"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Nachtouders

Vrijdag, 8 februari, 2019

Geschreven door: Saskia de Coster
Artikel door: Marnix Verplancke

Modern ouderschap is heel vaak niet-biologisch

De eerste zin

“Streng als een god knikt het jongetje naar hen.”

Recensie

Dat jongetje is Saul, het zoontje van Saskia en Juli of, om het louter biologisch te bekijken, dat van Juli en de Canadese homoseksuele spermadonor Karl, een artistieke vriend van Saskia waar beide vrouwen een goed gevoel bij hadden. Wanneer het jongetje een is, plant het koppel een reis naar Canada en Alaska waarbij het nuttige aan het aangename gekoppeld zal worden. Zij zullen een nieuw stukje van de wereld zien en Karl zal voor het eerst zijn zoon ontmoeten en de kans krijgen ermee te bonden. Maar plannen durven wel eens anders uitdraaien eens geconcretiseerd natuurlijk.
Samen met Inge Jooris kreeg Saskia De Coster vier jaar gelegen een zoontje, een gebeurtenis die geen mens onberoerd laat en zeker geen schrijfster als De Coster. Wat dit met een mens doet is een van de thema’s van Nachtouders. Juli en Saskia leefden in een cocon, schrijft ze, van liefde en dat ietsje meer, en Saul scheurde die cocon aan flarden. In de roman komt dit proces tot een pijnlijk hoogtepunt op het Canadese eiland Portes, waar Karl woont, in een hippiegemeenschap die de twee Belgische vrouwen en hun zoontje meteen omarmt. Karl houdt Saul liever op afstand, maar zijn moeder adopteert het kind meteen als een van hen, en propt het, aldus Saskia, daarop meteen vol met eten. De o zo vrije hippiegemeenschap gaat zij steeds meer als een knellend keurslijf ervaren, terwijl Juli het allemaal met een kalme gelatenheid over zich heen laat gaan. Wanneer reizen we nu door naar Alaska, blijft Saskia herhalen, we zouden hier toch maar een weekje blijven? Maar de weken rijgen zich al gauw aan elkaar tot bijna twee maanden. De stille kracht die zowel verleidt als vernietigt laat de vrouwen niet meer los.

Heaven

De Coster heeft haar roman bijzonder ingenieus opgebouwd. Er zijn de gebeurtenissen op het eiland, doorweven met betekenisvolle flashbacks naar het verleden, zoals naar Saskia’s eigen kindertijd, naar Juli’s bevruchting en naar Sauls geboorte. Daarnaast worden de beddialogen van Saskia en Juli woordelijk weergegeven, als recapitulaties en sfeerbeelden die – zeker wanneer de vrouwen zwijgen – bijzonder veelzeggend blijken. En dan zijn er nog de notities die Saskia in een apart schriftje maakt, voor Saul, voor later. Het komt allemaal samen in een boeiende, beeldrijke roman die blijft fascineren tot de laatste pagina.

3 vragen aan Saskia De Coster

Een kind krijgen kan spanning op een relatie zetten. Had je ook die ervaring?

De Coster: “Het was alleszins heel ingrijpend. De meeste boeken over kinderen gaan over hoe verrijkend die zijn, maar de realiteit is complexer. Een kind heeft enorme gevolgen voor wie je bent, voor de relatie met je partner en voor je plek in de wereld. Je bent altijd zelf een kind geweest en opeens moet je ouder worden en zelf voor een kind gaan zorgen. Vroeger was dat allemaal veel duidelijker en hiërarchischer. Je had de mama, de papa en het kind, en dat kind moest vooral luisteren. Nu willen wij aandacht schenken aan onze kinderen en tezelfdertijd onze eigen identiteit bewaren, en dat wringt soms. Welke vrouw wil vandaag nog enkel als moeder gezien worden?”

En als niet-biologische ouder ligt dat wellicht nog een stuk moeilijker?

De Coster: “Jullie zijn de twee mama’s, zeggen mensen dan, jullie zijn gelijk, maar dat is natuurlijk niet zo. Ik speelde een tijdje met het idee mijn boek als ondertitel Vaderboek mee te geven omdat het moederschap vandaag te veel benadrukt wordt. Er is ook die ander, de man, of in mijn geval de lesbische partner. Wanneer er borstvoeding gegeven wordt, sta je naar toch maar een beetje naar te kijken. Ons zoontje is een blond, Arisch godje. Ik word regelmatig voor een zwartharige Joodse aanzien. O, maar wat lijken jullie op elkaar, roepen mensen dan vertederd uit. En dan denk ik: maar nee, dat is gewoon niet waar. En dat hoeft ook helemaal niet. Modern ouderschap is heel vaak niet-biologisch, kijk naar nieuw-samengestelde gezinnen. Je mag het biologische verschil erkennen, dat staat los van hoeveel liefde ik mijn zoontje wil geven.”

Later zal je zoon dit boek wellicht lezen. Heb je daar bij het schrijven aan gedacht?

De Coster: “Tijdens het schrijven niet, maar nu het boek er is wel. Ik zie nu dat bepaalde passages echt wel aan hem gericht zijn. Ik hoop dat als hij het leest, hij een bepaalde eerlijkheid en kwetsbaarheid zal zien die ik hem zelf ook toewens. Maar het is best mogelijk dat hij het nooit zal lezen, natuurlijk. Momenteel flakkert er een heel wilde machoman in hem op. Ook al heeft hij twee vrouwen als moeder en een homo als spermadonor, toch ziet het ernaar uit dat hij een geweldige heteroseksueel is.”

Eerder verschenen in Knack

Boeken van deze Auteur:

Wij en ik

Nachtouders

Wat alleen wij horen