"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Monte Carlo

Woensdag, 14 mei, 2014

Geschreven door: Peter Terrin
Artikel door: Ruby Wolthuis

Een razende ronde langs beelden en waanbeelden

Terrins nieuwste roman gaat van start tijdens de formule 1 grand prix van 1968 in Monaco. Hier maken we kennis met de beleefde Jack Preston, die als automonteur werkt voor Team Lotus. Maar deze dag heerst er, naast de spanning voor de race en de komst van begeerde actrice Deedee, ook de dreiging van een ontbranding…

[Van deze roman verscheen een voorpublicatie op Athenaeum.nl]

Monte Carlo begint in een razend tempo. We snellen door de korte hoofdstukken en bewegen ons langs verschillende verhaallijnen. We krijgen iets te horen over het verleden van Jack Preston, zien de aankomst van de prins bij de grand prix, en signaleren een vrouw op de tribune met een fotocamera. Hiermee creëert Terrin een illusie van snelheid: het is slechts wachten tot de verhaallijnen als bolides op elkaar knallen. Samen met zijn bloemrijke schrijfstijl maakt dit de hitte en de spanning voelbaar.

Geen vuur nog, een wolk van hitte, zonder kleur, voorlopig onzichtbaar in het felle zonlicht van deze uitzonderlijk warme lentedag in Monte Carlo. Een wolk die hem in de rug duwt en tegelijk omvat. Overall, ondergoed, zelfs de brillantine in zijn haar zijn nog valabele grenzen, in staat hem af te schermen, zijn huid te sparen. Op dit ogenblik bestaan ze naast elkaar, evenwaardig, zijn overall en de spokende hitte. Het vuur dat nog geen vuur is.

Boekenkrant

Nadat Preston voor het oog van de hele tribune de sigarettenreclame op de racewagen, een eerste poging tot sponsoring door Lotus, heeft moeten afplakken, is er dan uiteindelijk de ontploffing. Preston weet de mooie actrice Deedee in zijn vlucht voor de vlammen mee te grissen. Deedee komt er ongeschonden vanaf, waarmee de bescheiden Preston plotseling een heldendaad heeft verricht. Hij moet dit echter bekopen met een aantal ernstige brandwonden.

Uit de bocht

De roman wordt iets minder opwindend als we ons verplaatsen van het bruisende Monte Carlo naar het boerse Aldstead, de woonplaats van Preston. Daarvoor in de plaats krijgen we meer mee van de langzaam ontsporende beleving van de hoofdpersoon. Terwijl Preston geneest van zijn brandwonden, wacht hij op een teken van erkenning voor zijn heldendaad, dat echter uitblijft. Zijn telkens opvlammende hoop op een persoonlijke boodschap van Deedee eindigt iedere keer in een teleurstelling. Maar hij blijft haar dankbaarheid verwachten, ook wanneer in de media allang de lijfwacht van Deedee is aangewezen als haar redder.

Hiermee zijn we aangekomen bij een bekend thema in het werk van Terrin: het zich net te ver laten meevoeren in de eigen belevingswereld. Het is ontroerend hoe de bescheiden automonteur wordt teleurgesteld in de rechtvaardigheid van de wereld. En hoe hij zich niet tevreden kan stellen met de enige mensen die wél bewondering voor hem koesteren: zijn vrouw en de gehandicapte dorpsbewoner Ronny.

Rit vol beeldspraken

Maar het aanhoudende wachten op een teken van Deedee vermoeit de lezer meer dan Preston zelf. Zoals wanneer hij denkt dat een belangrijke mededeling van Deedee op tv eindelijk haar langverwachte dankbetuiging aan hem zal zijn, terwijl het gewoon de aankondiging blijkt van haar nieuwe rol. Of als hij denkt dat haar ‘I love you’ in de camera enkel voor hem bedoeld is. Als lezer kun je te makkelijk door de waanbeelden van Preston heen prikken en word je er helaas niet in meegevoerd. En dat Prestons frustraties uitmonden in een dramatisch slot, is wat al te voorspelbaar.

Je vergeeft het Terrin al snel bij het lezen van zijn prachtige zinnen. Zinnen die zo metaforisch zijn dat je ze opnieuw moet lezen; weer wilt lezen.

Een vogel in zweefvlucht trekt zijn aandacht, hoog tegen de hemel maakt hij steeds opnieuw rondjes, glijdt hij met de luchtstroom mee en keert zich er weer tegenin, als naait hij met zijn scherpe snavel lus na lus een onzichtbare scheur in de luchtlagen. En de prins wordt die vogel, hij kijkt neer op dit lapje grond tegen de flank van een berg, als een adelaar, hij kijkt mee over Gods schouder naar de menselijke bedrijvigheid (…) Daar pal middenin, haarscherp afgetekend, het circuit voor de grand prix. Een grillige ring van geladen afwezigheid.

Bovendien is te merken dat de roman zorgvuldig is geconstrueerd, onder andere aan de afhechting van de verhaallijnen. Aan schrijftechniek ontbreekt het hem zeker niet. Monte Carlo werd uiteindelijk niet dat snelle en spannende boek dat de eerste hoofdstukken deden vermoeden. Maar het is beeldend en het ontroert, door het thema en de sprekende zinnen. Hopelijk draait Terrin nog een paar rondjes mee.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: