"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Nachtbouwer

Vrijdag, 13 november, 2020

Geschreven door: Michaël Brijs
Artikel door: Marnix Verplancke

Surrealistische schelmenroman

De eerste zin

“Dit is mijn volume.”

Recensie

Een architect krijgt de opdracht van zijn leven, een school annex winkelcomplex bouwen in het centrum van Antwerpen. Het project doet hem terugdenken aan zijn eigen schooltijd en aan de wijze waarop hij van een kansloze delinquent uitgroeide tot een geprezen ontwerper. Want hij had inderdaad zijn afkomst niet mee. Zijn vader vertrok thuis toen hij vijf was, hem samen met zijn alcoholistische moeder achterlatend in een uitgeleefde sociale woning. Zijn vrije tijd spendeerde hij afwisselend aan speed en cocaïne, en aan het seksueel bevredigen van zijn wiskundelerares. Zijn enige vriend was de moddervette Johannes, die het aanlegde met de al even zwaarlijvige en kort nadien ook zwangere gothic Tammy en zo goed als altijd zijn gang kon gaan omdat zijn moeder aan de pillen zat en ervan overtuigd was dat ze ooit deel had uitgemaakt van een seksueel experiment opgezet door Martianen. Een mens zou van minder de esoterie in vluchten natuurlijk, en dus gaat Johannes in de leer bij Serafina, die hem de fijnste kneepjes bijbrengt over het leggen van tarotkaarten, het trekken van horoscopen en het fabriceren van alchemistische brouwseltjes.

Pf

‘Holy cow’, denkt u nu wellicht, wat is me dat allemaal, en dan hebben we het nog niet eens over de drie Polen gehad waarvan er een doodgeslagen wordt met een baseballknuppel, of over de Snor, de leraar plastische opvoeding die het hoofdpersonage de weg van de architectuur opstuurde door hem een eindwerk over de geschiedenis van de toile ciré te laten schrijven. Michaël Brijs’ Nachtbouwer is een surrealistische schelmenroman waarin dromen en nachtmerries soms vervaarlijk dicht door de realiteit heen vervlochten zitten, die hier en daar aan overdaad lijdt en waarin verschillende taalidiomen vrijelijk door elkaar gebruikt worden. Iets meer ingetogenheid en iets minder amusement hadden deze roman naar een hoger niveau kunnen tillen, want achter de exuberante humor gaat wel degelijk een reële bezorgdheid schuil, over hoe we met elkaar omgaan, hoe we kansloosheid tackelen en hoe mens en omgeving elkaar wederzijds beïnvloeden, in positieve of negatieve zin. En dan is er de architectuur natuurlijk, want het hoofdpersonage van Nachtbouwer blijkt een fan van het modernisme van Renaat Braem, de man van de blokken op het Kiel en de politietoren, die leefde in een tijd toen er nog gebouwd werd met een maatschappelijk ideaal in het achterhoofd.

3 vragen aan Michaël Brijs

Waarom sterven er zoveel personages een gewelddadige dood in Nachtbouwer?

Brijs: “Toen ik aan de roman begon wist ik niet dat het zo zou gaan. Wanneer je in een boek een wereld creëert, begint die na verloop van tijd zijn eigen logica te volgen. Of iemand leeft of sterft hangt dan niet meer van jou af. Maar misschien is de voornaamste reden wel dat de wereld lelijk is. Ik zag onlangs een interview met de Sloveense filosoof Slavoj Zizek. Er werd hem gevraagd wat zijn favoriete film was en hij zei: “Melancholia, omdat die over het einde van de wereld gaat en omdat ik vind dat de wereld mag eindigen”. De wereld is inderdaad niet zo mooi. Er sterven heel veel mensen.”

Vandaar dat we goede architecten nodig hebben, om iets aan die lelijkheid te doen?

Brijs: “Wat dat betreft volg ik de modernistische architect Renaat Braem die in Het lelijkste land ter wereld schreef dat je maar eens in het buitenland moet gaan kijken wat ze daar onder ruimtelijke ordening verstaan en dat moet vergelijken met de wanorde hier. Het lijkt wel alsof er in feite maar een zaak echt toe doet bij ons, de winst die je als bouwheer per vierkante meter kan maken. In functie van een gemeenschap of stad wordt er nooit gedacht.”

Heeft dat met onze huidige geestesarmoede te maken, zoals een van je personages zegt?

Brijs: “Natuurlijk, en niet alleen in de architectuur, maar in de hele cultuur. Een cultuur is altijd een weerspiegeling van het geestesleven van een samenleving en vandaag zie ik overal alleen maar vervlakking. Dat wil niet zeggen dat er geen mooie films meer worden gemaakt of dat er geen mooie gebouwen meer worden ontworpen, maar ik zie toch een tendens. Ook voor corona werd de cultuur al stiefmoederlijk behandeld door de politiek, terwijl ze zo belangrijk is. Een roman lezen of naar de opera gaan is net zo essentieel als school lopen. Wanneer die zaken worden afgevlakt, krijg je daar de negatieve gevolgen van te zien. Geestelijke armoede leidt tot grensoverschrijdend gedrag, zoals zinloos geweld bijvoorbeeld. De schuld ligt hier bij de programmatoren en hoofdredacteurs van de media en degenen die de schoolcurricula vastleggen. Volgens hen vindt het grootste deel van de mensen cultuur niet interessant, en moet je hen die dus ook niet aanbieden, maar zo voed je natuurlijk alleen maar de desinteresse.”

Eerder verschenen op Knack

Enquête. Bazarow en De Leesclub van Alles zoeken de nieuwe leeslijst Nederlands. Doe je mee? Welke boeken van nu moeten jongeren volgens jou zeker lezen. Laat het ons hier weten: https://lnkd.in/dBRuAUX. Invullen kan tot en met 26 november.