"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Nachtschrijver

Vrijdag, 14 augustus, 2020

Geschreven door: Jannie Regnerus
Artikel door: Liliane Waanders

Blindman is Tsjêbbe Hettinga niet, maar wel een beetje

[Recensie] Hannah restaureert schilderijen in het Rijksmuseum.

“Ik heel de huid van een schilderij, dicht de scheurtjes en de barsten die daar in de loop van honderden jaren zijn ontstaan, uitgebeten door licht en vocht, de klamme adem uit duizenden mensenmonden die eens voor het schilderij stonden.”

Haar taak vereist dat zij tenminste haar ogen wijd open houdt. Bij het aftasten van verfhuiden – op zoek naar de eerste aanzetten van het werk van een schilder om kleur en details bloot te leggen – komt haar eigen oorsprong haar van pas. Zij is geworteld in agrarische grond, komt uit een wereld waarin het belangrijk is de omgeving te lezen.

Die oorsprong deelt zij met Blindman. Een dichter die in het vooruitzicht blind te worden, indrukken verzamelde waar hij op kan teren als het zwart eenmaal definitief toeslaat. Zo stelt Hannah het zich althans voor. Omdat Jannie Regnerus het zich zo voorstelt. Volgens haar had Tsjêbbe Hettinga – op hem is Blindman gebaseerd – een Rijksmuseum in zijn hoofd, en wandelde hij tijdens zijn dichtende leven als een suppoost rond in de collectie die hij verzamelde in de twintig jaar dat hij kon zien. Dat deed hij in een omgeving die Jannie Regnerus bekend voorkomt: zij is net als Tsjêbbe Hettinga Fries.

Hereditas Nexus

Nachtschrijver is geen (auto)biografische roman. Nachtschrijver gaat niet over Tsjêbbe Hettinga en Jannie Regnerus. Maar het was wel Tsjêbbe Hettinga die haar aan het denken, en vervolgens aan het schrijven zette. Als zij en de dichter na samen gezwommen te hebben in de Noordzee voor zijn tent zitten, signeert hij een bundel voor haar: “In byld fan dy yn ‘e golven” / “Een beeld van jou in de golven”, en vraagt zij zich af hoe zij er volgens hem uitziet.

“In byld fan dy yn ‘e golven” is het motto van Nachtschrijver. ‘Een beeld van jou in de golven’ de eerste zin van de proloog, waarin Hannah beschrijft dat ze met Blindman gezwommen heeft, hij een dichtbundel signeert en zij zich afvraagt wat hij ziet.

Nachtschrijver is geen (auto)biografische roman. Nachtschrijver gaat niet over Tsjêbbe Hettinga en Jannie Regnerus. Maar Jannie Regnerus put wel uit zijn biografie, haar ervaringen en beeldend werk van haar hand (al laat ze in haar epiloog Blindman met punten en komma’s door het landschap slepen). Nachtschrijver zit dicht op een gedeelde realiteit. Een realiteit waarin waarnemen centraal staat. Waarnemen, en de verbeelding die het resultaat is van dat waarnemen.

Van het verhaal moet Nachtschrijver het niet hebben. De novelle bestaat uit een serie beelden, is vooral een verzameling impressies. Hannah die met haar vak de duisternis waaruit Blindman zijn poëzie put verzinnebeeldt, is als vertellend personage niet dominant aanwezig genoeg om Nachtschrijver helemaal los te zingen van de (auto)biografische oorsprong.

Maar Nachtschrijver hoeft het ook niet van het verhaal te hebben. Het gaat om die beelden, die impressies.  In zorgvuldige, fijngeslepen zinnen doet Jannie Regnerus verslag van wat eigenlijk haar zoektocht is. Zij zoekt een antwoord op de vraag die in de beginzin vervat zit: hoe is het mogelijk dat iemand die niet kan zien zo zintuiglijk kan schrijven? Hoe hevelt Blindman wat hij in zijn geheugen heeft opgeslagen over naar zijn gedichten? Is dat een kwestie van met terugwerkende kracht kijken of gebruikt hij ook andere zintuigen? Vragen die voor haar essentieel zijn, omdat zien voor de schrijver en de beeldend kunstenaar die zij zo belangrijk is.

Om die vragen te beantwoorden heeft ze Hannah nodig. Voert ze Ruben, Kees en een dakloze zonder naam ten tonele. Personages die omwille van haar zoektocht schimmen blijven. Zij staan in dienst van haar beelden en taal.

Net als dat van de blinde dichter Tsjêbbe Hettinga is het werk – haar proza en haar beeldende kunst – van Jannie Regnerus doortrokken van zintuiglijke herinneringen. Dat geldt ook voor Nachtschrijver. Maar niet alle beelden zijn aan de werkelijkheid ontleend. Jannie Regnerus componeert in Nachtschrijver ook beelden die de realiteit een ziende tegenover die van een blinde stellen, waardoor een gat in een vogelhuisje en een volle maan extra gewicht krijgen. Functioneel spiegelend licht en donker. Van die beelden en die taal moet Nachtschrijver het hebben.

Eerder verschenen op Hanta