"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Mooi oud

Donderdag, 10 maart, 2022

Geschreven door: Renske Cohen Tervaert, Yvonne Bleyerveld, Vera Hendriks
Artikel door: Roeland Dobbelaer

Oude tekeningen in Otterloo

[Recensie] Dat uit chaos structuur kan ontstaan, bewijst de tentoonstelling Mooi oud in museum Kröller-Müller. De tentoonstelling bevat een honderdtal tekeningen uit de collectie die Helene Kröller-Müller (1869-1939) en haar kunstadviseur H.P. Bremmer (1871-1956) aan het begin van de vorige eeuw verzamelden of die het museum verwierf. Een aanzienlijk deel is namelijk afkomstig van de kunstverzamelaar en goede vriend van de Kröller-Müllers, Sam van Deventer, die in 1930 zijn verzameling tekeningen (ca. 2500, met oude en moderne kunst) aan het museum schonk. Mooi oud laat alleen ‘oude’ tekeningen zien van voor 1850, uit de 16de, 17de, 18de en 19de eeuw. De meeste van deze tekeningen zijn nu pas voor het eerst te zien in het museum. Veel mensen associëren het museum in Otterlo met moderne kunst, met Picasso en tijdgenoten, en vooral met Van Gogh, maar het museum bevat ook veel oudere kunst. Kröller-Müller verzamelde, zou je kunnen stellen, alles wat ze maar kon verzamelen. En dus ook oude prenten.

In de inleiding van de bijbehorende catalogus gaan de auteurs in op de manier van verzamelen van tekeningen van Kröller-Müller en haar partners in crime. Daar zat niet een structureel beleid in, het was eerder bieden op veilingen wat je kunt bieden, krijgen wat je kunt krijgen. En zo zijn er van de ene kunstenaar diverse tekeningen in de collectie, van veel andere maar één. De samenstellers van Mooi oud: “Al met al kan geconcludeerd worden dat Helene noch Van Deventer heeft gestreefd naar het bijeenbrengen van een evenwichtige opgebouwde verzameling […]. Het is dan ook de vraag of haar interesse niet vooral een ‘acquired taste’ was, ontstaan door de lessen van Bremmer en de invloed van andere verzamelaars die met oude kunst hun verzameling reliëf gaven.” De samenstellers van de tentoonstelling concluderen dat we de verzameling niet als volwaardige deelcollectie kunnen beschouwen. “Dat neemt niet weg dat de collectie interessante en zeldzame en kwalitatief hoogwaardige tekeningen bevat.” In gewone mensentaal: ze zijn prachtig.

Veel van de kunstenaars van Mooi oud waren mij niet bekend. Het zijn vaak kunstenaars die niet zijn doorgebroken als schilder en hun geld verdienden met het maken van prenten. Niet zelden zijn dat prenten voor de mooi, gestileerde scènes van mensen zittend aan de waterkant of lopend door een bos, koeien in de weide, veel stadsgezichten. Kunstige en perfecte uitgevoerde werkjes, zoals de zeventiende eeuwse Joris van de Haagen, die met vier werkelijk prachtige, zeer gedetailleerde tekeningen op Mooi oud is vertegenwoordigd. Spannender zijn werken waar het dagelijkse leven is afgebeeld, tekeningen die minder gestileerd zijn, maar die je een inkijkje geven in het leven van voorbije eeuwen in Nederland. Zo is er De mosselverkoper, toegeschreven aan Nicolaes Maes (17de eeuw) waarin een mosselman in discussie is met een ontevreden koper terwijl twee jongens bezig zijn met het stelen van zijn koopwaar. Ook de prenten van Wouter Johannes van Troostwijk (18de eeuw) met staande jonge volkse vrouwen, beiden op blote voeten, zijn erg mooi. De vervallen boerderij van de veel bekendere Abraham Bloemaert geeft een blik op de armoede uit die tijd. Let op het kippentrappetje, een mooi detail. Ook het Gezicht op een steegje in Leiden toont het dagelijkse leven op een schitterende manier, met vervallen en kapotte muren. De auteurs van de catalogus zijn echter kritisch over de betreffende kunstenaar: “Carel Lodewijk Hanssen is een van de vele kunstenaars die, hoewel zeer vaardig, het niet is gelukt om een wezenlijke bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de Nederlandse kunst.” Toch misstaat op Mooi oud zijn werk zeker niet.

Mooie kunst verdient ook een mooie tentoonstellingsaanpak. De tekeningen door het museumteam geselecteerd zijn zeer zorgvuldig gepresenteerd, gestructureerd en overzichtelijk, thematisch bijeengebracht naar kunstenaar, tijd en onderwerp. Sommige tekeningen zijn uitvergroot op de wanden van het museum, zodat je als je een zaal betreedt meteen al in de sfeer van de tekeningen komt. De tekeningen zelf zijn deels aan de muur bevestigd en deels liggen ze in grote houten tafels, met uitsparingen wat ook een bijzonder kijkeffect geeft. Je kijkt er bovenop. Ook het boek heeft een dergelijke aanpak: een heldere structuur, thematisch ingedeeld (Voorbereidend werk, Figuur en houding, Leven van alledag, Ooggetuigen etc.). Voor elke tekening is minstens een pagina beschrijvende tekst gebruikt met achtergronden over kunstenaar en herkomst van het werk. De tekeningen zelf zijn per pagina afgebeeld.

Pf

Mooi oud is een prachtig en geslaagd project. Omdat er nog honderden prenten zijn die nog nooit in het museum getoond zijn, zou Kröller-Müller om de vijf jaar dit project kunnen herhalen met ander werk, eventueel uit andere tijden. Begin van een serie?

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

De tentoonstelling is nog tot en met 8 mei 2022 te zien in museum Kröller-Müller. Het boek is daar ook verkrijgbaar.

Volledigheidshalve moet opgemerkt dat de oudste zoon van de recensent als stagiair kunstgeschiedenis een intensieve bijdrage heeft geleverd aan de totstandkoming van de tentoonstelling. Bij het boek was hij niet betrokken.