"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Motherwell

Vrijdag, 31 juli, 2020

Geschreven door: Deborah Orr
Artikel door: Marnix Verplancke

Therapie of wraak?

[Recensie] Is het schrijven van memoires een vorm van therapie, of is het wraak, vraagt Deborah Orr zich af in Motherwell, het boek dat ze vorig jaar, net voor haar dood afwerkte. Orr was een succesvolle journaliste die voor The Independent en The Guardian werkte. Voor die laatste krant was ze de eerste vrouw die de weekendbijlage leidde, en de eerste ook die uit de arbeidersklasse kwam en niet in Oxford en Cambridge had gestudeerd. Heel wat primeurs dus, die wijzen op de ambitie van Orr, en op haar sterke karakter, en zoals we allemaal weten, durven sterke karakters nogal eens botsen.

Dat botsen begint dan meestal al op jonge leeftijd, leren we uit het heerlijk organisch meanderende Motherwell, waarin Orr beschrijft hoe ze na de dood van haar ouders de secretaire erft waarin haar moeder Win decennialang alle papieren herinneringen van het gezin bewaarde. Hij bevatte haar jeugd, schrijft ze, en daardoor ook de rest van haar leven.

Het Motherwell uit de titel van Orrs boek slaat niet alleen op het stadje waar ze opgroeide, maar alludeert natuurlijk ook op de vraag in hoeverre Win een goede moeder was, en dat blijkt nogal tegen te vallen. Win was een teleurgestelde vrouw. Ze kwam uit het welvarende Engelse Essex, maar omdat haar Schotse man John daar niet kon aarden, trok ze met hem mee naar het noorden, naar Motherwell dus, in Lanarkshire. Ooit had ze er samen met een vriendin van gedroomd actrice te worden. Die vriendin had kort carrière gemaakt, maar zij niet, en dus vernoemde ze haar dochter naar Deborah Kerr en maakte ze stapels tekeningen van in haute couture geklede vrouwen, tot ze die vol zelfhaat verscheurde. Nee, terwijl die vriendin Londen veroverde, zat zij in een kolen- en staalstadje niet ver van Glasgow, waar de mensen wijting aten, vis die in Essex aan de kat werd gegeven, en er tussen een broodje ham alleen maar vettig gebakken spek lag. Door te trouwen en kinderen te krijgen had ze zichzelf tot een levenslange vernederende gevangenisstraf veroordeeld, had ze het gevoel. En dat stak ze haar kinderen ook regelmatig door. Als ik mocht herbeginnen, zei ze tegen Deborah en haar broertje David, dan begon ik er niet meer aan. En zeker niet aan een meisje als Deborah. Op een zoon kon je immers nog trots zijn.

Dat Orr meer sympathie voelde voor haar door zijn vrouw als half achterlijk weggezette vader John ligt dus voor de hand. John was een staalarbeider die amper kon schrijven, maar wel tuk was op misdaadromans. Dat hij ontroerd was dat zijn kinderen stonden te huilen aan zijn sterfbed, typeerde hem helemaal: iemand die zich bijna excuseerde voor het feit dat hij bestond. Hij werd getekend door de zelfhaat van de narcist die, om deze te compenseren, onophoudelijk om liefde bedelt bij anderen. Alweer zelfhaat dus, en het lijkt inderdaad wel een thema in het boek van Deborah Orr, die niet nalaat zelfhaat te definiëren als een van de gevaarlijkste menselijke eigenschappen waar dictators en tirannen hun kracht aan ontlenen.

Archeologie Magazine

Orr maakt wel meer dergelijke beeldende uitstapjes in Motherwell, naar de rare seventies-gewoonte om poppen in lokale klederdracht mee te brengen uit vakantie-oorden bijvoorbeeld, of naar de brokken die Thatchers neoliberalisme tijdens de jaren tachtig in de traditionele Britse industrie maakte. John werkte in Ravenscraig, op zijn hoogtepunt met een productie van 400.000 ton staal per jaar de grootste staalfabriek van Europa. Bijna vijf vierkante kilometer groot was Ravenscraig en tienduizenden gezinnen waren er afhankelijk van, maar in 1992 ging alles tegen de grond, waarna drugs, vandalisme en fysiek geweld hun intrede deden. Het is opvallend, schrijft Orr, hoe de psychiatrie verschijnt op de plaatsen waar de industrie verdwenen is.

Maar hoe zit het nu met de openingsvraag van deze recensie, vraagt u zich misschien af. Is Motherwell therapie of wraak? Het lijkt heel lang het tweede te zullen worden omdat Orr kwaad is dat Win haar haat aan haar heeft doorgegeven, maar uiteindelijk blijkt het toch het eerste te zijn. Na de dood van haar moeder in 2012 ging Orr snuisteren in de secretaire, voelde ze hoe er een boek in haar groeide en kwam de bevrijding, van de zelfhaat natuurlijk, maar ook van het patriarchaat dat haar moeder in het strakke keurslijf van het burgerlijke gezinnetje had gedwongen.

Eerder verschenen in Trouw