"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Nederlands Gouden Eeuw

Woensdag, 9 september, 2020

Geschreven door: Maarten Prak
Artikel door: Evert van der Veen

Vrijheid en geldingsdrang

[Recensie] De Gouden Eeuw (zeventiende eeuw) is tegenwoordig een beladen term omdat we nu kritisch tegen slavernij en kolonialisme aankijken. Toch kan die term wel blijven bestaan zegt Maarten Prak, hoogleraar sociale en economische geschiedenis aan de universiteit van Utrecht.  Hij vindt dat “geen opschepperij, maar inzicht” zoals hij schrijft hij in Nederlands Gouden Eeuw al ziet hij ook onder ogen dat Nederlanders zich “onvergeeflijk hebben misdragen”. 

Maarten Prak probeerde vorig jaar in De Wereld Draait Door enige nuance te brengen toen FvD-leider Thierry Baudet en Groenlinkser Zihni Özdil van mening verschilden over de vraag of onze Hollandse welvaart destijds te danken was aan de handelsgeest van onze voorvaderen of dat we dit uitbuiting moeten noemen.

Mede hierdoor heeft Maarten Prak de eerdere versie van Nederlands Gouden Eeuw uit 2003 Gouden Eeuw: Het raadsel van de Republiek herzien.

“Onder invloed van het debat ben ik op een aantal punten anders gaan aankijken tegen deze geschiedenis. Bij verschijning van mijn vorige boek stond de nationale geschiedenis zeer positief in de belangstelling. Er zou een nationaal historisch museum komen, een canon… Ik schreef toen al dat het niet allemaal rozengeur en maneschijn was: armoede, slavernij, dat kwam allemaal aan bod. Maar mede onder invloed van die recente discussies is de balans ook bij mij verder verschoven.”

Boekenkrant

Het debat over de term Gouden Eeuw was voor het Amsterdam Museum vorig jaar aanleiding om deze term te laten vallen. Volgens Prak waren historici al langer met deze discussie bezig. Zijn eigen mening:

“Het is een geschiedenis die ons niet onberoerd kan laten, maar ik probeer gevoelens van schaamte of trots te vermijden. Er is toen iets bijzonders gebeurd, maar wel eeuwen geleden, dat is geen enkele verdienste van mij. We profiteren nog van de gevolgen, we zijn nog steeds een van de meest welvarende landen in de wereld. Anderzijds hebben sommigen, met name nazaten van degenen die toen en de eeuwen daarna als slaven verhandeld werden, ook honderden jaren later nog last van die geschiedenis.”

In zijn boek beschrijft Prak gebeurtenissen, ontwikkelingen en begrippen en komen politieke verhoudingen en bestuur ter sprake. Hoewel de toenmalige Republiek niet zo strak was georganiseerd, bleek dit in de praktijk de economische groei niet te beletten. De Gouden Eeuw was allesbehalve rustig; Nederland was veelvuldig in oorlogen met andere landen verwikkeld: de Tachtigjarige Oorlog en er waren drie oorlogen met Engeland. Die kostten wel geld maar omdat het marine-oorlogen waren, brachten ze weinig schade met zich mee.

Nederland maakte een sterke groei door al zijn de groeicijfers naar huidige maatstaven echt niet zo hoog want tussen 1590 en 1650 groeide de economie 1 à 1,5 procent per jaar. Dit was voor de zeventiende eeuw echter een enorme prestatie.

De VOC gaf aandelen als eerste maatschappij ter wereld aandelen uit. Het was de bedoeling dat beleggers investeerden in een eenmalige reis naar Indië, waarvan de opbrengst na 1,5 – 2 jaar zou worden uitgekeerd. Maar de VOC kon geen geld uitkeren omdat ze moest investeren in forten en oorlogsschepen. Omdat investeerders geen tien jaar op hun geld konden wachten, verkochten ze hun inleg. Zo ontstond er min of meer toevallig een markt in aandelen.

Volgens Prak speelt de slavenhandel economisch een minder grote rol dan vaak wordt gedacht. Hij vermeldt een redelijk betrouwbare schatting waaruit blijkt dat aan het eind van de achttiende eeuw ongeveer 10% van de Hollandse economie (de huidige provincies Noord- en Zuid-Holland) verband hield met slavenhandel en slavernij; voor de gehele Nederlandse economie was dat 5%. Prak schat dat dit percentage voor de zeventiende eeuw ongeveer de helft van deze percentages is. Hij is daarom van mening dat het teveel gezegd is dat de welvaart hieraan te danken was. Juist tijdens de snelste groei aan het begin van de 17e eeuw was dat aandeel erg klein.

Prak is het niet eens met de veronderstelling dat Nederland in de Gouden Eeuw calvinistisch was. In Brabant en Limburg was bijna iedereen katholiek. De protestantse biblebelt was er wel maar Holland en Utrecht waren meer een mengeling van katholiek en protestants.

Een interessant maar wel wat ‘droog’ geschreven boek dat een aantal veel gebruikte vooronderstellingen weerlegt of nuanceert.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles