegen als Bas de Gaay Fortman, Thom de Graaf, Tineke Lodders, Hans Dijkstal, Ed van Thijn en Hedy d’Ancona, oud-politici die zich net als Rabbae lieten zien bij manifestaties tegen het racisme en voor een positieve benadering van de multicultufrele samenleving.  Met GroenLinks is het na zijn vertrek uit de politiek eigenlijk nooit meer goed gekomen.

Vrijheid van meningsuiting

Als kandidaat-Kamerlid voor GroenLinks had Rabbae het al moeilijk met zijn partij vanwege zijn begrip voor mensen die Salman Rushdie’s Duivelsverzen wilden verbieden. Als directeur van het Nederlands Centrum Buitenlanders had hij in 1989 afstand genomen van Khomeiny’s fatwa tegen de schrijver. Maar hij vond een rechtszaak over een verbod een redelijke uitweg voor mensen die zich, net als hijzelf, beledigd voelden. Om ongelukken en afglijden naar fanatisme te voorkomen, schrijft Ina Brouwer in haar bijdrage. Op het verkiezingscongres in februari 1994 ging Rabbae alsnog om: “De vrijheid van meningsuiting is een hoofdpijler van de democratie en het verbieden van boeken en publicaties is onjuist.” Acht jaar later, op het congres voor de beladen verkiezingen van 2002 (Fortuyn, 9/11) degradeerde de partij hem tot zijn grote teleurstelling naar een onverkiesbare plaats op de lijst. Zijn functie van bruggenbouwer, die juist in de tijd zo nodig was, werd door de partij niet voldoende gewaardeerd. In 2010 nam Femke Halsema openlijk afstand van zijn acties tegen Wilders’ film Fitna. Rabbae leek het toen verstandiger zijn lidmaatschap van de partij op te zeggen. De band van GroenLinks met de oudere generatie van gastarbeiders werd hierbij definitief gebroken.

Tegen het racisme

Sinds zijn vertrek uit de Kamer is Mohammed Rabbae vooral actief geweest in de strijd tegen racisme. Meer in het bijzonder tegen Wilders. Hij hoorde bij de aanklagers in het eerste Wildersproces en gaf de stoot tot aanklachten in de zaak over de ‘minder, minder Marokkanen’ uitspraak. “Niemand wilde het geloven, maar nu is het wel duidelijk geworden: Geert Wilders is een racist,” was zijn reactie. Voor Rabbae was dat al duidelijk sinds de PVV voor afschaffing van artikel 1 van de grondwet had gepleit. Rechtvaardigheid is volgens Rabbae vooral ook een kwestie van wet en rechtspraak. En voor een rechtvaardige behandeling van minderheden schuwt hij acties in de rechtbank dus niet.

Het antiracisme van Rabbae is ook gevoed door zijn jarenlange solidariteit met het Palestijnse volk, dat nog steeds te maken heeft met een van de meest pijnlijke vormen van racisme. Maar die solidariteit betekent voor hem ook dat hij zich keert tegen opnieuw opkomend antisemitisme is Nederland. Bij de Kristallnachtherdenking in 2008 zei hij: “Nederlanders van Aarabisch afkomst dienen de Joden niet alleen in Nederland maar overal in de wereld te zien en emotioneel aan te voelen als onze broeders en zusters. Het Midden-Oosten conflict mag onze diepe verbondenheid niet aantasten.” Anja Meulenbelt, ook actief in de pro-Palestinabeweging, constateert in dit boek dat het Rabbae toch niet gelukt is de banden tussen moslims en Joden in Nederland te versterken. De Israëlische politiek blijft een splijtzwam. Rabbae is echter al die tijd “een haast pathologische optimist” gebleven, schrijft Meulenbelt. “Nu hij is uitgeschakeld heb ik een diepe behoefte om hem te eren. Hoe hij opkwam voor zijn eigen mensen, zijn migrantenachtergrond nooit vergat, maar tegelijkertijd verder wilde kijken dan een benauwde identiteitspolitiek. Er zijn niet zoveel mensen als Rabbae, die dat grotere visioen van rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid -haast tegen beter weten in- koppig blijven vasthouden.”

Eerder verschenen op Sargasso