"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Nederlands als poort naar Afrika

Vrijdag, 22 juni, 2018

Geschreven door: Bart de Graaff
Artikel door: Miriam Grootscholten

Hoe zijn Nederlands en Afrikaans verwant?

[Recensie] Afrikaans, de lichtvoetige dochter van het Nederlands, is niet langer de taal van de blanke onderdrukker. Het is vooral de moedertaal van de bruine bevolking en omdat het voor ons met een beetje inspanning begrijpelijk is, opent het een volstrekt nieuwe wereld.

Het Afrikaans wordt vaak ten onrechte gezien als een dialect van het Nederlands, of erger nog: als een kinderlijke variant ervan. Een ander misverstand is dat het de taal van de blanke onderdrukker zou zijn. Het Afrikaans is echter doorgedrongen in alle hoeken en gaten van Zuid-Afrika en vandaag de dag is het de moedertaal van de overgrote meerderheid van de Zuid-Afrikaanse ‘bruinmense’ en, in mindere mate, van de zwarte bevolking. In totaal zo’n vijftien miljoen, die het Afrikaans als moedertaal of als tweede taal spreken.

Ontstaan van het Afrikaans
Al vanaf 1652, het jaar dat Jan van Riebeeck zijn volksplanting aan de Kaap begon, raakte het Nederlands onderhevig aan invloeden van andere talen. Maar om te beginnen spraken de kolonisten ook geen Algemeen Nederlands: de meesten waren weinig geletterd en spraken dialecten uit verschillende delen van het taalgebied, aangevuld met Duitsers en Scandinaviërs die er weer hun eigen draai aan gaven. De Afrikanen die in dienst van de Nederlanders kwamen, werden geacht Nederlands te spreken, maar dat werd een mengeling met hun eigen taal: het Khoi, Xhosa of Zoeloe. Later kwamen daar nog de slaven uit het Oosten bij die Maleis spraken en ook het Portugees speelde een rol.
Het Nederlands zoals dat in het ‘vaderland’ werd gesproken, probeerde men nog wel vol te houden in de kerk, de rechtbank en het onderwijs. Pas vanaf 1914 nam het Afrikaans de positie van het Nederlands helemaal over. Dat ging niet zonder slag of stoot; er vond een heuse taalstrijd plaats met grote congressen waar ook prominente Nederlanders aan deelnamen. De voorstanders van het Nederlands moesten uiteindelijk toegeven dat het niet meer vol te houden was de taal zó te spreken en te schrijven als in Nederland. Het Afrikaans werd een van de officiële talen.

Poort naar Afrika
Het Nederlands is nauw verwant aan het Afrikaans. Met name als wij het lezen is het al snel goed te volgen; luisteren is een stuk lastiger door het anders uitspreken van klinkers. Dit opent voor ons de wereld van de bruine gemeenschap in Zuid-Afrika, een wereld die ondanks de taalverwantschap weinig bekend is. Dit boek bevat verhalen van de Khoi-Khoin, de Griekwas, de San. Tien Afrikaanse auteurs komen met een verhaal, van de bekende Marlene van Niekerk tot nog onbekende schrijvers. Over hoe Dirk van der Merwe aan zowel zwarte als blanke nakomelingen komt, over de boerderij met de poëtische naam ‘Rust-mijn-ziel’. De verhalen zijn tweetalig, een van de samenstellers is Riet de Jong-Goossens die al sinds 1989 Afrikaanse literatuur vertaalt en hiervoor de Martinus Nijhoffprijs kreeg. Zij maakte dit boek samen met Bart de Graaff, historicus en filmschrijver, voormalig hoofdredacteur van Maandblad Zuid-Afrika en auteur van ‘1599 km tussen Amsterdam en Gouda’, over Nederlandse plaatsnamen in Zuid-Afrika.
De originele invalshoek maakt dit een erg leuk boek. Ten eerste vanwege de verhalen van de ‘andere sprekers’ van het Afrikaans, anders dan de blanken. Daar valt nog een wereld te ontdekken. Maar ook vanwege de vertaling waardoor de schoonheid van het Afrikaans zichtbaar wordt gemaakt. Ek het baie geniet!

Boekenkrant

Eerder verschenen op Afrikanieuws