"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Mosquito

Maandag, 11 november, 2019

Geschreven door: Timothy C. Winegard
Artikel door: Marnix Verplancke

De grootste killers ooit

Mensen maken zichzelf graag wijs dat ze heer en meester zijn over hun bestaan. Fout, aldus historicus Timothy Winegard, die er een paar millennia geschiedenis bij haalt om de ware gangmaker van ons bestaan te onthullen, de mug: “Zonder muggen was zelfs de brexit een stuk vlotter verlopen.” 

[Interview] De ontluistering van de mens kent geen grenzen. Nadat Galileo hem uit het centrum van het heelal knikkerde, Darwin hem een beest onder de beesten noemde en Freud hem zijn geestelijke autonomie ontnam, beweert Timothy Winegard dat hij zelfs geen meester is over zijn eigen geschiedenis. Nee, aldus de Canadese, maar in het Amerikaanse Colorado werkende historicus, we mogen dan wel denken dat we een significante invloed hadden op zowat iedere doorslaggevende historische gebeurtenis, in realiteit hebben we alles te danken – en te wijten – aan een klein insect. Aan de mug dus, en dan meer bepaald aan de toxische tweeling onder de muggen, de Aedes– en de Anopheles-varianten die, doordat ze overbrengers zijn van ziekten zoals malaria, gele koorts, westnijlvirus, dengue en zika, de grootste killers ooit zijn.

110 biljoen

Wereldwijd zoemen er zo’n 110 biljoen muggen rond die jaarlijks ongeveer twee miljoen mensen doden. Vier keer zoveel als de mens zelf, die toch ook zo’n 475.000 slachtoffers per jaar maakt en ongelooflijk veel meer dan die twee grote verdachten, de haai en de wolf, die amper aan tien blijken per jaar komen. Van de 108 miljard mensen die ooit leefden, stierven er wellicht 52 miljard aan muggensteken. Muggen zitten dan ook overal, behalve op Antarctica, IJsland en een paar minuscule eilandjes in Frans-Polynesië, waar te weinig dieren leven om bloed bij te zuigen. En ja, zoals u misschien al vermoedde, hebben ze zo hun voorkeuren. Zo houden ze van mensen met bloedgroep O die zich fris gewassen en geparfumeerd hebben, en van mensen die bier drinken en kleurige kledij dragen. Ongewassen en met een flinke lading bacteriën op de huid maakt u dus de meeste kans om ongedeerd die avondlijke zomerparty door te komen, tenzij u natuurlijk zweetvoeten heeft, want daarvoor gaan die kleine spelbrekertjes helemaal uit de bol.

Pf

Athene en Sparta

Dat alles staat te lezen in Timothy Winegards Mosquito, maar het is niet daarvoor dat u zijn boek moet lezen. Dat is maar inleidende informatie. Het echt opzienbarende komt daarna en gaat over de invloed die muggen hadden op de loop van de geschiedenis. Dat Alexander de Grote een voor zijn tijd gigantisch wereldrijk kon uitbouwen had hij bijvoorbeeld te danken aan de mug. Vanaf 460 v. Chr. vochten Athene en Sparta de Peloponesische oorlog uit. Steeds vaker dreven ze elkaars troepen de van muggen vergeven moerassen in, met als hoogtepunt de Atheense belegering van het Spartaanse leger in de zompige omgeving van Syracuse. Ongeveer 70% van de aanvalsmacht werd ziek en uiteindelijk overleefde niemand van de 40.000 strijders het. Moegestreden en opgevreten door de muggen konden de Spartanen in 404 v. Chr. de overwinning op hun conto schrijven, waarna de koning van het geïsoleerd liggende en van malaria gespaarde Macedonië naar het zuiden trok om zonder veel moeite heel Griekenland in te lijven. Die koning was de vader van Alexander de Grote. “Maar ook Alexander zelf viel uiteindelijk ten prooi aan de muggen,” vervolgt Winegard het verhaal. “Alexander leek er geen genoeg van te kunnen krijgen. Hij veroverde het Midden-Oosten, trok op naar India en diende halt te houden in de befaamde Indus-vallei waarvan al eeuwen geweten was dat het er vol zat met muggen die malaria verspreidden. Hij werd ziek en niet veel later stierf hij, in Babylon, amper 33 jaar oud.”

Dinosauren

Geen gebeurtenis in de geschiedenis of Winegard kan ze wel linken aan een muggenverhaal. Het uitsterven van de dinosauren bijvoorbeeld? Door een meteoriet toch? “Inderdaad,” aldus de Canadese historicus, “maar sinds een jaar of tien doet een theorie de ronde dat die beesten al fel verzwakt en in feite sowieso ten dode opgeschreven waren toen die meteoriet de aarde raakte. Er zijn al minstens 190 miljoen jaar muggen, dus ook in het vroeger Jura-tijdperk. We weten dat ze bloed zogen bij dinosaurussen omdat we dit bloed aangetroffen hebben in het lichaam van in barnsteen vastgeraakte en gefossiliseerde muggen. Er zijn theorieën die beweren dat tot 70% van de dinosaurussoorten op het moment van de meteorietinslag uitgestorven waren of in hun voortbestaan waren bedreigd, en dat dit kwam door ziekten die overgebracht werden door muggen, zandvliegen en teken.”

Ok, proberen we nog eens, is het Romeinse Rijk ten onder gegaan aan de mug? En ja hoor, wat dacht je. “Eén enkele reden voor de ondergang van het Romeinse Rijk is er niet, het was een samengaan van militaire, politieke en demografische factoren, maar een van de doorslaggevende was zeker de aanwezigheid van muggen en malaria. Zowel qua inwonersaantal als qua vitaliteit boerde Rome zienderogen achteruit. De muggen kwamen uit de Pontijnse moerassen die rond de stad lagen en trokken steeds verder op. Velden werden niet langer bewerkt en mijnen niet langer ontgonnen. De Pontijnse moerassen hadden Rome ooit uit de handen van Hannibal gered. Zijn opmars naar Rome was daar gestuit. Maar wat ooit de redding van de stad was, werd uiteindelijk ook haar ondergang. En de Romeinen hadden het natuurlijk helemaal aan zichzelf te wijten. Door hun liefde voor water, in reservoirs, baden, aquaducten en fonteinen, creëerden ze de ideale broedplaatsen voor muggen. Rome werd de malariahoofdstad van Europa en dat zou het bijna twee millennia blijven. De rest van Europa noemde malaria Romeinse koorts. Ook de katholieke kerk had ermee af te rekenen. Toen de Sint-Pieter gebouwd was bleek het een groot muggennest te zijn, net als het hele Vaticaan trouwens. Hoeveel pausen er precies aan malaria gestorven zijn, weten we niet, maar afgaand op de beschrijving van de ziektesymptomen moeten het er bijzonder veel geweest zijn. Vandaar dat uiteindelijk beslist werd om niet langer in het Vaticaan te wonen, maar wel in het Lateraans paleis dat aan de andere kant van de stad lag, waar malaria veel minder voorkwam.”

Knokkelkoort

Dat die muggen ziekmakers zijn hebben we volgens Winegard trouwens ook alleen maar aan onszelf te danken, door onze intensieve veeteelt. Mensen en dieren gingen heel erg dicht op elkaar leven. Allebei werden ze geprikt door muggen en daardoor besmetten ze elkaar. Dat we verkoudheden krijgen hebben we aan paarden te danken. Waterpokken, gordelroos en vogelgriep hebben we van onze kippen gekregen. Griep van de varkens en de eenden. En mazelen, TBC en pokken van runderen. Maar die intense veehouderij was iets typisch westers, toont Winegard aan in zijn boek. De Noord- en Zuid-Amerikaanse volkeren kenden dat niet, waardoor hun Anopheles-muggen geen malaria overdroegen. “De muggen in de oude en die in de nieuwe wereld ondergingen gedurende 95 miljoen jaar hun eigen specifieke evolutie,” legt Winegard uit. “Toen Columbus voet zette in Amerika eindigde deze periode van isolatie. De muggen uit de nieuwe wereld prikten de mannen uit de oude wereld, zogen met malaria besmet bloed op en verspreidden de ziekte onder de lokale bevolking, waardoor op sommige plaatsen tot wel 90% van de mensen binnen het jaar stierf. En alsof dat nog niet genoeg was kwam de Aedas-mug daarna met de slavenschepen naar Amerika, waardoor nog een hele reeks andere ziekten, zoals gele koorts, knokkelkoorts, dengue en het westnijlvirus hun intrede maakten op het continent.”

In feite zien we steeds hetzelfde scenario, legt Winegard uit. Doordat mensen beginnen reizen verspreiden ze ziekten of komen ze in contact met ziekten die elders heersen en waar ze niet tegen bestand zijn. Zeker bij oorlogen is dat het geval. Neem bijvoorbeeld de Kruistochten, geeft hij als voorbeeld. “Tijdens de derde kruistocht trokken Richard Leeuwenhart en zijn legers vol goede moed en beresterk naar het zuiden, waar ze arriveerden op het warmste en voor de muggen vruchtbaarste seizoen en een gewisse dood tegemoet gingen. Zij kwamen uit een streek waar door muggen overgebrachte ziekten niet echt endemisch waren, trokken naar de Levant, waar dat wel zo was, en kwamen er tegenover een leger te staan dat grotendeels immuun geworden was voor de ziekten. En dus gingen ze roemloos ten onder. Want zo werkt het, iedere keer je geïnfecteerd raakt en ziek wordt, ben je een beetje meer beschermd tegen een volgende infectie. De lokale bevolking is door de ziekte gesausd, zou je kunnen zeggen. Hetzelfde zag je trouwens in de jonge staat Israël. Veel joden kwamen terug uit de diaspora, uit streken waar malaria niet meer voorkwam. Eens in Israël werd bijna de helft van hen in de eerste acht maanden ziek. Veel mensen hebben een romantische kijk op de ontdekkingsreizigers, mensen die Afrika binnentrokken op zoek naar de bronnen van de Nijl, maar tussen de 80 en de 90% overleefde het eerste jaar in Afrika niet. Die gingen ten onder aan muggen en malaria. De Britten noemden Afrika niet voor niets het donkere continent en het graf van de blanke man.”

Maar daar bracht kinine verandering in. De legende wil dat in het Peru van midden de zeventiende eeuw de graaf en gravin van Chinchon ontdekten dat poeder gemaakt van de bast van de kinaboom malaria kon voorkomen. Een Jezuïet zou hen geholpen hebben bij het maken van het poeder. Een legende dus, want wat wel zeker geweten is, is dat tegen het einde van de zeventiende eeuw de bast van de Peruviaanse kinaboom naar Europa geëxporteerd werd met het oog op preventie tegen malaria. Wellicht is het dus gewoon de lokale bevolking die kinine ontdekte, eeuwen eerder al, waarna de Jezuïeten ermee aan de haal gingen. Voor de Britten was de ontdekking van kinine van doorslaggevend belang voor de verovering en kolonisering van India. Over koffie en thee werd ook wel beweerd dat zij koortswerend waren en hielpen tegen malaria, maar met kinine waren zij niet te vergelijken, zeker niet wanneer deze kinine in de vorm van tonic werd geserveerd en er om de pil wat minder bitter te maken ook gin aan toegevoegd werd. “Natuurlijk werden zij daarna ook nog gestoken en geïnfecteerd door malaria,” aldus Winegard, “maar ze werden er niet of minder ziek van en raakten stilaan immuun. Hoe langer ze in India bleven, hoe beter die immuniteit werd, zeker bij de tweede of derde generatie die daar geboren was en die in feite net zo immuun was als de Indiase bevolking.”

Brexit

Wat opvalt aan het verhaal van Winegard is hoe mug-geralateerde ziekten als malaria en gele koorts vroeger wereldwijd een probleem vormden, terwijl zij nu alleen nog voorkomen in Afrika, Zuid-Oost Azië en bepaalde gebieden in Zuid-Amerika. Een paar honderd jaar geleden waren er nog uitbraken van malaria in Nederland, Schotland, Denemarken en arctisch Rusland. Het enige verschil met bijvoorbeeld de Indus-vallei of de Levant was dat de muggen daar het hele jaar door actief waren, terwijl dit in het noorden beperkt was tot de zomer. “En sommige streken hadden er al meer last van dan andere,” vult Winegard aan. “Het vengebied dat heel oostelijk Engeland typeert was een fantastische broedplaats voor muggen. Net zoals bij de Italianen uit de Pontijnse moerassen was de malaria aan het uiterlijk van de mensen af te lezen. Zij waren schriel en zwak en stierven jong. Toen ze de kans kregen om te emigreren naar Amerika of Ierland gingen de venbewoners daar graag en massaal op in. Heel veel van hen vestigden zich in wat nu Noord-Ierland is en gingen er na verloop van tijd zelfs de meerderheid uitmaken, waardoor het gebied Brits bleef na de Ierse onafhankelijkheid. Zonder muggen hadden we dus geen opgedeeld Ierland en bloederige troubles gekend, en was de brexit ongetwijfeld ook een stuk makkelijker verlopen.”

Dé uitvinding die daar verandering in bracht, was DDT, dat in 1939 op de markt kwam. “Net na WO II werd DDT ingezet om muggen te doden en het resultaat was fenomenaal,” zegt Winegard. “De prevalentie van malaria ging op geen tijd met 90% achteruit. De V.S. werd malariavrij verklaard in 1951. Hetzelfde geldt voor alle Europese landen in de loop van de jaren vijftig en de vroege jaren zestig. Midden zestig volgde Australië. Het grote probleem met DDT was niet het middel op zich, maar wel de verspreiding op grote schaal ervan. In 1946 kwam het vrij op de markt en kon iedere boer er naar eigen goeddunken mee beginnen sproeien. Wat ze dan ook deden. Er werd een heus DDT-tapijt over de wereld gespreid, met alle milieugevolgen van dien natuurlijk. Het selectieve gebruik tegen muggen, in huizen en kweekhaarden, was echt wel positief. Al bleef ook dat natuurlijk niet duren. Het probleem was immers resistentie. Na een jaar of twintig was de Anopheles-mug resistent geworden voor DDT. Toen Rachel Carson haar boek Silent Spring publiceerde, het boek dat volgens de legende de wereld de ogen opende voor de gevaren van DDT, werkte het al niet meer in bepaalde landen.”

Bill & Melinda Gates

Sinds het jaar 2000, toen de Bill & Melinda Gates Foundation een hoop geld begon te pompen in de research naar en de bestrijding van malaria is het aantal besmettingen jaar na jaar gedaald. De toekomst ziet er dus rooskleurig uit, ware het niet dat andere mug-gerelateerde ziekten, zoals zika, westnijl en dengue aan een opmars bezig zijn. Dengue is de snelst groeiende mug-gerelateerde ziekte op aarde. Uit recente studies blijkt dat meer dan vier miljard mensen vandaag het risico lopen om besmet te raken met dengue. En de klimaatwijziging zal dat alleen maar erger maken, zegt Winegard: “Muggen zijn koudbloedig en dus temperatuurafhankelijk. Wanneer het te koud wordt, zie je ze niet meer, en boven de veertig graden sterven ze van de hitte. Voor de gematigde streken betekent de klimaatwijziging dat het muggenseizoen langer zal duren en dat ziekten die voorheen tropisch waren ook hier zullen voorkomen. De voorbije twintig jaar heeft Canada bijvoorbeeld een stijging van tien procent gezien in het aantal ziekten dat door muggen wordt verspreid. Hetzelfde zie je in het zuiden van de VS. In Florida en Texas hebben ze nu te maken met inheemse besmettingshaarden van dengue, zika en westnijlvirus, waar mug-gerelateerde ziekten vroeger alleen voorkwamen bij mensen die naar het buitenland waren geweest.”

Oké, denkt u nu misschien, laat ons die muggen dan maar uitroeien, dan zijn we meteen ook verlost van die bulten op onze armen en benen, maar zo eenvoudig is het niet. Muggen drinken nectar en bestuiven zo bepaalde planten. Bovendien vormen ze de belangrijkste voedingsbron voor vleermuizen, die op hun beurt een onmisbare schakel vormen in ons ecosysteem. Vogels eten ook muggen, net als bepaalde vissen, terwijl andere vissen, zoals de forel, muggenlarven en -eitjes eten. Of muggen een onmisbare voedingsbron zijn voor bepaalde dieren, weten we niet, maar wat we wel weten is dat een ecosysteem een precair evenwicht vormt dat kan instorten wanneer je er een bepaalde schakel tussenuit haalt. Opeens alle muggen verwijderen zou dus wel eens gevaarlijk kunnen zijn. “Nee,” lacht Winegard wanneer we hem dit voorstellen, “Ik denk dat geen enkele wetenschapper daar achter zou staan. Er zijn ongeveer 3500 soorten muggen, terwijl er maar een handvol zijn die ziekten verspreiden. Het komt er dus op aan die specifieke soorten aan te pakken, zoals de Aedes aegypti bijvoorbeeld, die dengue en gele koorts verspreidt. Een van de manieren om dit te doen verloopt via genetische manipulatie, via CRISPR. Dat kan op twee manieren. Er kunnen in een laboratorium gekweekte gewijzigde muggen vrijgelaten worden die alleen mannetjes of steriele muggen voortbrengen, waardoor de populatie vermindert of zelfs helemaal uitsterft. Een tweede mogelijkheid is de muggen zo wijzigen dat de virussen niet langer in hun lichaam kunnen overleven, waardoor de muggen niet uitgeroeid hoeven te worden, maar ze ook niet schadelijk meer zijn. Natuurlijk moeten we voorzichtig zijn met die technieken en er spaarzaam mee omspringen. Niemand wil een opnieuw tot leven gewekte T-Rex tegen het lijf lopen terwijl hij aan het winkelen is op de Champs Elysée. En dat men in China CRISPR-baby’s heeft gemaakt, vind ik ook hoogst bezwaarlijk. Dit moet geen tweede DDT-verhaal worden natuurlijk.”

Eerder verschenen in De Morgen